| |||||
Een paar dagen later zat Steffie constant zenuwachtig op haar mobieltje te kijken. Het was ook Bertrand en Janine niet ontgaan dat ze de hele avond al verwachtingsvolle blikken naar het schermpje van haar mobiele metgezel wierp. Wat haar ouders niet wisten maar wel konden raden, was dat ze een jongen een sms`je gestuurd had en ze de hele dag al op een antwoord van hem wachtte. Nerveus had ze al gecontroleerd of de batterijen voldoende opgeladen waren, zodat ze een antwoordend sms`je of een oproep niet zou missen, maar tot nu toe had ze nog geen reactie gekregen en dat zat haar zichtbaar dwars. `s Avonds na het journaal, toen Bertrand opstond om zijn pijp boven de pedaalemmer in de keuken uit te kloppen en hem opnieuw van verse tabak te voorzien, keek ze weer eens op het schermpje… niets… Steffie zuchtte eens. “Nou, meisje, maar wat een zucht toch.”, zei Janine tegen haar dochter. “Ach ja,…”, zei Steffie schouderophalend met een zielige blik richting haar mobieltje. “Wat is er toch? Je zit de hele tijd al zo naar dat ding te staren. Om de zoveel minuten pak je hem er weer bij en kijkt verlangend naar het schermpje om vervolgens met een teleurgestelde blik je telefoontje weer weg te leggen.”, gaf Janine een beschrijving van hetgeen waar ze de hele avond al getuige van was, “Zo ken ik je niet. Anders ben je nooit zo in de weer met dat ding.”, Janine knikte eens naar het mobieltje dat op Steffies hand in haar schoot rustte. “Hm.”, zei Steffie, “Ik verwacht eigenlijk een berichtje van iemand terug, maar ik krijg maar niks.” “Oh, dat is vervelend.”, erkende Janine de gevoelens van haar dochter, “Belangrijk?” “Nou, nee, niet echt.”, zei Steffie, “Maar het zou wel fijn zijn als hij me een berichtje zou sturen.” “Dat je weet dat hij hem gehad heeft, hm… dat bedoel je?”, vroeg Janine nog even voor de zekerheid na. “Ja, bijvoorbeeld.”, bevestigde Steffie, “Nu weet ik toch niet wat ik ervan moet denken. Vond hij het sms`je niet goed, vindt hij het wel leuk, wat vindt hij van de inhoud,…? Nou ja, gewoon, … Nu zit ik van alles te bedenken… en ècht niet alleen het goede. Ik word hier gewoon onzeker van. Snap je, ma?” “Ja, dat snap ik, meisje.”, zei Janine, die inmiddels zeker wist dat het om een sms ging richting een jongen die Steffie meer dan leuk vond, “Maar ik zou me geen zorgen maken, omdat je geen reactie op je sms gekregen hebt. En ik zou al helemaal geen gedachten van of voor anderen gaan invullen… Ja, oké toegegeven, daar maak ik mezelf soms ook nog schuldig aan, hoor. Dat mag je bèst weten. Maar ik heb papa om méé en tegenaan te praten en dat helpt om mijn gedachten weer een beetje te ordenen en om me gerust te stellen. Eigenlijk net als jij nu bij mij doet. Ach, het komt en is toch vaak zo anders dan je denkt, meisje.” “Ja, maar het is knap vervelend.”, vond Steffie. “Dat klopt.”, gaf Janine toe, “Misschien is het ook wel zo dat er soms verschil in opvatting of gedachtegang tussen jongens en meisjes zit bij het reageren op bijvoorbeeld een sms.” “Nou, dit heeft toch ècht niets met dàt verschil te maken, ma.”, reageerde Steffie fel, en ze kreeg rode blossen op haar wangen van ergernis en opwinding, en vurig ging ze verder, “Dìt heeft gewoon te maken met fatsóen! Het is toch niks meer dan normaal om te reageren op een gekregen sms. Vooral als je denkt dat hij...”, gaandeweg de laatste zin, die ze niet afmaakte, sprak ze steeds zachter en werden de blossen op haar wangen dieprood. “Nou, laten we het dan houden op een verschil in opvatting per persoon.”, hielp Janine haar dochter die er nu ongemakkelijk bij zat, “Vat diegene het op als een mededeling òf als een vraag. Dat kan een groot verschil maken bij de keuze een berichtje wel of niet `direct` te beantwoorden. Hij kan, sorry…, een persoon kan heel anders omgaan met jouw sms, of de inhoud van jouw sms heel anders uitleggen dan dat jij bedoelt. Die persoon kan jouw emoties, gedachten daarbij of daarachter toch niet ruiken als jij niets zegt? Ook al zou je willen dat hij dat wel kan of doet. Dat zou ons vaak een hoop kopzorgen schelen. Maar goed, dan kan hij het in dit geval ook niet helpen als hem de fijngevoeligheid of het inlevingsvermogen ontbreekt. En inderdaad dit telt voor zowel mannen als vrouwen. Sommige mensen kunnen zich ook totaal niet inleven of invoelen in een ander, dus wat dat betreft…”, Janine pauzeerde even en keek haar dochter aan, die nog steeds de pee in had, “Ach, meisje, ik zou het hem niet aanrekenen, hij is zich waarschijnlijk van geen kwaad bewust en bedoelt er niets mee.” “Maar hij kan toch wel èven laten merken dat hij hem gehàd heeft?”, vond Steffie verongelijkt, “Alléén dat dan…, meer vraag ik niet.” “Oké, goed, hij kàn even laten weten dat hij hem gehad en gelezen heeft. Gelijk, meisje.”, gaf Janine uiteindelijk toe toen Steffie voor de zoveelste keer die avond een blik op haar mobieltje wierp en ze doorhad dat dit gesprek vanavond het ene oor in en het andere oor uit ging bij haar dochter. Al hoopte ze dat een deel ervan in ieder geval opgevangen zou worden, zodat het eventueel kon dienen als uitgangspunt voor een gesprekje op een later tijdstip. Toen Steffie opstond om naar de keuken te lopen en zich wat drinken in te schenken, gingen Janine`s gedachten door over het onderwerp. Iedereen verwachte tegenwoordig ook maar meteen antwoord. Ze kreeg diezelfde frustratie van Bertrand ook mee. Die had in zijn werk vaak het idee dat mensen maar iets op de mail zetten of sms`ten, zodat ze zelf het probleem kwijt waren. Ze hadden het in hun ogen slim en vakkundig bij een ander neergelegd, die er op zijn beurt maar weer wat van maken moest, maar zíj waren het in ieder geval kwijt. Of dan de mensen die mailden of sms`ten en direct antwoord terug verwachtten. Net alsof de ontvanger niets beters te doen had dan zitten wachten op het binnengekomen bericht van hen. Een bericht dat hij dan stante pede moest beantwoorden, en oh wee als ze langer dan een half uur moesten wachten. Wat er dan gebeurde… Kijk, dàt je antwoord gaf of kreeg was heel normaal, dat was ze met Steffie eens. Kwestie van fatsoen en ook wel zo fijn voor de zender dat hij erkend werd, maar het ongeduld dat ermee gepaard ging, dat ging haar petje te boven en daar kon ze niets mee. De technologie van tegenwoordig was heel mooi, heel handig… in sommige gevallen althans, maar veelal was het in haar ogen verworden tot een onverzadigbaar monster, dat steeds meer en sneller wilde en verwachte dat iedereen erin meeging. Geduld…, wachten…, geen sprake van… meteen antwoord en anders… Iedereen leek er een hekel aan te hebben en tegelijkertijd leek ook iedereen er braaf in mee te gaan… Janine schudde haar hoofd eens, was ze weer aan het wereldverbeteraartje spelen… Ze pakte de afstandsbediening van de tv en schakelde over naar een andere zender… even niks doen, gewoon dom naar het scherm zitten staren, zonder te veel na te hoeven denken. Dat leek haar voor nu geen slecht idee. “Mam?”, vroeg Steffie later die avond voordat ze op bed ging. De twee dochters van Bertrand en Janine hadden het uitstellen van vragen en problemen voorleggen tot vlak voor bedtijd tot regelrechte kunst verheven. Uit ervaring wisten Bertrand en Janine nu dat het dan om voor hun dochters belangrijke vragen of problemen ging. Ze kwamen niet met smoesjes om ervoor te zorgen dat hun bedtijd opgeschoven werd, en dus vonden de ouders van de beide meisjes het niet erg en boden ze Steffie en Karlijn de ruimte tot het voorleggen van hun problemen, zelfs vlak voor bedtijd. “Ja, lieverd?”, reageerde Janine, “Wat is er? Wil je iets vragen?” “Ja.” “Nou, kom maar eens even naast me zitten dan.”, en in gedachten bad Janine snel voor wijsheid, want ze had zo`n zwaar vermoeden wat er komen zou. “Mwoké…”, ging Steffie naast haar moeder zitten met een uitdrukking op haar gezicht die tussen vertwijfeling, verdriet, onmacht en boosheid in zat. “Vertel.” “Mam… waarom denk ik dat ik gemengde signalen krijg? Ik weet niet hoor, maareh… als ìk zoiets zou doen of zeggen, als jongen tegen een meisje dan in dit geval… dan betekent het bij mij méér, weet je. Maar aan de andere kant reageert hij soms zo… ja, `k weet niet hoe ik het zeggen moet… afstandelijk is het ook niet, maar… nou ja, je snapt wel… Soms is hij heel aardig en zo en kijkt hij me heel lief en dromerig aan, ja vind ik dan hè, maar soms kan hij ook zo `ááááh` doen.”, Steffie balde haar vuisten in de hoop dat dat haar moeder duidelijker zou maken wat `ááááh` betekende, “Waarom weet ik niet zéker of… of hij mij net zo leuk vindt als ik hem? Waarom pikt hij mijn signalen niet op? Of lijkt het in ieder geval dat hij ze niet oppikt, want ik zie weinig euhm ja… verandering. Istie blìnd ofzo? Hij kan toch aan mij zíen dat ik hem leuk vind? Ik kan het toch niet rechtstreeks zeggen tegen hem? Gewoon ronduit… Ik kan toch echt niet duidelijker zijn of ik moet het voor hem uitspellen of zo. Ik bedoel HALLO!!! wat wil je? Bovendien híj moet toch tegen mij zeggen… hij moet toch de eerste stap zetten… Ik durf dat niet hoor, mam. Wat als ik mezelf voor schut zet? Wat als hij mij helemaal niet zó ziet, op díe manier, je weet wel…”, Steffie sloeg uit vertwijfeling haar armen de lucht in en liet ze met een plof weer op haar benen neerkomen. De rest van haar betoog zette ze kracht bij door haar gesproken woorden te ondersteunen met gebaren, “Maar wat als hij mij wèl zo ziet, maar net als mij niet durft…, omdat hij op zijn beurt misschien niet zeker weet dat ik hem leuk vind. Misschien bèn ik ook wel niet duidelijk genoeg, kan toch? Maar ja… wat dan?”, Steffie was na het gefrustreerd uitten van al haar vragen en gedachtenspinsels even stil, voordat ze een “Ooooh, ik wéét het niet!”, eruit gooide, “Wat als hij nou alleen maar vrienden wil zijn, omdat hij net zo`n schijtluis is als ik ben? Hm, nou? Of nog èrger wat als hij alleen maar vrienden wil zijn en ik hem echt heel héél erg leuk vind op een andere manier. Hoe kan ik dan…? Wat moet ik dan…? Oowh…” Janine keek haar dochter eens aan en haar gedachten gingen razendsnel terug naar haar eigen jeugd. Hoe herkenbaar waren deze frustraties en tegelijkertijd deze `angst` om een nog nooit eerder genomen stap te zetten. “Meisje, mama weet uit ervaring hoe je je voelt. Maar het is heel moeilijk advies geven in dit soort situaties… goed of fout, juist of onjuist… ja, ik weet niet of je daarvan kunt spreken in dit geval.” “Nou, lekker dan.”, haalde Steffie haar schouders op en trok een verongelijkt gezicht, “Dáár schiet ik veel mee op.” “Relaties tussen mensen kunnen heel gecompliceerd zijn, meisje. Wat voor jou overduidelijk is, hoeft voor hem helemaal niet zo te zijn. Zelfs niet al zou hij hetzelfde voelen voor jou als jij voor hem. Misschien moet je er niks achter zoeken en is hij gewoon zo, zit het in zijn karakter om zo te doen tegen mensen in het algemeen en is het voor jou speciaal, omdat je er òf iets in wìlt zien òf omdat je het niet gewend bent en het zelf dan niet of anders zou doen.” “Maar wanneer weet ik dan of er iemand is die wel die dingen speciaal alleen voor mij doet en tegen mij zegt, en niet `zomaar` voor en tegen iedereen?”, wilde Steffie weten. “Tsja, daar kom je dan vanzelf achter als het eenmaal zover is.”, was het antwoord van Janine, die zelf ook om een antwoord verlegen leek te zitten. Zo zaten Janine en Steffie een poosje stil naast elkaar. Bertrand, die op de terugweg vanaf zijn hobbykamer een deel van het gesprek opgevangen had, had besloten deze ronde aan zich voorbij te laten gaan en hij liep rustig naar de achterkamer. Voorzichtig sloot hij de deur tussen voor- en achterkamer. Dìt mocht Janine mooi opknappen, hierbij konden ze zijn mannelijke kijk op de zaak vast niet gebruiken. Emoties van tienermeisjes betreffende jongens, verliefdheden en wat er allemaal nog meer bij kwam kijken… nee…, dáár brandde hij zijn vingers liever niet aan. Dat kon Janine veel beter en als ze hem nodig hadden, dan vroegen ze het wel. Hij vond hier in de achterkamer wel iets om de tijd nuttig te besteden. In de tussentijd leek het Janine niet verkeerd haar dochter even bij te laten komen van de eerste, heftigste emoties betreffende deze kwestie. Bovendien ze wist ècht niet welk advies ze haar dochter het beste mee kon geven in dezen. Ze probeerde zich voor de geest te halen wat haar eigen moeder tegen haar gezegd had, toen zij er zo voor stond. Ze schudde haar hoofd eens voorzichtig, bijna onmerkbaar. Ach, daar zat alweer een generatie tussen, misschien was het ook wel niet te vergelijken. Het was een andere tijd geweest… met andere sociale normen en waarden, ook al was dat nog niet eens zo heel lang geleden. Men dacht toen toch anders over de relatie tussen en de rollen van een man en een vrouw. Maar was verliefdheid niet altijd hetzelfde door alle jaren heen? Deze gevoelens waren toch niet veranderd, ook al was de rolverdeling in sommige situaties en gezinnen misschien helemaal verschoven of waren sommige dingen `losser` geworden? Of moest ze zeggen dat vriendschap misschien beter was? Steffie was immers nog jong. En als het wel ècht was en meant to be, dan zou het toch vast wel… Ze besloot, na een aantal scenario`s door haar hoofd te hebben laten gaan, haar dochter het volgende te zeggen, “Iemand zal iets of hèt moeten zeggen, anders blijf je maar deze rondjes draaien. Of je moet inderdaad gewoon wachten tot hij zover is…, als hij al dezelfde gevoelens deelt. Maar als hij jouw signalen, die jij al dan niet heel duidelijk mag vinden, niet oppikt… ja, dan kàn je lang moeten wachten of er komt een ander in zijn leven, die hij ook leuk vindt en die `duidelijker` is en dan ben je ook teleurgesteld…”, keek Janine meelevend naar haar dochter. “Hmhm, ja.”, zei Steffie zachtjes en ze beet op haar onderlip, “Klopt.” “Dus…” “Dus jij vindt dat ik, dat een meisje het wèl als eerste kan zeggen?”, vroeg Steffie verbaasd. Dat had ze van haar normaalgesproken redelijk conservatieve moeder niet verwacht. Janine hield wijselijk haar mond, zodat haar dochter kon vervolgen met, “Ja, ik wil `t wel zeggen, maar ik wil niet dat er iets veranderd…, in ieder geval niet… nou ja, niet nu. Zolang ken ik hem nog niet.” “Ja, maar dat gaat niet meisje.” “Wil ik weer eens iets wat niet gaat…”, zuchtte Steffie, “Het zal ook weer eens niet. En de fase van een vriendin laten vertellen aan een vriend van hem, dat ik hem leuk vind… nou die ben ik dus ook al lang weer voorbij, hè, dat vind ik zo…,” Steffie stopte even, stak haar handen in de lucht en zei, “Wáárom is het nou teveel gevraagd om òf gewoon vrienden te zijn zonder dat ik hem extra extra leuk vind, je weet wel… òf dat we allebei gewoon wéten dat we vriendje en vriendinnetje willen zijn, zonder dit moeilijke gedoe… Zal je zien dat hij straks aan zo`n trut van een meisje vast zit, omdat hij zelf veel te aardig is. Dat is toch altijd zo? Tegenpolen trekken elkaar aan, en nou… , dus dan zal hij wel met zo`n grootmuil opgescheept worden. Waar hij dan zelf voor kiest, oké…, maar dat hóeft niet, als… Waarom kunnen twee allebei leuke, aardige mensen, die een beetje hetzelfde zijn en denken, nou ook niet iets met elkaar hebben? Tenminste ik denk nu dat hij ook leuk, lief en aardig is en een beetje hetzelfde als ik ben en denkt…”, Steffie zuchtte weer eens, “Ik wil hem niet kwijt en als het uitspreken betekent dat ik hem dan kwijtraak, omdat… nou ja, dan wil ik dat niet, nee, dan liever gewoon zoals we nu een beetje al geworden zijn, vrienden.”, ze was even stil en zei toen, “Lekker dit. Helemáál niet gecompliceerd of zo.” “Zal ik jou eens vertellen hoe papa en mama elkaar hebben leren kennen?”, vroeg Janine nu, om de spanning een beetje te breken en Steffie af te leiden van de ergste frustratie, “Of ken je dat verhaal al?” “Nee?”, zei Steffie en de frustratie die van haar gezicht af te lezen was, maakte plaats voor een nieuwsgierige uitdrukking op haar gezicht. Dìt verhaal wilde ze wel eens horen. Misschien kende ze het al wel een beetje, omdat papa of mama haar dit vast wel eens verteld zou hebben toen ze kleiner was, maar toch… Ze ging er eens goed voor zitten. “Nou,…” “Hihi, leuk! Dat wist ik helemaal niet, joh!”, reageerde Steffie enthousiast na het verhaal van haar moeder. Ze leek haar eigen frustratie nu helemaal te zijn vergeten en had genoten van deze anekdote, die toch weer nieuwe, onbekende stukjes had opgeleverd, “Dank je wel, mam.” “Alsjeblieft, meisje.”, glimlachte Janine. Ook zij had genoten van de herinneringen die het vertellen van het verhaal met zich meegebracht had, “Ik hoop, dat je er iets aan gehad hebt.” “Haha, ja, zeker. Dat ene kan ik zeker nog wel eens tegen pap gebruiken.”, lachte Steffie nu breeduit. “Hé, jongedame, daarvoor heb ik je het verhaal niet verteld.”, probeerde Janine streng te kijken door haar glimlach heen. “Weet ik mam, weet ik.”, en Steffie keek haar moeder aan met een guitige glimlach op haar lippen, terwijl ze haar hoofd op diens schouder legde. “Ga je lekker slapen nu?”, vroeg Janine. “Hmhm, zal m`n best doen.”, antwoordde Steffie. “Weet je wat…?”, zei Janine nog, “Ga ervoor bidden, meisje. God weet raad en als het zo moet zijn…” “Ja, weet ik mam, maar soms…” “Snap ik, kind. Mama snapt je.” “Welterusten en bedankt.”, kuste Steffie haar moeder op beide wangen. “Heel, heel graag gedaan. Slaap lekker.”, Janine streek haar dochter liefdevol over haar rug en drukte een stevige kus op Steffies voorhoofd. |
|||||
|