248816
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Even
Stomgeslagen
Door: Rapunzel
Commentaar van de schrijver:
De tweede en laatste van deze week =)
Categorie: Drama / Roman
Geschatte leestijd: ca. 4 minuten

“Zooo, een zacht lapje om een zeer vingertje.”, zei Astrid en ze gaf een kusje op de pleister om het vingertje van Andréas.
“Zo weer beter nou, hè mama?”, vroeg Andréas lief aan zijn moeder.
“Ja, hoor, kerel. Zo weer beter nu.”, zei Astrid.
“En ik heb niet hard gehuild, hè mama?”, vroeg Andréas om bevestiging, terwijl hij zich nog even dicht tegen Astrid aan drukte en een snottebel onder zijn neusje weg wreef.
“Nee, mama heeft je helemaal niet horen huilen. Maar het was ook helemaal niet erg geweest als je wel eventjes moest huilen, want je bent sowieso mama`s sterke vent.”, complimenteerde Astrid haar zoontje, die daardoor zijn zere vinger snel weer vergat, zijn limonade lekker opdronk en vervolgens de achtertuin invloog om weer volop te gaan ravotten met zijn broertjes. Glimlachend keek Astrid haar kleine man na, voordat ze zich weer bij de rest van de familie in de voorkamer vervoegde.

“Ik snap niet waarom jullie allemaal zo verdrietig zijn?”, zei Karlijn uiteindelijk toen ze tegen de sippe gezichten van haar familieleden aan zat te kijken en er gesproken werd over de naderende operatie. Ze zat samen met Keimpe in de kamer bij de volwassenen. Steffie en Dané hadden zich buiten ontfermt over de drie jongens van Thomas en Edith, maar Keimpe en Karlijn hadden besloten het even wat rustiger aan te doen. Aangezien Karlijn er nu toch bij zat, dacht oom Pieter even te informeren naar de gezondheid van Karlijn. De simpele vraag had geleid tot een uiteenzetting van hetgeen verteld was bij het laatste ziekenhuisbezoek en een uitleg over de komende onderzoeken. Om de beurt hadden Bertrand en Janine stukken verteld en elkaar, daar waar ze het nodig vonden, aangevuld.
Tot nu toe was Karlijn stil geweest en had ze geluisterd naar de vragen van haar ooms en tantes en de antwoorden van haar vader en moeder, maar nu vond ze het tijd zelf iets te zeggen.
“Jullie doen nu net alsof ik dood ga of zo.”, ging Karlijn verder, “Het zijn maar onderzoeken, hoor!”, ze wachtte even en zei, “Ik moest laatst denken aan een gesprek dat ik met opa had. Hij vertelde me toen, dat je niet altijd die dingen en mensen in je leven krijgt die je zelf wilt, maar juist die dingen en mensen die je nodig hebt om zelf te kunnen groeien...”, ze keek haar ouders en ooms en tantes, die allemaal stilgevallen waren, eens aan, “Nou ja, toen opa dat toen zei, snapte ik er echt niks van, maar nu begrijp ik zeker de laatste paar maanden echt steeds meer van wat hij daar toen zei.”, vertelde Karlijn met een wijzere uitdrukking op haar gezicht dan een meisje van haar leeftijd normaalgesproken zou hebben, “En het is toch zo? God zorgt voor mij, hoor. Ook al krijg ik de laatste tijd totaal niet wat ik graag zou willen of wat ik misschien zelf vind dat ik verdien. Maar als Hij er is, en dat is Hij, dan is Hij er ook voor mij en dan helpt Hij mij. Door alles heen. En dus ook door deze hele stomme, chaotische rotsituatie, waar geen bal aan is, waar ik niks mee kan…, en dan komt het toch goed.”

Verlegen met de hele situatie en niet wetend hoe precies te reageren op de zojuist gesproken woorden van Karlijn, zei Pieter, “Nou, meisje, fijn dat je nog zoveel mag hebben aan de wijze woorden van je opaatje en toch heel veel sterkte en succes gewenst de komende tijd. En volgende week zeker!”
De rest van de volwassenen zei een poosje niks, zat elkaar een beetje aan te kijken en wist niet goed wat te zeggen of te doen. Ook Bertrand zat met zijn eigen gedachten stil voor zich uit te kijken. Veel dingen passeerden in razend tempo zijn gedachten, maar ze bleven even stilstaan toen hij had bedacht dat Karlijn de laatste tijd van heetgebakerd standje veranderd was in een rustiger, nadenkend kind. Natuurlijk had ze nog wel eens zo haar streken en opstandigheden, maar de scherpe randen van eerder waren eraf.
De ongemakkelijke stilte werd verbroken toen Keimpe Karlijn voorstelde nog even naar buiten te gaan kijken bij de rest.
“Doe maar lekker, lieverd. Het is zulk mooi weer, gewoon zonde om binnen te blijven zitten.”, zei Janine, “Neem maar wat drinken mee naar buiten voor de rest.”
“Oké! Doen we.”

“Kinders kom eens hier!”, riep Bertrand de hele schare kinderen in de achtertuin bij elkaar, “Oom Pieter, tante Astrid, Keimpe en Dané gaan weer op huis aan.”
“Oh, dan gaan we even uitzwaaien.”, zei Karlijn en ze stak haar arm door de arm van Keimpe heen en liep met hem door de poort naar de parkeerplaats aan de zijkant van het huis toe.
“Pas goed op jezelf hè!”, schreeuwde Keimpe minuten later nog door het openstaande autoraam naar Karlijn terwijl de auto de straat uit reed.
“Ja, doe ik!”, schreeuwde Karlijn terug.
“Doeg Steffie! We msn`en!”, riep Keimpe naar zijn andere nicht.
“Is goed! Doeg!”, riep ook Steffie de auto met haar neefje en de rest van de familie erin na. Vrolijk stonden Karlijn en Steffie de auto nog na te zwaaien toen de rest alweer de gang naar het huis had ingezet. Dané had plichtsgetrouw afscheid genomen van iedereen, maar was nooit zo van het uitgebreid roepen en zwaaien. Zij zat dus rustig naast Keimpe in de auto uit het raam te kijken en deed geen enkele moeite te zwaaien.

Toen Steffie en tante Edith met de jongens niet veel later Soucy aan het uitlaten waren en Karlijn gezellig met oom Thomas aan het praten was, nam Bertrand Janine even apart en zei, “Hoe komt die dochter van ons toch zo wijs?”
“Ja, wat ze net zei… ik voelde me echt even op m`n plaats gezet.”, glimlachte Janine zuur.
“Kunnen we nog wat van leren.”, vond Bertrand, “Vooral ook hoe ze haar geloof belijdt en ervaart. Voor haar is het duidelijk, als God je helpt dan kan het alleen maar goed komen. Ik zou willen dat ik ook zo eenvoudig en vanzelfsprekend zou kunnen geloven…”
“Ja, ik ook.”, zuchtte Janine, “Ze heeft in ieder geval veel met pa gepraat en onthouden wat hij haar mee wilde geven.”
“Ja, fijn.”, en Bertrand keek nadenkend het raam uit, de achtertuin in.
“Wat is er?”, vroeg Janine en ze streek met haar hand over zijn rug, terwijl ze met haar andere hand de waterkoker pakte om haar gasten van verse thee te kunnen voorzien.
“Ach, niks, meid. Niks.”
Gepost op 10-09-2011 om 11:14 uur
87 keer gelezen
<< Vorige in deze serie

Alle verhalen in deze serie (Even)
Alle verhalen van deze schrijver (Rapunzel)



Door:
Niet voor niets zegt Jezus dat we moeten geloven als een kind om het koninkrijk van God binnen te kunnen gaan. Wij volwassenen zijn met onze theologie vaak geestelijk gehandicapt.
Dikke duim voor Karlijn!
Gepost op 10-09-2011 Om 14:17
Ja, soms moet je jezelf gewoon even terug naar je plaats wijzen: Als een kind, bij de Vader op schoot. =)
*smile*
Gepost op 10-09-2011 Om 17:00

Door:
mooi hoe ze in het geloof staat en hoe sterk ze is hebben veel mensen ook ik nog wat van te leren
Gepost op 15-09-2011 Om 19:02

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.