| |||||
De volgende ochtend toen Steffie zich in de toestand tussen slapen en waken bevond, rekte ze zich uit. Het was een rare nacht geweest, ze had veel liggen draaien en denken, en nu hield ze haar ogen nog even gesloten en vroeg zich af of een kater ook zo zou voelen. Ze voelde zich nog lang niet fit ondanks de genoten nachtrust. Hoe lang zou ze in totaal geslapen hebben? Weifelend draaide ze zich om, deed haar ogen open en keek met een slaperige blik haar kamer rond. Haar ogen bleven steken bij de kleren op de stoel in de rechter hoek van haar slaapkamer. Gisteravond had ze haar kleren voor vandaag daarop klaar gelegd. Het viel haar op dat een BH-bandje haar als een big smile aan lag te kijken. Zachtjes begon ze tegen het bandje te mopperen, “Hm, waarom zo vrolijk, daar is geen reden toe.”, ze reikte eens naast zich en pakte op de tast haar mobieltje, “Eens kijken of…”. Het felle licht dat van het schermpje afkwam deed nog zeer aan haar ogen, die nog moesten wennen aan licht. “Nee…, niks…, had ook eerlijk gezegd niet anders verwacht.”, sprak ze zachtjes met half dichtgeknepen ogen, “Maar wel gehoopt. Wees maar eerlijk…”, ze zuchtte eens. Hoe kon ze dit nu aanpakken? Morgen ging ze weer naar de manege… ze had nog een dag de tijd om er over na te denken… Uit alle macht probeerde ze de gedachten over boord te gooien, maar dat lukte haar niet en nadat ze even boos op zichzelf geweest was, dat haar gedachten maar door bleven malen en ondanks vele verzoeken dit niet te doen steeds weer terug kwamen bij dit onderwerp en deze jongen, gaf ze er uiteindelijk aan toe en dacht ze na over het gesprek dat ze gisteravond met haar moeder gehad had. Er schoot haar iets te binnen wat ze zelf tegen haar moeder gezegd had, en plotsklaps was ze klaarwakker: `Misschien zit er ook wel iets van tegenpoligs in onze karakters, zodat we toch bij elkaar passen.` Zo liet Steffie een zelfgemaakt lichtpuntje schijnen aan de door haar zelf verduisterde horizon. `Maar ja, dan moet ik hem wel eerst beter leren kennen om dat uit te vissen, en dat houdt in dat…` Het duurde echter niet lang of ze zonk weer weg in mineurstemming. Het verzonnen en zo gewenste lichtpuntje bleek niet hoopvol en realistisch genoeg om deze dag opgewekt tegemoet te treden. “Hè, waar ben ik toch mee bezig?”, zei Steffie zachtjes tegen zichzelf terwijl ze zich weer op haar rug draaide, haar armen onder haar hoofd legde en naar het plafond staarde, “Ja, mezelf gek maken, maar dat komt gewoon door de onzekerheid… als ik nou maar een beetje wìst…, als ik nou maar een beetje zekerheid had, dat… ja, dan hoefde ik niet steeds zo van het één op het ander te wiebelen en te twijfelen en…”, ze zuchtte eens, gooide haar dekbed van zich af, kwam langzaam omhoog en bleef nog een poosje doelloos voor zich uit zitten staren op de rand van haar bed. “Hm? Nee. Laat me maar even met rust. Ben een beetje in een pesthumeur.”, waarschuwde Steffie haar zusje, die met de beste bedoelingen en toch vrolijk, ondanks haar zere been, Steffie`s kamer binnen was komen wandelen die ochtend. “Oh, oké.”, reageerde Karlijn simpel, “Altijd prettig zo`n heads up. Als ik iets voor je kan doen, moet je het maar zeggen.” “Dank je, maar hier kun jij me niet bij helpen.”, redeneerde Steffie. Ze draaide zich om naar de deuropening, maar zag alleen nog een arm van Karlijn en een sluitende slaapkamerdeur. “Leuk hoor, de oudste zijn. Ik mag altijd als eerste alle ervaringen opdoen…” Boos keek ze eens in de spiegel voor zich. “Oh, bah, ook nog toets vandaag ook.” Dit werd een ge-wèl-di-ge dag, dat wist ze nu wel zeker. Chagrijnig kleedde ze zich aan, ging naar de badkamer en haastte zich daarna naar beneden om nog gauw een glas melk naar binnen te werken, haar boterham zou ze op de fiets wel opeten. Ze had geen zin gehad in een gezellig ontbijtje vanochtend met Karlijn en haar moeder, vandaag wilde ze snel en dus was ze langer dan nodig boven gebleven, zodat ze geen tijd meer had gehad voor een rustig ontbijt. “Steffie! Joehoe, Steffie!”, riep Janine haar oudste na, “Steffie, je vergeet je boterhammen!”, waarna ze zachter vervolgde met, “Nou die is ook helemaal in gedachten verzonken…”, om zich daarna tot Karlijn te wenden, die geduldig bij de achtertafel zat te wachten op de taxirit naar school, “Naja, kom op Karlijn, dan zal ik je eens naar school brengen.” Karlijn had het voor elkaar gekregen, dat ze voor de vakantie begon nog net één dag naar school mocht van haar ouders. Het had haar veel overredingskracht gekost, maar ze was klaarblijkelijk met goede argumenten voor een schoolbezoekje gekomen. “Jowké! Zet je me dan voor de deur af?”, vroeg Karlijn, “En halen we Nina op?” “Ja, service gaat van deur tot deur en we hebben met Nina afgesproken dat we haar zouden ophalen, dus dan doen we dat ook.”, lachte Janine om haar vrolijk energieke dochter, “Neem jij dan nog wel even de boterhammen van Steffie mee en zorg je dat ze die heeft voor tussen de middag?” “Ja, is goed. Ik stop ze wel in m`n rugtas.” Karlijn nam het pakketje van haar moeder aan. “Oké, jongedame, dan gaan we!”, Janine controleerde nog even of de achterdeur gesloten was, of ze haar huissleutels bij zich had, en in de loop weg pakte ze haar tasje van het dressoir af en liep achter Karlijn aan het huis uit, waarbij ze de voordeur voorzichtig sloot. |
|||||
|