| |||||
“De magneten in de MRI-scanner worden gekoeld met vloeibaar helium en kunnen daardoor een magnetisch veld ontwikkelen dat 60.000 maal sterker is dan dat van de aarde. Wist je dat?” vroeg Karlijn aan Nina. “Gaaf hè?” “Ja, echt wel,” vond Nina. “Enne wanneer krijg je nou de uitslag?” “Anderhalve week of zo?” Het korte antwoord van Karlijn, die een beetje het besef van tijd kwijtgeraakt was deze week, klonk enigszins vragend. “Duurt dat echt nog zo lang jôh?” verbaasde zich Nina. “Ja, komt denk ik door dat biopt, want die scan zal toch zo lang niet duren, dat wordt meteen doorgestuurd naar computer en dat kunnen ze volgens mij zo aflezen,” zei Karlijn. “Maar ja,… ik weet het ook niet zeker hoor, denk het maar zo.” “Hmhm, snap ik. Maar wachten is altijd zo vervelend,” antwoordde Nina. “Wanneer kom je weer naar school na de vakantie?” “Weet niet, dit had ik in ieder geval niet verwacht toen ik gisteren die hechtingen eruit ging laten halen. Ik moest voorzichtig aan doen, vooral ook omdat de dokter vond dat de wond er niet zo mooi uitzag. Maja, dat heb ik eigenlijk aldoor wel gedaan... Papa en mama vinden het nu eerst niet verstandig. Van hen moet ik me gedeisd houden. Maar donderdag moet lukken. Dan is het toch alweer bijna een week geleden? En ik hoef niet mee te doen met gym en misschien mogen we wel weer boven blijven in de pauzes…” “Hmhm, ja wie weet... Vind het wel leuker met jou op school, hoor. Zonder is ook maar zo saai, weet je,” bekende Nina, die inmiddels uit ervaring sprak en nooit zo sterk was in het uiten van haar diepste emoties. “Ik mis jullie dan ook, hoor. Het is best saai zo thuis. Ja oké, mama is er dan wel veel, maar er is niks op tv en ik heb ook niet aldoor zin in schoolboeken doornemen en zo, zeker niet in de vakantie. Zo`n nerd ben ik dan ook nog net weer niet. Anders heb ik toch ook geen vakantie, ondanks dat ik nu niet veel kan ondernemen. `k Ga gewoon wel graag weer naar school, dat wel. Hé, misschien kan ik papa of mama wel vragen of ze weer langs jou rijden als ze mij met de auto naar school brengen?” “Ja, da`s een goed idee! Enne, ik kom wel langs hoor na schooltijd. Moet toch m`n verhalen kwijt hè en jij moet op de hoogte blijven van het wel en vooral het wee van ons op school,” vond Nina en meteen daarna vond ze het tijd het gesprek over een heel andere boeg te gooien: “Zullen we nu anders even een spelletje doen of zo?” “Ja, is goed,” voorzichtig stond Karlijn op, zodat er niet te veel spanning op de wond aan haar rechterbeen kwam en liep ze naar de achterkamer om daar bij de achtertafel plaats te nemen. Nina volgde haar, ging niet zitten, maar dook de kast in om een spelletje uit te zoeken. “Deze?” vroeg ze terwijl ze een grote doos met haar beide handen omhoog hield. “Ja, joh, is goed, maak mij echt niet uit,” antwoordde Karlijn en ze riep: “Stef? Steffie? Doe je ook mee?” “Nee, kan niet, ga zo even weg. Maar toch bedankt!” Het antwoord van Steffie klonk gedempt, omdat het van boven van de zolder af kwam. “Owké!” Karlijn keek bedenkelijk. “Wat is er?” vroeg Nina terwijl ze de doos op tafel zette en het spel er uit haalde. “Oh gewoon. Steffie is vandaag zo geheimzinnig. Ik weet het niet…” “Ach laat toch! Soms heb je gewoon even tijd voor jezelf nodig. Heb jij toch ook wel eens? Wil vast niks zeggen. Gaat wel weer over.” Nina, die een wijs gezicht trok, steunde met haar handen op tafel en zat op haar knieën op de stoel. “Jij nog iets te drinken?” “Ja, doe maar.” Karlijn keek eens naar de tussendeur richting de voordeur. Ze hoorde de trap zachtjes kraken en even later hoorde ze de voordeur voorzichtig in het slot vallen. “Nien… je zult wel gelijk hebben,” zei Karlijn toen Nina met twee glazen drinken aan kwam lopen. “Joh, maak je nou maar niet druk om Steffie, die redt zich wel… tenzij je gewoon hartstikke nieuwsgierig bent en niet uit kunt staan dat je niet weet wat haar bezighoudt… hmmm?” Nina lachte en kneep Karlijn behoedzaam in haar bovenarm. “Hmmm? Haha, kom op!” “Ja, I guess you`re right.” Karlijn gaf haar vriendin een betrapte glimlach en zei: “Laten we maar eens beginnen, anders kan ik nooit van je winnen.” “Oké, ik ben blauw!” “Dan ben ik geel! Degene die het hoogste gooit mag beginnen.” |
|||||
|