| |||||
3e bedrijf: Het nieuwe leven Gore Griet (nu juffrouw Zuiverzilver) en haar vrienden verblijven al geruime tijd in het huis van de minister. Iedereen zit gezellig aan de keukentafel een kopje koffie te drinken. Het bendelid dat keukenhulpje geworden is, komt binnen met overheerlijke broodjes. Tuinman: Mmm, wat een heerlijke broodjes zijn dat! Heb jij die gebakken? Keukenhulp: Ja, (trots) ik wordt nu opgeleid voor kok! (iedereen feliciteert hem) Kamermeisje: Ooooh! Het is hier ook zo heeeeeerlijk!! ♫ Ik ben gelukkig hier Kamermeisje: Ik houdt de kamers keurig net En vouw de lakens op het bed Ik doe mijn werk met veel plezier Ik ben gelukkig hier! Chauffeur: Ik breng meneer van hot naar her En rijdt soms kilometers ver Ik doe mijn werk met veel plezier Ik ben gelukkig hier! Tuinman: Een roos verwelkt, een bloem vergaat Totdat nieuw leven weer ontwaakt Ik doe mijn werk met veel plezier Ik ben gelukkig hier! Bediende: Ik sta voor iedereen steeds klaar Heb je me nodig? Bel me maar! Ik doe mijn werk met veel plezier Ik ben gelukkig hier! Kok: Ik bak het brood en kook de vis Ik sta verbaasd hoeveel er is] Ik doe mijn werk met veel plezier Ik ben gelukkig hier! Allen: Wij doen ons werk met veel plezier Wij zijn gelukkig hier! De zoon van de minister komt binnen. ZM: Wat is dat hier voor vrolijkheid? (opgewekt) Het kamermeisje loopt op hem af en steekt haar arm door de zijne. Kamermeisje: Kom met ons een kopje koffie drinken, meneer, we hebben zoveel te vertellen en te vragen. ZM: Natuurlijk! (gaat zitten en neemt koffie) (tot de tuinman) Je doet geweldig werk in de tuin, alles groeit en bloeit. Maar een ding moet je niet vergeten, het onkruid moet er met wortel en al uitgetrokken worden. Als je alleen de steel afknapt, komt het gewoon weer op. Tuinman: (zucht) U hebt gelijk, zoals altijd. (dan enthousiast) Ik ga direct aan de slag. ZM: (tegen de bediende) Ik heb ook op jou gelet vandaag. Hoe vond je zelf dat het ging? Bediende: Heel goed! De burgemeester kwam vandaag en hij gaf me vele complimenten over de manier waarop ik hem behandelde. ZM: En die twee studenten dan die iets later kwamen? Bediende: Oh, die. Ja die wilden u dringend spreken zeiden ze. Maar die heb ik weggestuurd. Want ze waren niet voor rede vatbaar. ZM: Misschien omdat zij mij echt nodig hadden. Bediende: Ja, maar de burgemeester was er ook nog en die… ZM: LUISTER!! Burgemeester of student, het maakt geen verschil. Wie mij het meest nodig heeft, die laat je voorgaan. Begrepen?! (dan legt hij zijn hand op de schouder van de bediende) Je krijgt nog kansen genoeg om het beter te begrijpen. Zuiverzilver: Meneer, mag ik wat vragen? ZM: Wat is het, juffrouw Zuiverzilver? Zuiverzilver: Ik ben nu gastvrouw in dit huis. En daar ben ik erg trots op, want het is een hoge functie. Maar toch hebt u mij geleerd om mezelf minder te achten dan een ander. Nou, dat kan ik niet, hoor. En hé, ik doe mij werk toch goed? Dat moet u toegeven. Maar mezelf minder achten dan de gasten die ik ontvang? Dat past toch niet bij mijn functie? Ik wou u voorstellen dat we die regel veranderen. Allen: Goregriet, dat zeg je toch niet tegen meneer, hoe durf je!! ZM: Zij heet Zuiverzilver nu. En het is goed dat zij eerlijk is en mij zegt wat ze denkt. Dan kan ik haar terechtwijzen. Juffrouw Zuiverzilver, probeer jezelf minder te achten zonder je eigenwaarde te verliezen. Dan zul je zien dat mensen respect voor je krijgen. Zuiverzilver: Respect! Ja, inderdaad, u bent geweldig. ZM: (lacht) Wel, vanavond komen er belangrijke gasten om met mijn vader te spreken. Bereidt je goed voor! Iedereen gaat af, behalve Zuiverzilver. Zuiverzilver: Zo, nu kan ik rustig de nodige voorbereidingen treffen voor vanavond. De minister heeft mij het een en ander hierover verteld. Dan wordt er geklopt op de deur en gefluisterd: “He, psst, Goregriet! Zuiverzilver: KAT, JIJ HIER?! Kat: Ssst, niet zo hard man! Het heeft me al zoveel moeite gekost om hier binnen te komen zonder dat iemand me zag. Zuiverzilver: Waarom klopte je niet gewoon aan, je wordt heus wel binnengelaten hoor. Meneer zei net nog tegen mij …… Kat: (valt Zuiverzilver in de rede) Hou toch op met die meneer van je. Ik wordt er niet goed van, die kek lui. Zuiverzilver: Kek lui? Dat is niet waar! Kat: Moet je zien wat een weelde. En kijk eens naar jezelf, je bent je eigen niet man. Zuiverzilver: Kijk jij naar jezelf, je ziet eruit als een schooier. En je naam Kat, wie wil er nou zo heten?! Kat: He, officieel heet ik Katharina, hoor. Maar Kat is veel beter voor mij. Ik ben wie ik ben en ik laat mij niet veranderen. ♫ Ik blijf wie ik ben Kat: Ik blijf wie ik ben En ik ben wie ik blijf Niemand verandert mij En oké ik erken Er is niemand die mij echt kent Ik heb niets om mijn lijf Maar ik voel mij ontzettend vrij ‘k ben juist gruw’lijk verwend Ik kan alles doen wat ik zelf wil Er is niemand die zegt: “Hou je mond, en wees stil!” En hoe je ook bent en hoe je ook leeft. Er is niemand die daar iets om geeft. (2x) (Sprekend:) Is er niets wat je mist in hoe je nu leeft? Zelfs niet je beste vriendin? Hij zegt wel dat hij veel om je geeft. Maar wat heeft het leven voor zin, Als je niet alles kunt doen wat je zelf wil. Hier kan dat toch zeker niet. Je hebt nu tijd genoeg verspilt! Kom op! Zing met mij dit lied. Ik kan alles doen…… (De tweede keer van refrein zingt Zuiverzilver mee.) Kat: ( Een beetje slijmerig) Ik geef ook om jou Goregriet. Ik mis je verschrikkelijk. Kom je mee terug, alsjeblieft! Zuiverzilver: (Twijfelend) Nee! Ik eeuh heet nu Zuiverzilver. Kat: Zuiverzilver hé! Zoals deze beker hier zeker. (Pakt beker op) Hé, hier zitten gouden munten in. (Ze steekt ze allemaal in haar zak zonder dat Zuiverzilver het ziet) Zuiverzilver: Kom Kat, neem een bakje koffie en dan ga je weer weg. Ik moet mij voorbereiden. Kat: Koffie? Terwijl ze hier van die fantastische wijn hebben? Weet je nog! Zuiverzilver: Nou goed dan, één glaasje wijn. En dan ga je weg. Kat: Weet je nog dat we toen ingebroken hebben bij die oude dametjes? Zuiverzilver: (Giechelend) Ja, wat een stunt was dat hè, dat ze ons toen met die bezem achterna zaten, Hahaha! Zuiverzilver neemt ook een glaasje wijn. Samen gaan ze nog even door met kletsen onder het drinken van een flink aantal glaasjes wijn. Dan gaat de bel. Zuiverzilver: (Verslikt zich) Oooooh! Wat moet ik nou, daar zijn de gasten al! Kat: (Schrikt ook) Je moet me verstoppen, ik wil gewoon niet dat ze mij hier zien! Zuiverzilver: In de kast dan, vlug! Hij is groot genoeg. Je houd het daar wel een poosje uit. Kat wordt al giechelend in de kast gefrommeld. Dan komt de bediende binnen met de gasten. Bediende: Juffrouw Zuiverzilver, hier zijn de leden van de partij V en V voor de bespreking met de minister. Zuiverzilver strijkt haar kleren recht en fatsoeneert haar kapsel. Ze kijkt angstig om haar heen en houdt de kast goed in de gaten. Zuiverzilver: Ik ben op de hoogte van uw komst, neemt u hier vast plaats dan bedien ik u van een glaasje w…. ik bedoel een kopje koffie. Bediende: Ik zal zien of de minister klaar is. Zuiverzilver probeert belangstellend te doen. Zuiverzilver: Zo, zo, V en V dat wil zeggen Vrede en Vrijheid nietwaar? Partijlid 1: (Verbaast) Vrede en Vrijheid? Maakt u een grapje of weet u het echt niet? Zuiverzilver: (Stamelend) Eeeeuh! Partijlid 2: (Gaat staan) V en V wil zeggen Vuur en Vlam. Wij willen de mensen weer aansteken voor het welzijn van een ander. Dat had je moeten weten! Partijlid 3: Ja, de minister is voorzitter van onze partij. ♫ Vuur en Vlam Partijleden: Vrede en ook Vrijheid. Is een streven voor altijd. Helaas voor heel de mensheid. Is het geen realiteit. Vuur en Vlam daar gaan wij voor. Vuur en Vlam zing mee in koor. Als jou het licht niet is beroofd Steek aan wat walmt of is gedoofd. Vuur en Vlam, ja geef het door. Vuur en Vlam daar gaan wij voor. Tijdens dit lied kunnen er met fakkels of met grote sterren twee V’s gemaakt worden. Je kunt er ook een mooie show van maken met meerdere fakkels of sterren. De minister komt tijdens het lied binnen. Als ze uitgezongen zijn geeft hij de partijleden een hand en gaat zitten. Minister: Zo ik zie dat juffrouw Zuiverzilver u al van het nodige heeft voorzien. De muziek gaat nu weer aan voor het volgende nummer. Partijlid 1: Ja, maar er schort wel het één en ander aan haar voorbereiding. Partijlid 2: Waar heb je haar vandaan, ze weet niets van ons. Partijlid 3: En ze ziet er niet uit ook, het lijkt wel of ze zo van de straat komt. De minister kijkt Zuiverzilver nu kwaad aan. Het lied wordt nu in drie delen gezongen door iemand op de achtergrond. ♫ Hij kijkt jou nu aan Hij kijkt jou nu aan, je ziet boosheid. Boosheid in zijn ogen. Zijn ogen die zeggen: Wat doe je nu toch, Stop er mee nu het nog kan. Stop er mee nu het nog kan. Zuiverzilver: Het spijt me zeer. Ik, ik maakte een grapje net. Kat doet de kastdeur open, trekt gekke bekken en doet spottend de partijleden na. Zuiverzilver moet om haar lachen, maar probeert dit in te houden. Ze loopt ongemerkt naar de kastdeur en doet deze weer dicht. Partijlid 3: Ik wilde graag jullie mening over het nieuwe logo van de partij. Hij pakt het affiche en laat het logo zien. Het is een vlam met twee V’s. Kat doet de kast open en houdt ook een affiche omhoog. Ze heeft er een gek gezicht op getekend. Zuiverzilver ziet het en schrikt. Minister: Wel, dat ziet er best leuk uit. Wat vindt u ervan juffrouw Zuiverzilver? Zuiverzilver: Nou ik eeeeuh….vind het be….(moet lachen)….lachelijk! Partijlid 1,2,3: Wáááááát!!!!! Er breekt een beetje paniek uit. De muziek start weer. Zuiverzilver: Oooooh. Ik eeeeuh… Hij kijkt jou weer aan, je ziet tranen. Tranen van verdriet. Zijn ogen, ze zeggen: het gaat zo verkeerd. Je bent veel te ver gegaan. Je bent veel te ver gegaan. Zuiverzilver: (Loopt huilend naar de minister) Luister, ik ben u niet waard. Ik ben niet geschikt voor deze functie. Ik doe u verdriet en ik stel u teleur. Ik ga hier weg. Ik ga met Kat mee. (Ze loopt naar de kast) Kom Kat, je hebt gelijk, ik hoor hier niet. De zoon van de minister komt nu binnen. ZM: Wat is hier aan de hand? Zuiverzilver: Ooooh, het is uw schuld. U had me hier niet heen moeten halen. Ik had het zo graag gewild, maar ik ben waardeloos! ZM: Juffrouw Zuiverzilver, is zij (wijst naar Kat) hier soms de oorzaak van? Kat: (Wordt zenuwachtig) Kom mee Goregriet, we gaan weg. Ik krijg de kriebels van die vent. Kat pakt haar jas uit de kast, maar dan rollen de gouden munten uit haar zak. ZM: Hé, dat zijn de munten uit de zilveren kan. Hoe kom jij daaraan!!! Kat: (Nog zenuwachtiger) Die heeft Goregriet mij gegeven! (Ze begint de munten snel op te rapen) Zuiverzilver: Wááááát! Nu heb ik je door! Je geeft helemaal niet om mij. Je komt alleen maar om te stelen en om te liegen. Ik zou jou die munten nooit kúnnen geven. Alleen de minister zelf deelt daarvan uit. Geef terug!!! Kat: Nee, dat nooit! Mijn hele leven droom ik ervan om rijk te zijn, en nou ben ik het! Zuiverzilver: Geef terug zeg ik je! (Ze beginnen te vechten) Dan trekt Kat een mes en begint ermee te dreigen. De hele zaal valt in doodse stilte. Kat: UIT DE WEG, ALLEMAAL!!!!! Zuiverzilver: Oooooh, meneer, help mij alstublieft. Het is allemaal mijn schuld, ik had haar niet binnen moeten laten. Tijdens het derde couplet van het lied beveelt Kat één van de partijleden de munten op te rapen. Hij kijkt jou nu aan, je ziet liefde. Echte, pure liefde. Zijn ogen, ze zeggen: Ik hou toch van jou. En ik verlaat je nooit. Nee ik verlaat je nooit. Dan loopt de zoon van de minister rustig op Kat af. Kat wordt heel nerveus en begint helemaal te trillen. ZM: Katharina, geef dat mes maar aan mij. (Kat geeft het mes) En nu ook de gouden munten. (Kat gooit de munten keihard op de grond) En nu ga je hier weg en je valt Zuiverzilver niet meer lastig. Kat: (Holt weg en schreeuwt) Ik haat het hier! Ik ga de boel in de fik steken! Jullie zijn zomaar niet van mij af! Nog even heerst er absolute stilte. Dan komen de anderen binnen. “Wat is hier aan de hand?“ Er vind even een korte opluchting plaats, maar dan komt er ineens allemaal rook de zaal binnen. Partijlid 1: Er zit nog steeds een luchtje aan deze zaak. Partijlid 2: Over Vuur en Vlam gesproken. Het brand hier ergens!!! Paniek!!! De tuinman en de bediende hollen weg om te kijken wat er aan de hand is. Even later komen ze verschrikt terug. Tuinman: Help allemaal! Kat heeft de keuken in de fik gestoken! Maar dat is nog niet alles, ze zit er zelf nog in, en de deur is in het slot gevallen! Zuiverzilver: Net goed voor haar! ZM: Hoe kun je dat zeggen! Weet je dat ik ondanks alles net zoveel om haar geef als om jou! (Komt in actie) Ik ga haar redden! Zuiverzilver: Nee! (Houd hem tegen) Laat mij dit doen voor u. (Tegen de anderen) Kom mee, jullie trappen de deur in en dan haal ik haar eruit! (Gaan af) De zoon wil meegaan maar de minister houdt hem tegen. ZM: Vader, ik moet haar helpen! Minister: Ze heeft genoeg bescherming door haar nieuwe kleren. Laat haar dit alleen doen. ♫ Vertrouwen ZM: Vader, ik mocht haar altijd helpen van u. Zij heeft mij nodig, waarom dan niet nu. Maar u weet wat het beste is. Ik vertrouw op u, voor ik beslis Om naar haar toe te gaan. Direct achter haar aan Minister: Zoon, je weet waarom ik haar alleen liet gaan. Ze vertrouwd op ons, ze kan het heus wel aan. En ik weet wat het beste is. Ze komt erdoor dat is gewis. En blijft hier dan voortaan. Dicht achter jou aan. Tijdens dit lied kan een balletdans uitgevoerd worden. Er is dan nog steeds rook op het podium. De tuinman komt binnen. Tuinman: Het is gelukt, Zuiverzilver is naar binnen gegaan! De bediende komt binnen, hij is zwart van de roet. Bediende: We zijn het vuur aan het blussen, het is bijna uit. Maar ik zie ze nergens meer. ZM: Vader ik moet gaan helpen! Minister: Nee, zoon, wacht! ZM: (Rukt zich los) Nee, ik ga erheen! Dan komt Zuiverzilver op. Ze heeft Kat bij zich. Kat is helemaal zwartgeblakerd, Terwijl Zuiverzilver er nog gaaf uitziet, op een paar vegen na. De rest komt achter hen aan. Kat valt huilend op de grond neer, voor de voeten van de zoon. Kat: Ik schaam me zo! Alles doet pijn, en zij, (wijst naar Zuiverzilver) zij heeft niets. Hoe kan dat nu? Minister: Zij heeft nieuwe kleren aan die haar beschermen. Ik had ze al die tijd ook klaar liggen voor jou. Partijlid 2: (Geeft Zuiverzilver een hand) Wij hebben ons in u vergist juffrouw, onze excuses hiervoor. Partijlid 1: Ja, als er iemand is die onze partij nodig heeft dan bent u dat wel. Partijlid 3: Welkom in ons midden. (met lach) Of moet ik zeggen, welkom terug? Iedereen lacht en is blij. Dan loopt de minister op Zuiverzilver af. Minister: Deze gouden munten zijn voor jou. Het zijn gaven die ik uitdeel aan iedereen die ze goed weet te gebruiken. Zuiverzilver: Tjonge, dank u wel. Minister: (Tegen Kat) En jij, jij krijgt je nieuwe kleren. En een nieuwe naam. Ik noem jou voortaan Loutergoud! ♫ Loutergoud Allen: Wij noemen jou nu Loutergoud. Loutergoud is jou nieuwe naam. De Heer, die zoveel van jou houdt. Brengt ons nu weer saam. Een nieuwe naam, een nieuw gewaad. Het oude is nu afgedaan. Je bent van Hem, je hoort bij ons. Samen kunnen wij de wereld aan. Samen kunnen wij de wereld aan. Iedereen stelt zich op en samen zingen we nog het lied: Maak mij rein voor U (Opwekking 427) |
|||||
|