| |||||
“Zo, dan mag je met mij meelopen,” zei de vriendelijke röntgenlaborant, die volgens zijn naamkaartje Mats de Graauw heette. “U mag hier even wachten, mevrouw. Als u koffie wilt of iets anders te drinken…, daar om de hoek staat een apparaat. Gaat u gerust uw gang.” “Dank u wel,” reageerde Janine beleefd. “Dan gaan we,” zei Mats in de richting van Karlijn. “Oké,” antwoordde Karlijn. Het klonk stukken enthousiaster dan bij het vorige onderzoek. Van dit bezoekje aan het ziekenhuis had ze weinig te vrezen en dus was ze opgewekter en onbezorgder dan de vorige keer. Janine was alleen meegegaan deze keer. Bertrand kon zijn vrije dagen en snipperdagen nog goed gebruiken de komende tijd, dus die was gewoon aan het werk gegaan die ochtend. “Heb je al je sierraden afgedaan?” vroeg Mats. “Ja,” was het korte maar krachtige antwoord van Karlijn. Zoveel sierraden had ze niet en wat ze had, had ze thuis gelaten. Het viel Mats tijdens de korte wandeling naar de scanruimte op dat Karlijn nog een beetje trok met haar been. “Nog last van de vorige ingreep?” informeerde Mats. “Hm, mja, beetje,” antwoordde Karlijn. “De laatste paar dagen is de snee pijnlijker geworden. Maar ik moet morgen toch terug om de hechtingen eruit te laten halen. En ik heb wèl alles braaf gedaan wat ik moest doen, hoor.” Karlijn vond het nodig zichzelf nog even te verdedigen. “Oké, goed dan. Als het langer geduurd had dat je op controle moest komen, had ik je aangeraden even eerder contact op te nemen met de arts,” zei Mats. en omdat hij het geheel niet zwaarder wilde maken dan het waarschijnlijk al was voor het jonge meisje ging hij over op een ander onderwerp en adviseerde hij Karlijn: “Trouwens als ik jou was, zou ik mijn mooie, lange haren maar even op een staart doen.” “Hoezo?” wilde Karlijn nieuwsgierig weten. “Nou, als je op het bed ligt en je haren gaan over de rand van het bed en die wordt door `de koker` heen geschoven, dan kunnen ze misschien nog wel eens vast komen te zitten… en dat lijkt me niet zo prettig.” “Aha.” “Ja, mijn vriendin Emma heeft ook zulk mooi haar als jij en als ik thuis zou komen en ik zou vertellen dat we vandaag iemand hadden die met haar haar tussen het apparaat heeft gezeten… nou dannûh…” Mats glimlachte en Karlijn glimlachte terug, terwijl ze haar haar samenbond tot staart. “Zo… daar zijn we. Mag jij gaan liggen, dan zal ik je uitleggen hoe het werkt, oké?” Mats wees naar een soort bed dat in het midden van een cilindervormig apparaat stond. “Wil je de simpele, korte versie of de langere, moeilijke versie?” “Doe maar de euhm… langere, moeilijke versie,” zei Karlijn vastbesloten. Ze hield wel van ingewikkelde verhalen, dan had ze straks tenminste tijdens het onderzoek ook nog iets om over na te denken. “Goed… daar gaan we… Ennûh… je hebt er zèlf om gevraagd hè,” plaagde Mats Karlijn. “Deze tafel waar je op ligt kan bewegen en wordt straks het apparaat ingeschoven. In het apparaat zitten magnetische spoelen, die een radiogolf naar de te onderzoeken plek sturen. Hierdoor ontstaat een magnetisch veld in het midden van de buis. Daarom mag je ook geen metaal aan je hebben, want je weet wat magneten doen, hè?” Karlijn knikte eens. “Heb je al natuur- of scheikunde? En hebben jullie het al over atomen gehad?” Wederom knikte Karlijn bevestigend. “Nou, in het lichaam bevinden zich miljarden waterstofatomen, die om hun natuurlijke as draaien. Wanneer die met de elektromagnetische stroom in aanraking komen, richten ze zich op die stroom. Een beetje zoals een kompas. Die heb je vast wel eens gezien, en ook wel hoe die naald draait als je het kompas in een bepaalde richting beweegt. Nou, wanneer de magnetische straling stopgezet wordt, gaan de waterstofatomen weer terug naar hun oorspronkelijke toestand.” Mats slikte eens en haalde adem voordat hij verder ging: “En tijdens dat proces, geven ze energie af en functioneren ze als hele kleine radiozenders. En het mooie is, dat verschillende weefsels ook energie van verschillende impulssterkte afgeven, en die verschillen worden door de computer herkend. Het energieverschil wordt bepaald door de hoeveelheid tijd die de atomen nodig hebben om terug te keren naar hun oorspronkelijke draaibeweging. Bij stevig, compact weefsel duurt dit langer dan bij zacht weefsel.” “Hmhm.” Karlijn knikte wijs, alsof ze er verstand van had. Mats glimlachte om het lieve, open, eerlijke, onschuldige gezichtje van het tienermeisje en maakte zijn verhaal af: “De computer ontvangt de verschillende energiesterktes en maakt beelden waarin de compacte, dus de dichte gedeelten wit zijn en de minder compacte, minder dichte weefseldelen zwart. Met behulp van MRI kunnen dus organen, pezen, gewrichten enzovoorts worden weergegeven. De MRI-techniek is dus mogelijk, omdat zich in ons lichaam zo'n enorm aantal waterstofatomen bevinden. Ennûh weefsels waarin geen water aanwezig is, geven op de MRI-scan een zwarte vlek.” Mats klapte eens in zijn handen alsof hij er vuil vanaf wilde kloppen en zei: “Zo, dat was het langere, moeilijke verhaal. Heb ik het een beetje goed verteld?” “Ja, hoor, was hartstikke duidelijk,” vond Karlijn. “Goed, mooi zo.” Mats glimlachte: “Dan zal ik je nu nog even vertellen hoe je dalijk met mij kunt praten als er iets is en dan gaan we beginnen.” “Oké.” “Zo, dat was `m. Dan mag je nu weer lekker naar huis… of moet je nog naar school?” Mats fluisterde het laatste gedeelte van zijn vraag, terwijl hij er een gemaakt vies gezicht bij trok. “Nee, ik hoef niet naar school. Het is vakantie! En anders had ik nu vandaag nog twee lesuurtjes gehad en dan had ik in ieder geval vast niet voor die twee lesuurtjes naar school gemoeten,” antwoordde Karlijn open. “Nou, bof jij even dan!” “Ja, hè!” glunderde Karlijn. “Alstublieft, mevrouw, uw dochter. En ik kan zeggen dat ze weer heel wat wijzer geworden is vandaag. Of niet Karlijn?” “Jaha, maar dat vertel ik straks wel.” Karlijn keek naar haar moeder, die een goedkeurend knikje weggaf. “Ja, dat is goed. U heeft al een afspraak bij dokter Kloosterziel voor het ophalen van de uitslagen van de onderzoeken, begreep ik?” controleerde Mats nog voor de zekerheid. “Ja, klopt. Over anderhalve week, de afspraak staat al ingepland inderdaad.” “Prima. Wens ik u een goede thuisreis en wellicht tot ziens.” “Dank u wel voor de goede zorgen en tot ziens!” “Daag!” zei Karlijn, die blij was dat Mats zo vriendelijk tegen haar geweest was. Ze pakte haar moeders hand en liep al kletsend vrolijk naast haar richting de liften. |
|||||
|