| |||||
Haelle wordt de volgende ochtend wakker met een zonnig humeur. Helemaal blij gaat ze onder de douche en trekt haar nieuwe kleren aan. Vrolijk loopt ze naar beneden en begroet Jared. Ze maakt twee boterhammen klaar met een dikke laag boter met op de ene gekleurde muisjes, blauw en wit, en op de andere suiker. Dat at ze elke ochtend en toch werd ze niet dik maar misschien verbrandde ze wel alles of was dat het enige wat ze at op het avondeten na, Jared kon dat allemaal niet weten want hij was immers hele dagen weg. “Vandaag gingen we wat doen toch?” Zegt Haelle met een vrolijke stem, haar humeur is duidelijk goed. “We kunnen wat gaan wandelen buiten en dan moet ik je ook even wat uitleggen. Waar hou je van? Bossen? Water? Heide?” Ze kijkt hem verbaasd aan. Dan omhelst ze hem. “Dankjewel ik vind het zo leuk om naar buiten te gaan. Ik ben zolang niet meer buiten geweest, weet je, en ik woonde eerst zelfs buiten. Maar ik denk dat ik van water houd. Er is hier toch een meer vlakbij? Luthién had mij daar wat over vertelt.” Om haar stemming niet te verpesten stemt hij ermee in maar dat Luthién haar wat vertelt heeft over dat meer maakt wel dat hij straks meer zal opletten op dat meer. De beweegredenen van Luthién snapt, en snapte, hij niet en hij vertrouwt haar voor geen meter. Trouwens Luthién vertrouwt hem ook niet dus waarom zou hij dan wel vertrouwen in haar hebben? Het is een beetje vreemd om een luchtelf te vertrouwen want je weet nooit waar ze zijn. Zijn vader was ook een luchtelf en heeft verschillende keren zijn moeder geobserveerd terwijl zij het niet door had omdat hij een plant was. Hij had aan hem verteld dat hij het liefste een Treurwilg was. Dat was lekker relaxt want die takken hingen naar beneden en het was een erg mooie boom, een boom waar zijn moeder van hielt. Aan de takken van die boom had hij ooit geschommeld, aan de takken die soms zolang waren dat ze de grond raakten. Die boom had hem beschutting gegeven als de zon zo fel scheen dat zelfs Jared, die nooit zoveel last had van de hitte, beschutting zocht. Nu weet hij niet meer of het wel een boom was, het kon immers net zo goed zijn vader zijn. Haelle kan zo iets ook bij hem doen. Zij kan ook opeens een andere vorm aannemen. Ze kon alles zijn wat hij om zich heen zag. Dat was, las hij eerlijk was, best een eng idee. Maar hij gelooft niet dat Haelle weet dat ze dat nog kan en dat zij het doen zal als ze weet dat ze het kan, tenzij het voor de goede zaak is natuurlijk. Maar ja, wat zal zij de goede zaak vinden en vecht zij wel tegen hetzelfde als waar hij tegen vecht want als dat niet zo is… |
|||||
|