| |||||
2e bedrijf: Het feest Als de gordijnen dicht zijn wordt het decor veranderd in een sjiek huis waar feest is. Ondertussen is er bijvoorbeeld een samenzang of solozang. Het gordijn gaat open en het feest is in volle gang. Ook de bendeleden zijn er. Gelijk wordt bij opening van het gordijn het volgende lied gezongen: ♫ Welkom op het feest Allen: Welkom op het feest Het feest van de minister Het feest ter ere van zijn zoon Welkom op het feest Welkom op het feest Het feest van de minister Iedereen is uitgenodigd Welkom op het feest Kom maar, kom maar, kom maar op het feest (2x) Tijdens het lied komen Goregriet en Kat op. Kat misdraagt zich verschrikkelijk. Ze drinkt veel te veel, laat van alles vallen, stopt zich vol met eten en danst heel verleidelijk. Hier probeert ze Goregriet in mee te trekken. Goregriet laat merken dat ze toch belangstelling heeft voor alles om haar heen. Na het lied komt BL3 op ze af hollen. BL3: Hé, Goregriet, Kat! Zijn jullie er ook. Moet je luisteren, de minster heeft mij een betrekking gegeven. Ik mag kamermeisje zijn. Is dat niet fantastisch?! Kat: Pff, kamermeid, je een beetje uit gaan zitten sloven voor een ander. BL3: (Trots) Oké, het is geen topbaan, maar ik vind het hier zooo fijn. En de minister is gaaf man!! Hij geeft echt om de mensen. Ik ben helemaal uit de zorgen nu. Ik heb weer iets om voor te leven. BL5: (Komt erbij) Ik heb een baan als keukenhulp gekregen. Is het niet geweldig? Iedere dag bij al dat lekkere eten. (Al etend) Er zijn natuurlijk regels. Ze zijn best moeilijk, maar ze veranderen nooit. Ze zijn zoals ze zijn, je weet waar je aan toe bent. BL3: Ja, maar de zoon van de minister gaat ons helpen die regels goed te leren enzo. Je raad nooit wie hij is! (Giechelend stoten ze elkaar aan) Kijk daar komt hij aan. De zoon van de minister komt naar ze toe en lacht hartelijk naar ze. ZM: (tegen Goregriet) Ik wist dat je zou komen! Kom, laat mij je voorstellen aan mijn vader, de minister. Goregriet: Je vader?! De minister?! Kat: (al een beetje dronken) Doe niet zo gek, blijf hier man. ZM: kom op joh. Ik heb mijn vader al gesproken en hij heeft ook een betrekking voor jou. Goregriet: (verrast) Is dat zo? (kijkt naar Kat) Ik wil wel, maar zonder die regels en met een goed loon! Kat: (proest het uit en verslikt zich in de wijn) Goeie Griet, dat wil ik ook wel. Ik doe mee! (Hik) ZM: (kwaad) Ik ben net afgestudeerd en er liggen honderden banen op mij te wachten, waarmee ik onbeperkt mee kan verdienen. Maar ik heb besloten om bij mijn vader in dienst te gaan om hem te helpen bij zijn werk. Weer je, dat iedereen hier de kans heeft te worden zoals ik? Goregriet: Te worden zoals u? Dat is onmogelijk! ZM: Niets is onmogelijk. Hij geeft echt om de mensen. Hij is geen gewone minister. Als je bij hem in dienst komt, dan ben je van hem! Goregriet: Dat klinkt akelig. ZM: Niet als je weet wat je ervoor terugkrijgt. Goregriet: Dat klinkt spannend, maar dat bedoel je zeker niet in geld hè? ZM: (lacht) Nee, hij wil ook van jou zijn. Alles van hem is dan ook voor jou. Goregriet: Waaaauuuw!!! De zoon van de minister neemt Goregriet mee naar zijn vader. ZM: dit is het meisje waar ik u over vertelde, vader. Min: Oh, het meisje van het droevige liedje? Goregriet: Droevig?! Min: Mijn zoon denkt dat je heel wat meer in je mars hebt dan het leven op straat. Als je bereidt bent je oude leven achter je te laten, dan geef ik jou een functie als gastvrouw in dit huis. Plotseling is de hele zaal stil. Iedereen heeft het gehoord en allen roepen: GASTVROUW?!! Min: Ja, niet iedereen is geschikt voor zo’n verantwoordelijke taak. En het zal ook niet meevallen in het begin, maar m’n zoon denkt dat jij het aankan. ♫ Wie ben ik Goregriet: Wie ben ik Dat ik dit krijgen mag Wie ben ik Dat ik u kennen mag Wie ben ik Dat ik hier wonen mag Altijd dicht bij uw zoon (2x) Wie ben ik (dit ben jij) Dat ik dit krijgen mag (’t is wat je wou) Wie ben ik (dit ben jij) Dat ik u kennen mag (hij houdt van jou) Wie ben ik (dit ben jij) Dat ik hier wonen mag (kom nu maar gauw) Altijd dicht bij uw zoon (2x) Allen: Het maakt niet uit wie of je bent Zolang er een is die jou kent Luister nu maar naar zijn stem En geef jezelf aan hem Goregriet: Meneer de minister. Ze noemen me Goregriet. Kijk naar mij. Ik ben vies en smerig. Ik ben het niet waard om in uw huis te wonen. Kat: (waggelend en dronken) Ze heeft gelijk man. Kom op Griet, jij hoort hier niet. We gaan (hik) BL3: Nee, Goregriet. Niet weggaan. De zoon van de minister heeft gelijk. Jij bent reuze geschikt voor deze taak. BL1: Ja, bij ons nam je ook meestal de leiding. BL4: Je bedacht zelfs onze regels. Min: (lacht) Leiding geven is goed. Maar dan volgens mijn regels! Mijn zoon zal je daarbij helpen. ZM: Doe je het? Toe, alsjeblieft?! Iedereen wacht vol spanning af wat het antwoord zal zijn. Goregriet: (kijkt iedereen aan en roept dan) JA, IK DOE HET!!! Iedereen is blij en enthousiast. Goregriet: Waar zijn nou die nieuwe kleren? En (tot de zoon) ik zou toch ook een nieuwe naam krijgen? Een mooie naam, een schone naam. Een naam waar ik trots op kan zijn. Zo mooi als deze beker hier (houd beker omhoog) ZM: (lacht blij) Ja, wat wil je, die is van zuiver zilver! ♫ Ik noem jou Zuiverzilver Minister: Ik noem jou Zuiverzilver Zuiverzilver is jouw naam Ik geef aan jou een heel nieuw kleed Trek het snel maar aan Een nieuwe naam, een nieuw gewaad Het oude is nu weggedaan Jij bent van mij, en ik van jou Samen kunnen we de wereld aan (2x) Allen: Hij noemt haar Zuiverzilver Zuiverzilver is haar naam Hij geeft aan haar een heel nieuw kleed Zoals het ons ook is vergaan Een nieuwe naam, een nieuw gewaad Het oude is nu weggedaan Wij zijn van hem en van elkaar Samen kunnen we de wereld aan (2x) Een nieuwe naam… Tijdens het lied wordt Goregriet gewassen en krijgt een zilveren jurk aan. Reprise: Schoon, schoon, Zuiverzilver schoon Schoon, schoon, schoon, Zuiverzilver schoon |
|||||
|