248819
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Mo'men
Gangen
Door: snow
Commentaar van de schrijver:
vervolg op hst 7
Categorie: Fantasy
Geschatte leestijd: ca. 5 minuten

8.
Yona staat al bij de deur waar ze uit zijn gekomen, en nu rent het groepje weer naar boven. De trap lijkt nu helemaal niet zo lang bedenkt Yona zich, nu hij voorop loopt. Hij ziet de deur al. Joulha draagt Fiondalha en probeert zo weinig mogelijk schokkende bewegingen te maken. Ze kreunt zachtjes.
Boven aan de trap wacht Yona tot ze allemaal boven zijn. Toi is intussen naar een deur aan de andere kant van het vertrek gelopen en draait het slot wat erop zit los. Nu horen ze achter zich mannen schreeuwen en laarzen bonken. Meer soldaten komen de trap op. Toi neemt het slot van de deur en brengt het terug naar de deur waar ze net uit zijn gekomen. Die doet hij op slot en zet het extra slot er ook nog op. Net op tijd, want aan de andere kant wordt hard op de deur gebonkt.
“Kom mee, geen tijd om te blijven staan. We gaan onder de tuinen door. Daar is een geheime uitweg uit de stad.” Toi loodst hen verder door de deur die hij net ontsloten heeft.
Achter de deur is weer een trap, ook weer naar beneden. Wanneer ze beneden aankomen is er geen deur, maar een pad, met in het midden stromend water.
“We zijn hier in het afvoersysteem van het paleis,” verklaard Toi de stank die opstijgt uit het water.
Aan de linkerkant lopen ze langs het smalle pad voort. Boven hen schijnt een klein beetje koud maanlicht door langwerpige gaten in het plafond. Door de gaten druppelt water naar beneden langs de wanden. De vloer is glibberig en voor hen stuiven ratten weg, naar holen en spleten in de wand en in de vloer. Hoewel het er koud is, is de lucht bedorven en oud. Rillend loop Yona achter Toi aan. Daarna komt Yisti en achteraan komt Joulha met Fiondalha.
Na een paar honderd meter begint het pad met een draaiende beweging te dalen.
“Voorzichtig,” waarschuwt Toi, “ik denk dat het erg glad is, glijd niet uuuuii...” En nog voor hij is uitgesproken, schieten zijn benen onder hem vandaan en valt hij achterover. Maar Yona staat vlak achter hem en grijpt hem bij zijn mantel vast. Wankelend herstelt Toi zijn evenwicht en zegt dan beduusd: “Dank, jonge vriend, ik had mijn botten wel kunnen breken, dank…” Dan zet hij voorzichtig een stapje op het hellende pad, en nog een.
“Goed zo jongen,” fluistert Yisti hem in zijn oor, “Snelle reactie!”
Voorzichtig dalen ze nu het hellende pad af. Het is spekglad en het licht van boven wordt steeds minder. Yona zoekt houvast aan de glibberige muur.

Intussen is het hele paleis in rep en roer. De vlucht van de opstandelingen is ontdekt, de moord op de moordenaars en de wachters in de kerker is ontdekt en Dren Mijnar is samen met Mara en de hoofdcommandanten van de paleiswacht samengekomen in de vergaderzaal.
“Ik dacht dat alle opstandelingen hun heer achterna waren gegaan!” buldert Dren.
“Iemand heeft een aantal van hen gewaarschuwd Heer,” stamelt een van de commandanten.
“Deze fout zul je niet nog eens maken!” dreigt Mara tegen hem en heft zijn hand op om hem te slaan. Maar Dren is hem voor. Met een boog belandt de man in de hoek van de zaal waar hij bovenop een plantenbak valt, die aan diggelen valt.
Dren loopt op hem af en tilt hem met één hand van de grond.
“Wie heeft hen gewaarschuwd?”
“Ik… ik weet het niet Heer…” stamelt de beduusde man. “Misschien de kleine jongen. Hij is ook niet gevonden.”
“Wie missen er nog meer van Roogs gezelschap?” went Dren zich tot de andere commandanten.
“Waarschijnlijk hebben de twee opstandelingen en de kleine jongen hulp gekregen om de vrouw uit de kerker te bevrijden, want ze zijn een route gegaan die normaal gesproken alleen door Fauns wordt gebruikt.”
“We hebben ontdekt dat de assistent van Roog, Toi Kenu in de noordvleugel aan het werk was. We hebben hem geprobeerd op te sporen, maar hebben hem niet gevonden. Hij heeft de sleutels tot alle deuren die naar de schatkamer leiden, omdat zijn meester tijdens zijn veldtochten nogal wat buit heeft gemaakt die in de schatkamer liggen opgeborgen.”
Dreigend komt Dren naar de tweede commandant toelopen: “Hoort daar ook een sleutel bij die toegang geeft tot de kerkers? Waarom heeft hij die?”
“De sloten op die deur naar de kerkers is erg verouderd, heer. Niemand dacht dat die weg ooit gebruikt zou worden.”
“Hoewel dit een onvergeeflijke fout is,” gaat Mara verder, “moeten we de opstandelingen zien te vinden. Waar bevinden ze zich nu?”
“We zijn hun spoor kwijtgeraakt direct nadat we in de schatkamer terugkwamen.” vertelt de laatste commandant.
Dren en Mara kijken elkaar aan. Dit loopt niet zoals ze het graag gewild hadden.
“Jullie blijven hier,”gebied Mara de drie commandanten, “Wij gaan naar de voorkamer om verder te overleggen.”
Met haastige grote passen loopt Dren naar de deur met de zevenpuntige ster. Mara schuifelt er bedachtzaam achteraan. Wanneer de deur achter hen dichtvalt, verandert de kleur van de kamer in een koud helderblauw licht, die zwarte schaduwen laat vallen op de gezichten van Dren en Mara. Mara loopt met geheven handen naar de bol die op de tafel staat. De delen van de bol bewegen onder de handen van Mara, terwijl er rood, geel en groen licht uit de bol ontspringt. Zonder de bol aan te raken verschuiven de stukken. Totdat er driemaal een luid geklik hoorbaar is. De bol is nu helderblauw geworden en er schijnt een gitzwarte, glimmende, zevenpuntige ster in het midden. Een zacht gezoem komt uit de bol voort. Terwijl Dren met opgeheven hoofd naar zijn dienaar staat te kijken, tuurt Mara in de bol en ziet de ster plaatsmaken voor een beeld. Lange lijnen lopen parallel door het beeld en tussen de lijnen zijn vier figuren te ontwaren. Twee kleine en twee grote, waarvan de een net iets groter is dan de andere.
“Ze vluchten langs het afwateringskanaal onder de tuinen door. Het pad waarop ze lopen leidt naar een centraal verzamelpunt. Vandaar stroomt het onder het gordijn van vuur door naar de rivier de Elek. Ze kunnen bijna niet ontsnappen.”
Dren kijkt zijn dienaar aan met een vals lachje: “Ik neem ze zelf voor mijn rekening. Neem jij deze drie dwazen in de kamer voor je rekening.”

“Horen jullie dat?” vraagt Toi, over zijn schouder naar de anderen kijkend, “Dat geruis van water. Hier om de hoek komen alle afvoerwegen van de stad samen en stromen verder als een grote ondergrondse rivier naar de Elek. Wanneer we die bereiken zullen we vast hulp kunnen krijgen van de vissers die in de dorpen buiten het beschermende gordijn wonen.”
Yona’s zucht van verlichting als hij denkt aan het feit dat hij straks eindelijk uit deze mistroostige tunnel kan komen. Hoewel hij zich flink heeft gehouden kijkt hij nog regelmatig achterom. Niet alleen om te kijken of zijn twee vrienden nog achter hem aankomen, maar ook uit angst voor de soldaten van Dren. En dan heb je nog dat naargeestige koude licht en de bedompte lucht die in het afwateringskanaal hangt. Het constante, onregelmatige gedrup van water in combinatie met het piepen van de ratten. Maar dat zal straks voorbij zijn.
Ze hebben hun tred een beetje versneld en Yona moet nu een beetje rennen om de rest bij te houden. Dan komen ze de hoek om en zien een grote ondergrondse kamer met een vloer van water. Om het water heen loopt een pad en in het water komen vijf of zes kanalen uit. Aan de andere kant loopt een groter kanaal de kamer weer uit. Even blijven de vrienden stilstaan om deze ondergrondse waterkamer te bewonderen. Dan verschijnt aan het eind van de kamer, uit het afvoerkanaal een schim…
Gepost op 25-12-2004 om 00:56 uur
563 keer gelezen
<< Vorige in deze serie

Alle verhalen in deze serie (Mo'men)
Alle verhalen van deze schrijver (snow)



Door: Auke-Willem (AW)
Het verhaal is erg spannend aan het worden, maar ik mis zo nu en dan toch de leestekens. ;)
Gepost op 25-12-2004 Om 11:06

Door: kiezel
't blijft spannend inderdaad! Ik vind het leuk om te lezen, want ondanks wat spelfoutjes leest het lekker weg
Gepost op 25-12-2004 Om 19:58
Dank je! Spellen is inderdaad niet mijn sterkste punt. Misschien kan jij me helpen?
Gepost op 25-12-2004 Om 22:33

Door: kiezel
Tja, mijn eigen ervaring is dat je fouten het beste eruit kunt halen door de tekst uit te printen en dan lekker te gaan strepen
Dat zou ik best voor je willen doen, ware het niet dat ik momenteel wat krap in de tijd zit en er nog een heleboel andere dingen liggen te wachten
Misschien kun je ergens een 'meelezer' in je directe omgeving charteren??
Gepost op 26-12-2004 Om 20:15

Door: brechtje
inderdaad spannend, snow! Lees je de tekst ook hardop voor jezelf? Dat wil ook nog wel eens helpen als je op zoek bent naar taalfoutjes en leestekens, goed lopende zinnen en de vaart van het verhaal. Ga nog maar ff door...
Gepost op 26-12-2004 Om 22:32
Ik heb de tekst zoals je voorstelde hardop gelezen en idd, ik heb er heel wat foutjes uit gehaald. Maar nog niet echt opzienbarende dingen. Maar misschien kun je me over mijn strategie nog eens wat feedback geven?

ps. het vervolg komt snel... (hoop ik)
Gepost op 11-01-2005 Om 23:35

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.