| |||||
Uiteindelijk hadden de drie vrienden de ouders van Karlijn ook zover dat ze het goed vonden dat Karlijn in een rolstoel `meeliep` met de avondvierdaagse. Natuurlijk wel onder voorwaarde dat ze zich warm aan zou kleden en ze haar mobieltje goed op zou laden en niet zou vergeten. Janine had zowaar een echt overlevingspakketje samengesteld met eten en drinken voor de kinderen. Bertrand had ervoor gezorgd dat er een opbergnetje aan de rolstoel bevestigd werd, waarin de pakketjes meegenomen konden worden, en de kinderen er zo onderweg gebruik van konden maken. “Oké daar gaan we!!” riepen Bjorn, Nina en Adriaan in koor, “Links, rechts, links, rechts.” Ze hadden nog even gesteggeld over wie nou de eerste paar kilometer de rolstoel mocht of wilde duwen. En aangezien de beide jongens allebei wilden duwen had Nina in al haar vrouwelijke wijsheid, zoals ze het zelf genoemd had, besloten zèlf de eerste paar kilometer Karlijn maar te duwen. De ouders van Bjorn en Adriaan hadden een plekje naast Bertrand en Janine gevonden. Grote afwezigen waren de ouders van Nina, die moesten werken had Nina met een beteuterd gezichtje tegen Janine gezegd. Janine had haar hoofd en geschud en tegen Bertrand gezegd, dat zij dan ook maar moesten juichen voor Nina. Bertrand had daar vanzelfsprekend mee ingestemd, anders vond ook hij het maar zielig voor het meisje. Buiten Karlijns vriendenclub liep Steffie ook mee, samen met haar beste vrienden Koen, Alinne en Nylya, een paar gezellige klasgenoten èn een voor Karlijn onbekende jongen… Karlijn had, voordat ze van huis vertrokken, nadrukkelijk van Bertrand en Janine te horen gekregen dat ze Steffie niet lastig mocht vallen met vragen over deze jongen en dat ze de jongen zelf ook met rust moest laten. Dat had Karlijn niet heel erg slim gevonden van haar ouders. Die kenden haar toch en wisten dat het verbieden van zulke dingen altijd een averechts effect op haar had. Daardoor was ze alleen nog maar nieuwsgieriger geworden. Maar omdat ze aan de gezichten van haar ouders af had kunnen lezen dat het ze ernst was, had ze wijselijk besloten zich in te houden. Ze zou afwachten tot ze vanzelf de antwoorden op haar vragen in haar schoot geworpen kreeg, al koste het haar het puntje van haar tong. “Ha, gaat goed zo!” zei Karlijn enthousiast. En ook Soucy liep kwispelend van enthousiasme naast haar. “Ja, was een goeie ingeving van mijn ma, hè?” reageerde Nina. “Ja, echt. Hadden we zelf nooit aan gedacht, hè?” antwoordde Karlijn. “Lukt het een beetje? Niet te moeilijk zo, dat duwen?” “Nee joh. Als het rolt, rolt het. Geen probleem. Bovendien zo groot en zwaar ben je nou ook weer niet, hè,” zei Nina vrolijk. “Als ik het niet meer kan, dan draag ik je wel over aan één van de jongens.” “Hmhm, mànnen,” grapte Bjorn en hij keek serieus naar Karlijn, die haar lach niet in kon houden. “Nou, waarom lach je nou?” “Haha, ja dat weet ik zelf eigenlijk ook niet,” giebelde Karlijn. “Ik weet niet waar ik het hardst om moet lachen. Om jouw opmerking of om je gezicht.” “Nou ja!” zei Bjorn gemaakt verontwaardigd terwijl hij Karlijns hand vastpakte en hem heen en weer bewoog alsof ze liep. “Toch gezellig dat je zo mee kunt, hè?” “Ja, zeker!” glimlachte Karlijn nog na. “Waar zijn Adriaan en Steffie en zo eigenlijk?” “Ha, die heb ik vet vèr achter ons gelaten,” zei Nina. “Stelletje slomen.” “Euhm…, niet om het één of ander,” begon Bjorn. “Maareh… volgens mij lopen ze vet ver vóór ons.” “Oh, haha. Herstel, Karlijn. Die lopen vóór ons,” lachte Nina. “Hoe is het met je pootje zo? Wil het een beetje?” “Ja hoor, geen probleem. Dank je. Ligt lekker zo. Was slim van papa om een klein kussentje mee te nemen en er onder te leggen.” Karlijn waardeerde de vraag van Nina en de actie van haar vader. Nadat alle bekende wandelliedjes de revue gepasseerd hadden, vond Bjorn het tijd voor een pauze: “Even uitrusten, hoor!” En hij plofte in de berm neer. “Je kunt beter gewoon doorlopen, zover is het niet hoor! Dacht dat jij wel een betere conditie zou hebben na al die gymlessen van Verhoeven,” probeerde Nina hem weer in de benen te krijgen. “Weet je, als jij nou eens de rolstoel overneemt, dan heb je daar ook nog een beetje steun aan. Kun je mooi op leunen. Idee?” “Ja, goed,” zei Bjorn, terwijl hij zich weer in de benen hees en gekscherend vervolgde hij met: “Gaan we weer! Eens kijken wie we allemaal omver kunnen rijden met deze bolide. Hopelijk krijgen we niet al te veel vermoeide lifters.” “Haha. Grapjas!” Karlijn legde haar hoofd in haar nek, zodat ze omhoog kon kijken naar Bjorn achter zich. Ze keek in het glimlachende gezicht van de jonge jongen en ze kon niet anders dan die glimlach beantwoorden. “Hé, volgens mij halen we de rest weer in!” zei Nina opgewekt. “Dàt zou mooi zijn!” “Hoi!” zei Adriaan toen hij zich weer bij de drie vrienden voegde. ”Hoe istie bij jullie?” “Goed, goed,” zei Bjorn. “We waren jullie net even kwijt.” “Hihi, ja. Karlijn liep niet door,” giebelde Nina. “Hûh-hûm…,” keek Bjorn Nina aan met een belerend gezicht. “Hihi, niet zo serieus, Bjorn. Was maar een geintje!” Nina klemde vriendschappelijk haar arm om die van Bjorn heen, trok een lief gezichtje en legde haar hoofd op zijn schouder, terwijl ze een pruillipje trok. “Ja, maar da`s toch niet lief om te zeggen?” vond Bjorn, die abrupt stil bleef staan en op een fluistertoon vervolgde met: “Dat moet je niet doen, Karlijn is een lief meisje en die kan er niks aan doen, dat… nou ja, je weet wel.” “Oh, oké, sorry hoor. Nou, kom op ouwe brombeer!” Nina trok Bjorn weer mee, maar ze vroeg zich stilletjes af wat er met hem aan de hand was. Waarna ze zelf in gedachten haar vraag beantwoordde met `Ja, weet ik veel…` en `Misschien was het ook wel niet zo grappig als ik het bedoelde. Never mind.` “Héjûh, die Rens is best een aardige gozer, wist je dat?” vroeg Adriaan, terwijl hij nog een beetje aan het bijkomen was van het feit dat Nina zojuist aan Bjorns arm gehangen had en ze haar hoofd tegen hem aangedrukt had. Bjorn had er helemaal niet gek van opgekeken, dat een meisje hem zomaar vastpakte! Hij was, op een korte stop na, gewoon vrolijk verder gelopen met Nina dicht tegen zich aan en hangend aan zijn arm. Maar Adriaan had z`n ogen uitgekeken en zich verbaasd over de totale niet-reactie van Bjorn op dat gebeuren. Nou ja, Nina en Bjorn waren vrienden, dus waarschijnlijk bedoelde ze er verder helemaal niks mee en was het normaal. Maar goed, vriendschap of niet, Adriaan kon er niet bij... Hij zou wel willen dat…, maar… nee, dat zat er voor hem niet in…. Bjorn zal wel beter in de markt liggen wat dat betreft… Hij dacht er over na hoe hij dat zou vinden als het hem echt zou gebeuren, dat er zomaar een meisje aan zijn arm hing, die ook nog eens haar hoofd tegen hem aan zou drukken. Dat was dan toch wel een teken van genegenheid? Of zouden alle meisjes zo “vrij” zijn? Nee, de meisjes die hij kende en waar hij mee omging deden dat niet, die bewaarden altijd wat meer afstand. Iets wat Adriaan waardeerde en respecteerde, maar toch… “Rens?” vroeg Karlijn verbaasd bij het horen van de haar onbekende naam. “Ja, Rens Julesmartin, de vriend van je zus,” antwoordde Adriaan, die zijn gedachtegang met een schouderophalen weer had laten varen. “Heb net even een tijdje naast hem gelopen. Goeie vent. Lijkt me wel aardig.” Karlijns ogen werden groot en het enige dat ze uit kon brengen, voordat ze haar beide handen voor haar mond sloeg, was: “Aaaah!” “Wat, wat, wàt?” zei Nina. Ze liet Bjorn gauw los en ging naast Karlijn lopen, boog zich voorover, zodat ze op gelijke hoogte met haar vriendin was en wachtte op de verklaring van de zojuist door Karlijn uitgestoten kreet. “Euhm, ja, strakjes. Nu niet,” zei Karlijn geheimzinnig. Karlijn klapte van spanning en vreugde zachtjes in haar handen, terwijl Nina, Bjorn en Adriaan met een bijna zichtbaar groot vraagteken op hun voorhoofd verder liepen. Ik weet het! Ik weet wat er is! Karlijn kon het niet uitstaan dat ze wist dat er iets aan de hand was, maar dat ze geen enkel idee had wàt precies. Daar had ze zo`n hekel aan en bovendien deed het haar nieuwsgierigheid geen goed. Ze vond Steffie de laatste tijd al wat geheimzinnig, en nú na dìt, en na het “gesprekje” vanmorgen met haar ouders… Er wàs iets en nu was ze er eindelijk achter gekomen ook! Rens, dat was de naam die ze moest onthouden. Als ze thuis waren zou ze Steffie eens flink gaan ondervragen. “Owké dan,” zei Nina, die nu op haar beurt nog geen enkele reden had om nieuwsgierig te zijn, aangezien ze geen enkel idee had in welke richting ze moest zoeken. “Hé, Adriaan, weet jij eigenlijk hoe ver het nog is?” vroeg Bjorn. “Ja, we zijn nu net de acht kilometer gepasseerd, dus nog twee te gaan.” “Oh, als het goed is staan papa en mama dan over een kilometer te wachten!” zei Karlijn, die zich verheugde op de binnenkomst en de thuiskomst, enthousiast. “Hè, gelukkig, nog maar twee kilometer,” zuchtte Bjorn. “Euhm… zal ik het anders even overnemen?” vroeg Adriaan terwijl hij zo ongeïnteresseerd mogelijk probeerde te doen. “Vind ik helemaal niet erg, hoor.” “Goed, Karlijn?” wilde Bjorn weten. “Ja hoor, prima,” zei Karlijn. “Issue, Issue, kom eens hier jongen!” Adriaan riep de blonde labrador, die de mensen langs de kant van de weg uitgelaten begroette, bij hem. “Goed zo, braaf en nu hier blijven hè?” Hij keek eens naar de vrolijk kwispelende hond naast hem, die op zijn beurt nu wild begroet werd door Soucy, en pakte de handvatten van de rolstoel vast. “Nou, dan gaan we maar hè?” zei hij tegen Karlijn. “Ja, is goed. Ik loop niet weg hoor,” giebelde Karlijn. “Grappige naam heeft je hond trouwens.” “Ja, hè. Vond ik ook!” zei Adriaan. “Weet je wat ik vanochtend heel erg vreemd vond, toen ik Issue aan het uitlaten was?” “Hm, vertel.” “Er stond bij het parkje bij ons op de hoek een man tegen of in de bosjes te roepen. Dat was zo raar, want hij riep steeds `neus`. Héél vreemd. Echt, het leek zó raar.” “Hihi.” “Toen ik doorliep kwam ik erachter, dat `Neus` de naam van zijn hond was. Haha.” “Haha, dat is grappig!” Adriaan schudde de leuke verhalen uit zijn mouw nu hij eenmaal een goed en dankbaar publiek gevonden had in Karlijn, en al lachend en pratend legden ze de laatste paar kilometers af. |
|||||
|