| |||||
“Aaaaah, fietsen!! Het begint keihard te regenen!!”, gilde Nina ineens. “Wow, haha!”, Karlijn vond het nooit zo erg dat het heel hard regende. Integendeel, ze vond het juist heerlijk. Zeker in de lente- en zomermaanden, dan rook het ook zo lekker na een stevige bui. Als klein kind ging ze altijd in de plassen stampen, zomaar, midden in een regenbui en nu nog kon ze de verleiding meestal niet weerstaan gewoon lekker door de regen te lopen of te fietsen. “Bah, worden we weer zeiknat.”, mopperde Nina. “Nou en? Lekker toch? Thuis kunnen we wel omkleden en door het velletje gaat het echt niet hoor.”, zei Karlijn vol plezier, “Als het dat wel gaat is er iets mis. Haha, je bent toch niet van suiker?” “Nee, maar wel lekker zoet… zo af en toe… vooral als ik slaap.”, sprak Nina in gebroken stukken terwijl ze haar inmiddels natte haren, die door de wind alle kanten uit geslingerd werden, uit haar mond probeerde te houden. “Haha, wat zijn we weer scherp vandaag.”, keek Karlijn gemaakt flauw naar Nina, “Kom op fiets eens een beetje door!” “Zullen we effe schuilen onder die boom daar?”, riep Nina naar Karlijn. “Waarom? Gewoon doorfietsen, nat zijn we nu toch al.”, vond Karlijn die eigenlijk geen zin had te schuilen voor de regenbui en naar huis wilde, “Maar als jij graag nat onder die boom wilt staan in de hoop op te drogen… be my guest.”, en ze boog toch af richting de door Nina voorgestelde boom. “Hèhè, thanks!”, was de dankbare reactie van Nina. “Nou dit helpt ook stùkken, vind je niet?”, giebelde Karlijn, nadat ze een poosje onder de boom hadden gestaan. De boom waaronder ze waren gaan staan, had zijn `schuilfactor` namelijk een aantal minuten geleden al op moeten geven, doordat het zo hard regende dat het bladerdek de hoeveelheid hemelwater niet aankon. De boom had moeizaam toegegeven aan de regendruppels die gestaag vielen, met als resultaat dat het onder de boom net iets minder hard regende dan daarbuiten. Eigenlijk vond Karlijn het toch helemaal niet erg dat Nina voorstelde even een pauze in te lassen, zij het dan om andere redenen dan zij. Het kostte haar namelijk steeds meer moeite de weg naar school fietsend af te leggen, zeker in het `normale` tempo, maar ze wilde zich niet laten kennen. “Jah… Eehm, toch maar doorfietsen dan?”, stelde Nina schoorvoetend voor, met een scheef glimlachje op haar mond. De beide vriendinnen keken elkaar aan en barsten beiden in lachen uit. “Haha, nou kom op dan, gaan we!” En weg waren ze weer, de regen in, op weg naar huis. “Gaan we hierlangs? ”, vroeg Karlijn. “Ja, dá-áág! Ik ga hier rechtsaf, dat is stukken korter! Ik heb het nu wel gehad met die regen! `k Wil naar huis, omkleden en warm worden. Spreek je straks wel weer op MSN ofzo!”, riep Nina terwijl ze naar rechts afboog. “Oké, in ieder geval fijn weekend en tot maandag, enne maak je niet druk om Bjorn!”, riep Karlijn haar na. “Ha-tsjoe…”, kletsnat kwam Karlijn de achterdeur binnen, “Sjonge jonge wat een weer! Zo schijnt de zon…” “En zo ben je een verzopen katje.”, maakte Steffie haar zin af, “Maar dat vind je heerlijk, geef toe.” Karlijn stak haar tong uit, maar lachte erbij. “Kom maar eens hier dan kun je een knuffel krijgen van me.” “Nee, ga weg, niet doen! Ah, nee…”, maar Steffie was te laat, ze had al een kletsnatte arm van Karlijn om haar nek hangen en Karlijns donkerbruine lokken vielen nat over Steffie`s schouder. “Hè bah, Karlijn. Nou is mijn trui ook weer nat…”, bracht Steffie uit. “Ja, nou en, droogt wel weer hoor, ik ga even omkleden. Had m`n regenpak niet bij me. Tot zo!” “Ha, lekker, maak je ook een koppie voor mij?”, vroeg Karlijn aan Steffie toen ze zag dat die inmiddels aan een kop warme chocomelk zat. “Kan je zelf toch ook?”, keek Steffie op van haar boek. “Ja, maar dan smaakt het niet zo lekker. Please?” “Nou, vooruit dan maar. Kom je dan ook even gezellig bij me zitten? Hou ik meteen even pauze.” “Jep. Is goed.” “Geniet ervan!”, zei Steffie en ze zette een kop warme chocomelk voor Karlijn neer. “Dank je! Zal vast wel lukken.”, bedankte Karlijn haar zus, waarop ze meteen vervolgde met, “Hé, wat doe je?” “Huiswerk maken.” “Welk vak?” “Economie.” “Oh, dat snap ik niet, nu al niet… wat moet dat worden als ìk in de vijfde zit?” “No problemo, leg ik je dan wel uit, tegen die tijd… dat duurt nog wel even.” “Yeah right”, zei Karlijn, “Net alsof jij dan al niet allang het huis uit bent. Studeren in Utrecht ofzo.” “En wat dan nog?”, reageerde Steffie, “Dat wil toch niet zeggen dat ik nooit meer thuis kom of dat ik je nooit meer zie? Vast en zeker dat ik dan nog wel tijd heb om jou C gedeeld door N plus V gedeeld door W uit te leggen.” “Oh, gelukkig maar.”, zei Karlijn en tevredengesteld nam ze een slok van haar warme chocomelk. |
|||||
|