| |||||
“Zullen we het er nu even niet meer over hebben, Nien? Ik vind het niet zo leuk meer…” “Nee, oké, snap ik. Maar je vertelt me morgen wèl even hoe het afgelopen is, toch?” “Ja, tuurlijk doe ik dat.” “Goed. Dan iets anders…,” zei Nina even ernstig als net, toen ze met Karlijn gesproken had over het laatste ziekenhuisbezoek. “Ja, graag,” zuchtte Karlijn dankbaar. “Weet je nog dat je me gevraagd hebt of ik eens een keertje met jou meeging logeren bij oma Brescher?” “Ja,” zei Karlijn en haar ogen begonnen een beetje te schitteren. “Nou…, ik dàcht dat we dat misschien nog wel kunnen doen vóórdat je dan naar het ziekenhuis moet. Leek me wel gezellig.” “Já, mij óók. Gaan we straks zo meteen aan papa en mama vragen. Mag jij?” “Weet ik nog niet, maar ik denk het wel.” “Oh, ècht balen, dat ik nu niet even gewoon op de fiets kan springen en met je mee naar huis kan gaan om het te vragen.” “Ja, das balen, maar het heeft sowieso geen nut, want er is niemand thuis,” lachte Nina. “Oh, nee, dan schieten we er inderdaad niks mee op,” giebelde Karlijn terug. “Hé, wacht…, volgens mij hoor ik papa de trap opkomen,” zei Karlijn, die met gespitste oren zat te luisteren naar het geluid dat via de gang haar slaapkamertje binnendrong. “Sometimes I wonder what I'm a gonna do. But there ain't no cure for the summertime blues. Pop-pom-pidom. Hmhmhmhmhm.” “Pap, hé pap! Kom eens!” riep Karlijn de gang in, en ze propte er nog gauw een “Alsjeblieft” achteraan. “Dag dames,” zei Bertrand iets later toen hij de slaapkamer binnenkwam. "Hoi pap! Ik heb een vraagje." "Dag meneer Vanderlinden." Bertrand luisterde even naar de muziek die zacht op de achtergrond uit Karlijns laptop klonk. Hij hield zijn hoofd een beetje schuin, trok één wenkbrauw op, en zei: “Oké, vraagje is goed, misschien heb ik ook wel een antwoord. Maar wat hebben jullie daar nu weer voor rotzooi opstaan?” Nina en Karlijn keken elkaar eens aan en begonnen te giebelen. “Dat is “I`ve got the sun in my pocket, the moon in my hands”, zei Nina. “Ja, maar wij maken er “I`ve got the sun in my hand, the moon in my pocket and the stars in my eyes” van. Das toch veel mooier?” “Wat jullie willen dames, dìt is niet mijn muziek,” lachte Bertrand. “Nee, dat hoorden we,” lachte Karlijn. “Hmhm,” zei Nina. “Nee, dat hoorden we, hmhm,” immiteerde Bertrand de beide meisjes, terwijl hij verongelijkt probeerde te kijken. “Hé pappie?” Karlijn ging vrolijk verder met haar vraag richting Bertrand, en schonk weinig aandacht aan het gemaakt verongelijkte gezicht van haar vader. “Oh oh, nou moet ik oppassen,” zei Bertrand zachtjes. “Valt best mee hoor, meneer Vanderlinden.” “Oh, is dat zo, mevrouwtje Nina?” “Hmhm.” “Pap?” “Ja? Zeg het eens Karlijn.” “Nou, weet je nog dat Nina en ik nog graag eens een keertje met z`n tweetjes bij oma wilden gaan logeren?” “Ja.” “Nou, en nou moet ik toch binnenkort waarschijnlijk een poosje in het ziekenhuis blijven hè?” “Ja.” “Mag ik dan voor die tijd nog wel samen met Nina bij oma gaan logeren, een weekendje?” Bertrand keek de beide meisjes eens aan, die hem beiden met redelijk smekende en verwachtingsvolle gezichtjes aan zaten te kijken. “Hmmm, eens zien…” “Pap, nou niet plagen.” “Plagen? Dat zou ik niet durven.” “Mag het dan?” “Als Nina`s ouders het goed vinden…, mag dat denk ik wel. We zullen het mama straks eens vragen, en dan bellen we oma ook even op. Al denk ik niet dat die er bezwaar tegen zal hebben. Die vindt het alleen maar gezellig als ze twee van die kwebbel- en giebeltantes op bezoek krijgt.” “Ja, gezellig! Net als vroeger.” “Oké, it`s official… I`m bored,” zei Steffie met een verveelde uitdrukking op haar gezicht. Ze zuchtte eens, legde de afstandsbediening naast zich neer, en liet haar handen op haar schoot vallen. “Kom op, Steffie. Het is prachtig weer. Ga lekker naar buiten,” zei Janine, die zelf drukdoende was met de binnengekomen post. “Neuj, geen zin in.” “Nou, ga dan maar even een boodschapje voor mij doen.” “Neuj, geen zin in.” “Soucy uitlaten?” “Neuj, geen zin in.” “Waar heb je dan wèl zin in?” vroeg Janine. Haar geduld begon een beetje op te raken. Ze kon normaalgesproken veel hebben, maar een verveelde puber die nergens zin in had, was haar op dit moment even te veel. “Jou plagen!” riep Steffie ineens uit. Ze sprong op van de bank en vloog haar moeder om de hals. Ze voelde haarfijn aan, dat haar moeder haar best probeerde te doen om vrolijk te zijn tegen haar en de rest van de familie, maar dat ze tegelijkertijd erg gespannen was onder de situatie met Karlijn, en dus probeerde ze nu haar moeder een beetje op te vrolijken met een dom geintje en een dikke knuffel, die ze zelf stiekem ook heel goed kon gebruiken op het moment. “Ach jij, gekke meid!” zei Janine nu, terwijl ze Steffie in haar armen hield. “Ho, ho, ho, alle post valt op de grond!” Janine probeerde te redden wat er te redden viel, maar het merendeel van de post gleed van haar schoot af en verspreidde zich over de vloer. Terwijl Steffie en zij het weer bijeen aan het rapen waren vroeg ze: “Zullen we anders sámen even naar de winkel? Ik ben er nog niet veel uit geweest vandaag.” “Ja, is goed. Want ik ben wel ècht verveeld.” “Ja, dat weet ik, dat je echt vervelend bent.” “Hé, nee, dàt zei ik niet,” zei Steffie verontwaardigd en ze ging met haar handen in haar zij voor Janine staan. “Nou, ja of nee? Ga je mee of blijf je je hier thuis alleen vervelen?” vroeg Janine, terwijl ze Steffie plagend een stootje tegen haar buik aan gaf. “Nee, ik ga mee. Nog wel even m`n schoenen aandoen.” “Ja, hé, dametje… ik ben ook nog niet klaar, hoor. Even rustig aan.” “Oké, maar schiet je wel op?” Janine gaf haar dochter eens een veelbetekenende blik, die door Steffie beantwoord werd met een allerliefst glimlachje. “Ja, ja, dame… zet jij anders alvast de fietsen maar startklaar.” “Ah, ja, goed idee, mams.” En weg was Steffie. “Ja, ja, goed idee, mams,” zei Janine zacht tegen zichzelf, terwijl ze het stapeltje post oppakte en het op de voortafel legde. “Voor vanavond.” |
|||||
|