| |||||
“Tuuter dan even, mam,” zei Karlijn tegen haar moeder toen ze in de straat waar Nina woonde voor de deur van haar huis stonden “anders weet ze toch niet dat wij er zijn?” “Ja, en de rest van de mensen hier in de straat dan?” vroeg Janine. “Die moeten toch ook vroeg op? Het is een gewone doordeweekse dag, hoor,” redeneerde Karlijn. “Nou, laat dat vriendinnetje van jou maar op de uitkijk staan. Ze weet dat we haar op komen halen,” vond Janine. Een paar seconden daarna ging de voordeur open en verscheen een lachende Nina. Karlijn kon het niet laten, opende het autoraampje en schreeuwde “Taxi voor mevrouw Van Stratum!” “Hé, stil toch!” zei Janine “Niet zo schreeuwen!” Karlijn gaf een lief glimlachje weg en in het achteruitkijkspiegeltje kon ze zien dat dat hielp, want om haar moeders ogen verschenen lachrimpeltjes. “Je bent lief mama,” zei Karlijn toen zachtjes. “Jij ook mama`s meisje,” antwoordde Janine en terwijl ze achterom keek zei ze glimlachend “Maar je bent ook een dikke boef soms.” “Hihi,” giebelde Karlijn en ze deed een poging de deur aan de linkerkant open te doen voor Nina. Iets wat niet geheel lukte, want ze hing zichzelf op aan haar gordel. “Hey!” zei Nina goedgemutst tegen Karlijn en tegen Janine zei ze “Goedemorgen mevrouw Vanderlinden. Fijn dat u mij ook op wilt halen.” “Goedemorgen Nina. Ach kind, dat is toch geen moeite,” antwoordde Janine “Gordel om?” “Jep,” zei Nina en ze klikte haar gordel vast. Even later fluisterde ze tegen Karlijn “Goed man, dat je vandaag naar school mag!” “Ja, hè,” vond Karlijn met een stralende glimlach “`k Had ook echt geen zin meer om thuis te zitten.” “Hé, daar gaan Esmée, Mekhisha, Maliyah en Calissa!” riep Nina enthousiast bij het zien van hun klasgenootjes en ze zwaaide blij naar de vier meiden op de fiets. Niet veel later riep ze “Haha, kijk dan, die meneer komt bijna niet vooruit! Nog even en hij valt van z`n fiets af. Ôh, en die, die heeft een rare rok aan.” “Hmhm,” was het enige dat Karlijn zo snel kon reageren, terwijl ze haar best deed elke vingerwijzing en kijkrichting van haar vriendin te volgen. En zo reed Janine de beide dames naar school, terwijl ze verschillende voorbijgangers becommentarieerden. Eenmaal bij school aangekomen werden ze opgewacht door Bjorn, die zich strategisch opgesteld had bij de ingang van de school aan de voorzijde van het hoofdgebouw. Hij had zich wel bij de conciërge moeten verantwoorden, want normaalgesproken mochten de leerlingen daar niet staan en deze ingang niet gebruiken. Die was speciaal voor docenten of, zoals in het geval van Karlijn, `zieke` of geblesseerde leerlingen die door hun ouders of een taxi bij school afgezet werden. “Dag dames! Oh, en Karlijn, vergeet Steffie niet hè!” groette Janine de beide meiden. “Ja, is goed en bedankt ma!” zei Karlijn. “Rustig aan hè!” gaf Janine Karlijn nog even een laatste goed bedoelde waarschuwing mee. “Dank u mevrouw Vanderlinden! Daag!” nam Nina afscheid van Karlijns moeder, die de beide vriendinnen vergezeld door Bjorn nog even nakeek totdat ze binnen waren en uit het zicht verdwenen. |
|||||
|