| |||||
Zaterdagochtend stonden oom Pieter en tante Astrid onverwachts op de stoep met hun zoon en dochter Keimpe en Dané. “Ja, wij hebben al een week meivakantie gehad. En we hebben lekker twee hele weken vrij.”, probeerde Dané bij binnenkomst met een trotse blik Steffie en Karlijn de ogen uit te steken. “Voor Steffie en Karlijn duurt het nog eventjes, maar niet zo lang meer.”, zei Janine met een arm om Karlijn heengeslagen. “Ja, maar das helemaal niet erg, want als jullie dan weer op school zitten hebben wij lekker vrij.”, was de nuchtere reactie van Karlijn, die omhoog keek naar haar moeder. En die reactie was, te zien aan het gezicht dat ze trok, niet geheel naar wens van Dané. Pieter stond er wat moeilijk bij te lachen, hij hield er niet zo van dat zijn dochter altijd anderen probeerde af te troeven. Zeker niet met schoolvakanties. Ze zou maar wat beter haar best doen op school. “Maar kom binnen, jongens!”, verwelkomde Janine het onverwachtse bezoek, “Wat ben ik blij, dat ik veel te veel van het goede in huis gehaald heb!” “Ja, sorry, maar het schoot me vanochtend zo in de kop.”, legde Pieter de oorzaak van hun onverwachte bezoek uit, “Dacht we hebben jullie al zo`n poos niet gezien en toen jullie in Drenthe waren is het er niet van gekomen… en we hadden verder niks dit weekend… dus zijn we maar op de gok hierheen komen rijden.” “Nou, prima toch. Altijd welkom hoor, dat weet je.”, vond Janine, en ze riep Bertrand die boven op zijn werk- c.q. hobbykamer bezig was met een verrassing voor de jongens van Thomas, “Bertrand, kom je eens beneden, we hebben bezoek!” “Ja, kom eraan! Zijn ze er nu al?”, riep hij naar beneden, “Ik had ze nog niet verwacht.” En toen Bertrand de kamer binnengelopen kwam, stond Pieter hem met open armen op te wachten, “Hallo Bertrand! Wat fijn je weer te zien, jongen! Hoe gaat het?” “Nee, maar Pieter! Man wat een verrassing! Mooi man!”, was de enthousiaste reactie van Bertrand op het weerzien met zijn broer. “Oh, voordat ik het vergeet. Ik was van de week nog bij Baukje en Rolf, maar ik werd pas weer vrijgelaten toen ik de kinderen beloofd had dat ik jou, Janine en de kids de groetjes over zou brengen. Dus bij dezen de groetjes van Elim, Anaïs en Misha.”, zei Pieter. “Ah, nou dank je! Ik zal ze binnenkort weer eens bellen, is al weer een tijdje geleden.”, Bertrand wees uitnodigend naar de nog niet bezette stoelen en het bankstel ten teken dat Pieter kon gaan zitten en hij heette de rest van de familie welkom. “Koffie en limonade voor iedereen?”, vroeg Janine toen uiteindelijk iedereen in de voorkamer zat. “Ik help wel mee, ma.”, bood Steffie aan. “Goed, help jij mama, dan doe ik hier mijn best een goede gastheer te zijn.”, zei Bertrand en hij begon meteen een heel verhaal tegen zijn broer en schoonzus. “Zo… nog iets lekkers erbij?”, vroeg Janine nadat iedereen voorzien was van drinken. “Oh, wacht, dàt hebben wij meegenomen.”, zei Astrid en ze reikte naar de tas die naast haar stond en haalde daar een zak bokkenpootjes en stroopwafels uit, “Vers van de markt.” “Hmmm, heerlijk.”, smulde Bertrand al bij het vooruitzicht op z`n favoriete koffiebijlage. “Ja, jij wel hè, smulpaap.”, lachte Janine. “Ja-ha, ìk wel en als jij niet hoeft offer ik me wel op…”, grinnikte Bertrand. Maar nog voordat Bertrand een hap van zijn bokkenpootje kon nemen, ging de bel alweer. “Hé, verwachten jullie bezoek?”, vroeg Pieter. “Haha, ja en díe hadden we verwacht!”, lachte Janine, “Wacht maar, ik doe wel even open.”, en ze gebaarde Bertrand dat hij rustig kon blijven zitten. Nadat Thomas, Edith en hun zoontjes, Edwin, Luuk en Andréas welkom geheten waren en iedereen aan de koffie of limonade met iets lekkers erbij zat, kwamen de verhalen los. De kinderen, die geen echt zitvlees bezaten en de verhalen van de volwassenen niet konden boeien, begonnen na een kwartier al heen en weer te wiebelen. Janine merkte het op en zei, “Jongens, ga toch lekker buiten spelen. Het is prachtig weer!” “Hó…, wacht….”, riep Bertrand en hij sprong met een rare beweging omhoog, wat ervoor zorgde dat de jongens het uitschaterden van het lachen, “Ja, lach maar om die rare oom Bert. Maareh… ik heb nog iets voor jullie.”, en hij liep, gevolgd door zes nieuwsgierige oogjes, naar boven om zijn verrassing voor de jongens op te halen. “Ta-dá!!”, en Bertrand hield een mooie, zelfgemaakte vlieger omhoog. Edwin, Luuk en Andréas begonnen te stralen. “Oh, gaaf oom Bert.”, zei de oudste. “Nou, kom jongens, dan laat ik jullie even zien hoe het moet.”, zei Bertrand. “Ik loop mee.”, zei Pieter, “Wat jij Thomas? Ik wil wel eens zien hoe goed die broer van mij is met een vlieger.” “Prima, ik ga ook mee naar buiten.”, verklaarde Thomas en hij stond op om mee te lopen. “Nou dan blijven wij hier alleen over, dames.”, zei Janine tegen Astrid en Edith. “Kom jongens, wegwezen, voordat het hier een ècht kippenhok wordt.”, grapte Bertrand en terwijl hij alle neefjes en nichtjes voor zich uit naar de achterkamer en naar buiten schoof, trok hij een grimas naar de achterblijvende dames, wat hem wederom een lachsalvo opleverde, ditmaal van drie dames. “Já, hoger, oom Bert, hoger!”, riepen Bertrands neefjes alsmaar enthousiaster en harder. Ze deden de naam wildebras eer aan en renden kriskras door de tuin en sprongen aan alle kanten om Bertrand heen. Gelukkig voor hen had de familie Vanderlinden een behoorlijk grote achtertuin waarin de kinderen ongestoord konden spelen en ravotten, zonder dat hun ouders bang hoefden te zijn dat hen iets zou overkomen. Daarnaast woonden Bertrand en zijn gezin dicht bij een bosrijk gebied en was er in de buurt genoeg speelgelegenheid voor kinderen. Ze zouden zich vandaag dus niet hoeven te vervelen. “Nu ik!”, riep de kleine Luuk, “Ik wil ook proberen!” “Nou, kom hier, dan doen we het eerst een keer samen.”, zei Bertrand, hij pakte de handjes van Luuk vast en de hielp hem de grote vlieger in bedwang te houden onder constante aanmoediging, “Goed zo, jongen. Wat kan jij dat al goed!” De oogjes van Luuk glinsterden van blijdschap, “Kijk eens pap! Goed hè!” “Fantastisch jongen! Papa wist niet dat jij dat al zo goed kunt!”, zei Thomas vrolijk. “Oh, nou ik!”, stond Andréas te springen naast Bertrand. “Prima, om de beurt. En als iedereen geweest is, dan gaat oom Bert weer naar binnen. Goed, jongens?” “Ja, maar dan hellûpûn Steffie en Karlijn ons wel hè?”, vroeg Andréas. “Tuurlijk!”, zei Steffie, die wel zin had in een dagje gek-doen met de jongens. “Goed zo, Andréas!”, riep zijn moeder, die inmiddels met Janine en Astrid ook naar buiten was gekomen om de heren met de kinderen te bewonderen. “Aah, konden jullie het niet weerstaan even naar ons te komen kijken.”, zei Thomas uitdagend in de richting van de dames. “Genieten zo, hè?”, zei Astrid. “Ja, zeker.”, beaamden Janine en Edith. “Zo, hèhè, dat is goed voor de conditie.”, zei Bertrand hijgend, terwijl hij zijn hoofd liet rusten op Janine`s schouder. “Ach ja, boys will be boys, hè.”, zei ze lachend en ze legde zacht haar hand op Bertrands rug, “Komen jullie zo weer binnen, schenk ik nog een tweede kop koffie in?” “Ja, is goed, nog even `spelen`.”, en Bertrand liep op een sukkeldrafje terug naar het grasveld waar Thomas nu met Edwin aan het vliegeren was. |
|||||
|