| |||||
“Oké, jongelui, tas inpakken en naar huis!”, stond Tobias van der Laak zijn leerlingen met bijbehorend knikje toe zijn lokaal te verlaten na het zoemen van de bel, “Rens, Thomy, stoel aanschuiven, we zijn niet thuis hè.” “Nina, Karlijn, wacht even!”, riep Bjorn vanaf de andere kant van de gang. Ook zijn klas was `vrijgelaten`, maar dan door meneer Hirschbach. “Ik ga alvast naar beneden.”, antwoordde Karlijn, “Zie jullie wel bij de kapstokken, oké?” “Hé, samen huiswerk maken vandaag?”, vroeg Bjorn hijgend, hij was Nina die alvast richting trap liep achterna komen rennen door de krioelende menigte eerste- en tweedejaars leerlingen in de rechter vleugel van het Edison College. “Nee, kan niet vandaag.”, en Nina beet op haar onderlip, “Heb al afgesproken met Karlijn. We gaan bij haar thuis huiswerk maken…” “Oh, oké.”, was de timide reactie van Bjorn. “Maar misschien kan je wel meedoen?”, stelde Nina voor, “Plek genoeg aan de achtertafel hoor.” “Nee, hoeft niet, dat werkt toch niet met z`n drieën.”, vond Bjorn. “Hm, morgen dan?”, vroeg Nina, maar het was zichtbaar dat ze de reactie van Bjorn niet begreep. “Ja, is goed, morgen.”, zei Bjorn, die het niet nodig vond de sterke non-verbale communicatie van Nina te beantwoorden. “Fiets je wel met ons mee terug?”, informeerde Nina, nadat ze even gewacht had om Bjorn de kans te geven extra uitleg te verschaffen. “Natuurlijk.”, en inmiddels waren ze de trap af en liepen ze door de grote hal richting kapstokken. “Nina, hie-hier!”, hoorde ze Karlijn roepen. “Hé, bofkont!”, riep Nina haar toe, “Met de lift, wat een luxepositie. En ik mag niet mee, omdat ik niks mankeer.” “Oneerlijk verdeeld in deze wereld hè?”, knipoogde Karlijn naar Nina, “Ik heb nog geprobeerd te zorgen dat je mee mocht, maar mevrouw Hazelmans wilde geen toestemming geven… stom.” “Ach geeft niet, alleen ben jij wel sneller beneden zo dan wij met al die koeien en schapen voor ons.”, grapte Nina en Bjorn stemde daarmee, door middel van heftig knikken, in. Halverwege de rit naar huis begon Nina opeens hard te lachen. “Wat is er?”, vroeg Bjorn verbaasd. “Oh, ik moest net even weer denken aan meneer van der Laak.”, proestte Nina. “Haha, ja, die was er ècht even met z`n gedachten niet bij vandaag.”, giechelde Karlijn mee. “Nou, vertel.”, werd Bjorn nieuwsgierig. “Jij of ik?”, vroeg Nina Karlijn. “Doe jij maar.”, vond Karlijn, “Jij kunt het leuker vertellen.” “Oké, Nou, zitten we daar in de klas, overhoort van der Laak zoals gewoonlijk een aantal woordjes, vertaalt Lisette het woord `fraise` verkeerd.”, ze haalde eens diep adem voordat ze vervolgde met, “Van der Laak wil het juiste antwoord zeggen, maar in plaats van aardbei zegt hij aambei.” En Nina en Karlijn kwamen niet meer bij van het lachen, ook Bjorn die er de lol wel van inzag lachte mee. "Dat is toch tè stom!!", lachte Nina. "Echt wel.", vond Karlijn. "Ja, jammer dat wij geen les hebben van Van der Laak.", vond Bjorn, "Jullie hebben echt veel relaxtere leraren dan wij, man." "Ha, je krijgt wat je verdient zegt mijn papa altijd.", giebelde Nina. "Haha, flauwerd.", zei Bjorn en hij gaf Nina met twee vingers een zacht zetje tegen haar schouder aan. “Hé, ik zie jullie morgen!”, riep Bjorn terwijl hij linksaf sloeg en de dames rechtdoor fietsten, “Wacht maar niet op mij, ik fiets van huis uit naar school, oké?” “Prima! Tot morgen!”, riep Nina hem na. “Tot morgen, Bjorn.”, riep ook Karlijn de jongen na. “Phoe, ben blij dat we er bijna zijn.”, verzuchtte Karlijn, “Bjorns tempo ligt wel hoog.” “Ja, waarom zeg je dat dan niet gewoon?”, vroeg Nina, terwijl ze haar spreken van de nodige armsignalen voorzag. “Ja, gewoon, ik ben toch geen watje?”, zei Karlijn. “Nee, geen watje, maar wel een schijtluisje.”, lachte Nina haar vriendin toe. “Nou dan maar liever dat dan een watje.”, vond Karlijn en ze keek Nina veelbetekenend aan. “Kom ik zal het laatste stukje van muziek voorzien, dat fietst altijd makkelijker.”, deed Nina Karlijn een voorstel, maar ze wachtte nergens op en begon meteen aan een door haar gaandeweg samengestelde medley. Al lachend kwamen de beide meisjes de poort binnen. Karlijn zichtbaar vermoeid met dieprode blossen op haar wangen, maar dat weerhield haar er niet van om vrolijk te zijn en plezier te maken met Nina. “Oh, ssstt… mama zit aan de telefoon.”, waarschuwde Karlijn Nina, toen ze met de deurklink in haar handen stond. “O, oké, ssstt…”, fluisterde Nina. “Ah, hallo dames!”, begroette Janine de beide vriendinnen, “Ook weer thuis?” “Hoi mam.” “Dag mevrouw Vanderlinden.” “Wie heb je aan de telefoon?”, vroeg Karlijn nieuwsgierig. Ze wist dat haar moeder alleen bij bekenden de vrijmoedigheid had haar gezinsleden welkom thuis te heten, als ze aan de telefoon zat. “Oma.”, antwoordde Janine. “Ôh, ik wil ook even met oma praten.”, zei Karlijn en ze hield haar hoofd scheef en ze maakte een pruillipje. “Nou, goed dan.”, lachte Janine, “Ma, hier komt Karlijn… Alsjeblieft, ga hier maar even zitten, dan zet ik alvast thee.” “Hallo, oma!”, zei Karlijn vrolijk. “Nee, ik heb Nina meegenomen. We gaan samen huiswerk maken….” “Psst… Nina… wil jij ook thee?”, vroeg Janine fluisterend aan Nina, terwijl ze haar gebaarde naar de keuken te komen, “Zo, ga maar lekker even zitten, het theewater zal wel zo koken. Hebben jullie een leuke dag gehad op school?” “Oh ja hoor, gewoon.”, zei Nina. “Ah, jij bent al net zo spraakzaam als Steffie.”, lachte Janine en ze draaide zich om, om het theewater uit de waterkoker over te gieten in de theepot, “Nog voorkeur voor een smaakje?” “Neuj, maakt me niet uit. Ik lust volgens mij alle smaken wel.”, en Nina haalde haar schouders op en gaf een voorzichtig glimlachje weg. “Dank je, ma. Kom Nina, dan gaan we nu echt aan de slag.”, Karlijn, die inmiddels uitgekletst was met haar oma en zich bij haar moeder en vriendin in de keuken gevoegd had, pakte al ijverig haar boeken uit haar schooltas en legde ze op de achtertafel. “Wat maken we eerst?”, vroeg Nina en ze nam voorzichtig een slokje van haar hete thee. Iets wat ze meteen moest bekopen met een verbrand puntje van haar tong. Ze trok snel haar hoofd naar achteren en zette de kop hete thee voorzichtig op tafel. “Doe maar Duits, dat gaat best snel. Das niet zo moeilijk en het zijn maar een paar opgaves.”, had Karlijn het huiswerk al in gedachten ingedeeld. “Oké, mij best.”, stemde Nina met het voorstel van haar vriendin in. “Eehm, nu aardrijkskunde?”, vroeg Karlijn. “Ja, is goed.” “Oh, dat hadden we in de les al af!”, concludeerde Karlijn na een blik in haar schrift en agenda geworpen te hebben, “Nou das makkelijk dan… volgende!” “Dan… wiskunde. De laatste.”, zei Nina, “Hè bah… geen zin in.” “Zullen we dan eerst nog even een koppie thee pakken?”, stelde Karlijn, die net zo min zin had in de wiskundesommen, voor. “Ja, is goed.”, vond Nina, “Maar gaan we dan wel even gezellig bij je moeder in de voorkamer zitten?” “Ja hoor. Wil jij dan ook mijn kopje meenemen, anders mors ik misschien.” “Pas de problem.” “Ôh, ik snap hier echt niks van.”, zuchtte Nina het uit. “Ik ook niet.”, zei Karlijn en ze zetten haar hand onder haar kin en keek Nina aan, “Als Steffie nou thuis was, konden we het haar… Papa!”, veerde Karlijn ineens op. “Dag dames!”, Bertrand drukte een kus op het hoofd van Karlijn en gaf Nina een aai over haar bol. “Hmhm, meneer Vanderlinden, mijn kapsel.”, Nina keek hem door spleetjes van haar oogleden aan door en ging haar kapsel overdreven fatsoeneren. “Oh, excusez moi, mademoiselle.”, en Bertrand maakte een buiging, “Hé, maar wat een lange gezichten net toen ik binnenstapte.” “Ja... Wiskunde.”, zuchtte Karlijn, “We snappen er niks van.” “Zal ik het jullie dan uitleggen?”, vroeg Bertrand, “Even wachten, dan ga ik even tegen mama zeggen dat ik thuis ben en dan kom ik jullie helpen, goed?” “Graag!”, was de dankbare reactie van Karlijn. “Heel graag.”, plakte Nina er achteraan. “Dank je wel, pap.”, zei Karlijn, nadat ze de laatste som voor het wiskundehuiswerk gedrieën getackeld hadden. “Ja, bedankt, meneer Vanderlinden.”, was ook Nina dankbaar voor de genoten uitleg van Bertrand. “Graag gedaan, dames, en als er weer eens iets is gewoon vragen, hè.”, was Bertrands reactie. “Blijf je eten?”, vroeg Karlijn nu aan Nina en meteen daar achteraan, “Mam, wat eten we?” “Lasagne!”, riep Janine vanuit de keuken, “Duurt nog een kwartier.” “Dus?” “Ja, als het mag?” “Moet je even naar huis bellen?”, vroeg Bertrand. “Ja, doe maar.”, zei Nina. “Lief vragen.”, gaf Karlijn haar vriendin mee. |
|||||
|