| |||||
“Familie Vanderlinden.” Dokter Kloosterziel riep Bertrand, Janine en Karlijn binnen. En terwijl ze ze allemaal een hand gaf, zei ze: “Goedemorgen, neem plaats.” “Zo, nou, we zijn hier vanmorgen bij elkaar gekomen om de uitslagen van de beide onderzoeken door te spreken en aan de hand daarvan een voorlopig plan van aanpak te bespreken,” zei Channah, terwijl ze ook zelf plaatsnam, zij het aan de andere kant van het bureau. “Eens kijken…” Dokter Kloosterziel klikte een paar keer met de muis, zodat de testuitslagen voor haar op het beeldscherm tevoorschijn kwamen. “Eerst maar eens vragen hoe het met je gaat, Karlijn,” zei Channah, en ze keek weg van het beeldscherm naar Karlijn. “Oh, gaat wel hoor,” zei Karlijn en ze deed een poging het nonchalant te laten klinken. Ze was erg nerveus geweest, maar dat probeerde ze koste wat kost te verbergen. Al lukte haar dat daarom des te slechter. “Aha, en wat houdt dat “gaat wel hoor” dan precies in?” vroeg Channah door. “Nou eh, af en toe een baaldagje, enne ik krijg een dikke kop van die Prednison… en euhm… ik ben wat vaker en sneller moe, en ik kan niet alles wat ik zou willen, maar verder goed hoor! Ik ben ook al weer twee dagen naar school geweest, en dat ging ook goed.” “Al is ze wel doodop als ze thuis is,” vulde Bertrand, met knipoog richting Karlijn, aan. “Pa-hap,” zei Karlijn zachtjes en ze gaf haar vader een boze blik. “Verbergen en net doen alsof er niks is helpt hier niet, hè Karlijn. Juist hier en nu is het tijd om open en eerlijk te zijn. We zijn hier om je te helpen,” verduidelijkte Bertrand nogmaals hetgeen hij thuis ook al met zijn jongste doorgesproken had. “Hmhm, weet ik, maar…” “Ja, het is moeilijk hè, om die dingen toe te geven,” zei dokter Kloosterziel meelevend. “Vooral voor zo`n jonge meid.” “Ja, vind er niks aan,” zei Karlijn een beetje mokkend. “Ik wou dat ik het weg kon toveren of zo, maar dat gaat niet.” “Nee, helaas niet. En de bijwerkingen van de Prednison zijn ook niet fijn. Nooit, maar vooral niet op jouw leeftijd. Ook daar kan ik jammer genoeg niks aan doen. Je zult ze moeten blijven slikken, ook gezien de uitkomsten van de onderzoeken.” “Wat is daar uitgekomen dan?” vroeg Karlijn benieuwd naar de uitslag, en blij dat ze het gesprek zodoende een iets andere wending kon geven. Zo hoefde ze niet ècht over zichzelf te praten, maar kon er weer óver haar gepraat worden in plaats van mèt haar en over haar gevoelens en groter wordende beperkingen. “Prima, gaan we eerst naar de uitslagen, dan kan ik straks het lichamelijk onderzoek nog wel even doen.” Channah knipoogde naar Karlijn, die dat beantwoordde met een klein, nerveus glimlachje. “Goed, allereerst de MRI-scan… Ik zal je uitleggen hoe dat werkt, want ik weet dat je de dingen erachter interessant vindt. Hier hebben we een uitdraai van het beeld dat de scan gemaakt heeft van jouw rechter onderbeen.” Dokter Kloosterziel draaide het computerscherm naar Karlijn toe, terwijl ze Bertrand en Janine, die beiden een goedkeurend knikje weggaven, aankeek. “De computer ontvangt de verschillende energiesterktes die uitgezonden en weer opgevangen worden en maakt beelden waarin de compacte, dus de dichte gedeelten wit zijn en de minder compacte, minder dichte weefseldelen zwart. Met behulp van MRI kunnen dus organen, pezen, gewrichten enzovoorts worden weergegeven. De MRI-techniek is dus mogelijk, omdat zich in ons lichaam zo'n enorm aantal waterstofatomen bevinden. Ennûh weefsels waarin geen water aanwezig is, geven op de MRI-scan een zwarte vlek.” Karlijn knikte eens, ze had goed opgelet toen Mats, de röntgenlaborant, haar dingen uitgelegd had voorafgaande aan het onderzoek. Een deel ervan kon ze zo nog letterlijk ophoesten. “De uitkomst van de scan is redelijk vreemd. Ik heb zoiets nog nooit aan de hand gehad, en ik heb de resultaten ook al aan professor dr. Reinholtd voorgelegd. Graag zouden we het onderzoek nog een keer uitvoeren, omdat de uitslag zo vreemd is. We zijn bang dat de tweede keer net zo uitvalt, al hebben we dan wel sterker, harder bewijs.” “En wat is er dan precies zo raar aan de uitslag?” vroeg Bertrand. “Nou kijk, als u hier eens kijkt…” Channah wees naar een zwarte streep op het beeldscherm, die omringd werd door twee grijze strepen, aan weerszijden één. “Deze streep hoort niet volledig zwart te zijn. Dit duidt op, in feite, dood weefsel. Weefsel waar dus zogezegd geen water in aanwezig is. Niet slechts één onderdeel van de scan is zo, ik heb nu het gedeelte rechter onderbeen hier op het scherm, maar àlle gescande lichaamsdelen zien er zo uit. Dus ook als ik bijvoorbeeld een torso-beeld pak, ziet het er hetzelfde uit.” “Oh,” wist Bertrand nog uit te brengen, toen dokter Kloosterziel met een paar klikken een ander beeld, dat vrij veel op het vorige beeld leek, tevoorschijn haalde. “Maar wat houdt dat dan precies in?” vroeg Janine nu. “Ja, dat vind ik lastig om te beantwoorden op dit punt in de tijd. We hebben het apparaat al laten nakijken, omdat we dachten dat het wellicht een fout in de programmering van de scan kon zijn. Aangezien we net nieuwe software aangeschaft hadden, maar daar bleek niks mee aan de hand te zijn. Eén van mijn collega`s heeft zichzelf als proefpersoon aangewezen, en daar kwam een normaal resultaat uit. Dus aan het apparaat ligt het niet…” Channah wierp eens een blik op Karlijn, die stil, maar gebiologeerd naar het beeldscherm zat te kijken. “In combinatie met het andere onderzoek, zouden we daaruit een conclusie kunnen trekken, al zal die niet waterdicht zijn, aangezien we dit nog nooit eerder meegemaakt hebben…” “En dat andere onderzoek?” vroeg Karlijn, en ze wreef eens over haar onderbeen. Ze wilde wel eens weten wat er uit het onderzoek dat haar zoveel pijn en last veroorzaakt had gekomen was. Als daar iets uit te halen was, dan was het in ieder geval niet voor niets geweest. “Eh ja, het spierbiopt. Je mag straks even met me meelopen. Ik heb een leuke verrassing voor je.” “Ôh leuk!” was de enthousiaste reactie van Karlijn. “Hoe is het verder gegaan trouwens na het biopt? Ik begreep dat er wat problemen waren?” “Ja, de wond wilde niet mooi genezen. Maar dat is inmiddels met behulp van de huisarts al weer opgelost. Dokter van den Akker heeft een zalfje met antibiotica en corticosteroïden voorgeschreven en dat heeft zijn werk goed gedaan. Het ziet er al veel mooier uit.” “Mooi, dan zal ik daar straks ook nog even naar kijken.” Channah knikte eens vriendelijk naar Karlijn. “Ik heb geen gevoel meer op het stukje been in de buurt van de snee,” zei Karlijn direct daarop plastisch. “Hm, jammer, al was dat wel enigszins te verwachten. Het niet raken van de zenuwen is heel erg lastig bij zo`n ingreep. Het kan zijn dat dat stukje been ook altijd doof zal blijven, dat je er geen of een beetje een raar of doof gevoel in blijft houden. Het kàn ook zo zijn, dat de zenuwuiteinden elkaar weer weten te vinden, en dat je wèl weer een beetje gevoel terug krijgt…” “Hm ja, maakt ook niet uit hoor. Als er maar wat uitgekomen is,” zei Karlijn nuchter. “De uitslag van het spierbiopt…” Dokter Kloosterziel haalde de resultaten van het onderzoek naar voren. |
|||||
|