| |||||
Gilraen zucht. Het was een lange dag geweest. Ze heeft een bezoekje gebracht aan het weeshuis, de regering en aan de Wolkelf Findécano. Findécano had haar het vreemde verhaal verteld over de twee weeskinderen Haelle en Luthién. Haelle zou de Regel hebben gebroken en Luthién is vervolgens naar Findécano gegaan om raad. Die kreeg vreemde visioenen en had Luthién naar de aarde gestuurd met de boodschap dat haar zusje nog te redden was. Maar niemand wist hoe. Gilraen had echter diezelfde nacht, zo bleek toen ze om een datum vroeg aan Findécano, ook een visioen te hebben gehad maar de boodschap was erg vreemd geweest, en het was een droom, dus had ze het laten rusten maar ze weet nu dat ze dat nu niet meer kan. Ook zij zal naar Haelle op zoek moeten gaan om haar de oplossing te vertellen en de taak die voor haar en Luthién ligt uit te leggen. Maar dat zal niet makkelijk worden. Ze is geoefend in het praten voor een groot publiek en heeft een groot charisma, dat weet ze allemaal, maar dit publiek zal waarschijlijk niet naar haar willen luisteren en zal hoogstwaarschijnlijk een hekel aan haar hebben. Dat heeft ze nog nooit geprobeerd of gedaan. Zuchtend staat ze op van haar bed en loopt naar de hoek van haar kamer. Langzaam begint ze de benodigde spullen in de koffer te doen. Kleren, douchespullen, een paar boeken en nog wat dingen die ze nodig zou kunnen hebben straks. Maar wat zal ze straks tegen hun moeten zeggen? Zullen ze haar überhaupt geloven? Ze staat nou eenmaal niet zo goed bekent onder de luchtelfen. Ze weet van Luthién dat zij haar kent en een ongelooflijke aversie tegen haar, Gilraen, heeft. Maar de grote vraag wordt en blijft dan: zal het ongeloof van één van de zusjes hun het leven kosten? |
|||||
|