| |||||
Tringelingeling, liet Karlijn haar fietsbel rinkelen zogauw ze Nina zag staan op hun vaste afspreekpunt. “Hey Karlijntjûh!!”, begroette Nina haar vrolijk, “Klaar voor vandaag?” “Jep, helemaal.”, lachte Karlijn, “Heb er zin in! Jij?” “Ha, Wansenke zal wel weer gaan zitten zeiken, dat je Engels S.O. gemist hebt…”, dacht Nina hardop. “Ach, ja, kan me eigenlijk niet zoveel schelen. Als ze zegt dat ik hem toch moet maken, dan doe ik dat gewoon. Heb wel een beetje geleerd…”, redeneerde Karlijn nuchter, “Hey, maar hebben we ook nog léuke dingen vandaag?” “Ja-ha, we hebben natuur-scheikunde van Kwakkelmans. Die weet de boel altijd wel op te vrolijken, vind je niet?”, en Nina zag het al weer helemaal voor zich. “Oh ja, weet je nog twee weken geleden?”, begon Karlijn te giebelen. “Ja joh, met Adriaan bedoel je?” “Ja, die ja! Geweldig! Trek hij ineens aan die nooddouche! Haha, Adriaan helemaal kleddernat. Oh, en die keer dat we zelf shampoo mochten maken, enne… met de open dag dat we demonstraties hadden met magnesium, dat was ook echt gaaf”, en voort giebelden en kwebbelden de beide meisjes op weg naar school, terwijl ze onderweg nog allerlei herinneringen ophaalden. “Kijk dan!”, zei Nina geheimzinnig toen ze het schoolplein opreden en richting de fietsenstalling gingen, “Daar”, Nina wees naar de ingang aan de achterzijde van de school, “Zie je hem? Daar in de hoek bij de deur?” “Nnnee?”, was het enigszins vragende en om opheldering verzoekende antwoord van Karlijn. “Ja, kíjk dan! Daar bij Annabel.”, wees Nina nogmaals in de richting van de ingang. “Huh? Oh, je bedoelt Bjorn?”, vroeg Karlijn, “Wat is er met hem?” “Ja, beetje ruzie met hem.” “Oh? Maar je was toch laatst huiswerk bij hem wezen maken?”, verwonderde Karlijn zich over de plotselinge ommezwaai in de relatie tussen twee van haar vrienden. “Ja, gister, maar hij is best wel vreemd.” “Hoezo dat?”. “Nou ja, als ik links zeg, dan wil hij per se naar rechts, snap je?”. “Nee, snap niet.”, gaf Karlijn eerlijk toe, “Leg eens uit wat je bedoelt.”, verzocht ze Nina, terwijl de beide meisjes hun fiets in de daarvoor bestemde houders plaatsten. “Nou ja, misschien hebben alle jongens dat wel, dat weet ik niet, maar Bjorn heeft de laatste tijd èrrug veel last van precies het tegenovergestelde willen doen en zeggen dan een ander, ik in dit geval, doet of wil doen en zegt. Ik snap hem gewoon even tijdelijk niet, denk ik.” “A-ha.”, deed Karlijn net alsof ze er een touw aan vast kon knopen. Ze had helemaal geen zin in die perikelen. Waarom konden Bjorn en Nina niet normaal tegen elkaar doen? Ze kenden elkaar al een eeuwigheid, maar de laatste tijd leek het allemaal anders en Karlijn snapte niet waarom. Bjorn was in haar ogen gewoon Bjorn en Nina gewoon Nina, gewoon zoals ze allebei altijd al geweest waren, zij zag geen verschil. Al kon Nina soms best doordrammen, een beetje `pushen` zoals Bjorn dat dan noemde, en daar hielden heel veel mensen niet van. Karlijn zelf had daar nooit zo`n last van, bij haar deed Nina dat minder of zij trok zich er minder van aan, dat kon ook. Maar andere mensen, waaronder Bjorn deden dan helemaal niks meer, precies het tegenovergestelde of ze gingen Nina ontwijken. Alle drie de opties waren volgens Karlijn niet echt slim en niet de juiste manier om ermee om te gaan, al snapte ze het wel. “Kijk dan, nou loopt `ie ook nog weg ook! Net als wij eraan komen lopen.”, sprak Nina verontwaardigd, midden in Karlijns gedachtegang. “Eehm… niet om het één of ander,”, schakelde Karlijn gauw, “maar heb je er wel eens aan gedacht, dat hij ècht even ergens anders moet zijn, dat hij ons misschien nog niet gezien heeft en je er dus echt niet zoveel achter moet zoeken? Ja, `t is maar een idee”, opperde Karlijn. “Hm, misschien wel…”, gaf Nina met moeite toe. “Kom, Ninaatje, we gaan gezellig naar Engels, daar hebben we tenminste andere dingen aan ons hoofd!”, zei Karlijn met een knipoog richting Nina, terwijl ze haar arm door Nina`s arm stak. Samen liepen de twee vriendinnen richting de talenafdeling van hun school afwachtende wat deze les Engels hen weer zou brengen. “Good morning my dears.”, begon Karen Wansenke elke morgen standaard haar lessen Engels, “Would you please open your books at page fiftysix and Mike you may start reading exercise fourteen. “Nou, lekker saai begin weer”, fluisterde Nina naar Karlijn naast haar. “Sstttt… joh, straks begint het alweer fout vandaag.”, Karlijn wist zich van vorige lessen en gesprekken met haar oudere zus te herinneren dat Wansenke vriendinnen altijd, vaak terecht, extra goed in de gaten hield tijdens haar lessen. “Mike, come on, let`s get started this morning!”, spoorde Wansenke haar leerling aan, “Jeroen, Jelle, Camiel, Esther and Vivian, please put your books on the table and open them at page fiftysix!”, gaf Wansenke een aantal leerlingen de `VIP-treatment`. “Exercise fourteen”, begon Mike, “Liverpool. Waste reduction and separation. As the city of Liverpool generates a huge amount of waste each day, we need to be aware of how to reduce it to maintain our quality of life…” “Hey, waar is Adriaan?”, vroeg Karlijn Nina op fluistertoon. “Weet ik niet, geen idee.” “Was hij er gister wel?”, wilde Karlijn weten. “Eehm ja, volgens mij wel.”, fluisterde Nina terug, “Hoezo, any particular reason why you wanna know, hm?” “Nina, niet vervelen. Mag het toch wel gewoon vragen? Oh, Wansenke kijkt deze kant op, stil!” “Yes, thank you Mike. Zoals we dus in deze tekst kunnen lezen, moet men in Liverpool, net als bij ons, het afval scheiden.”, schakelde Wansenke na het lezen van de tekst over naar het Nederlands. Een gebruik dat ze zich de laatste jaren had aangewend. Ze besprak de opgaven en grammaticale uitleg bijna altijd in het Nederlands of ze papegaaide zichzelf Engels-Nederlands na. “Denkt ze dat we `retards` zijn ofzo?”, hoorde Karlijn Jelle die voor haar zat tegen Esther zeggen. “Pppfff, hihi”, was de reactie van een met haar ogen draaiende Esther. Een reactie die meteen door Wansenke afgestraft werd. “Esther would you be so kind to answer the first five questions? Thank you.” “No I would nòt”, fluisterde Esther recalcitrant, voordat ze toch braaf begon aan het beantwoorden van de eerste vijf vragen behorende bij de zojuist door Mike voorgelezen tekst. “Waarom maakt Wansenke Engels toch zo saai? Dat is ècht een gave.”, vond Nina. “Hmhm, mooie gave dan.”, antwoordde Karlijn. “Karlijn, could you please repeat the answer Esther has given us? Question number three. And please try to say it in English.”, zei Wansenke, die het kletsers altijd graag extra moeilijk maakte. “Eehm of… course…”, begon een in één klap knalrood aangelopen Karlijn, “She said that mister Johnson dislikes the whole idea.” “The whole idea of what, my dear? Welk idee?”, vroeg Wansenke door. “I don`t know, miss Wansenke.”, gaf Karlijn toe. “Wat een bie-à-tsj, dat ze nou net weer jou moet pakken, terwijl Jeroen al de hele les aan het vervelen is. Laat ze die eens pakken, maar nee, dat doet mevrouw nooit.”, sprak Nina haar vriendin toe. “Tsja…”, trok Karlijn haar schouders op. “Hey mevrouw!!”, riep Thomy ineens, “Hier staat dat die meneer zijn afval goed scheidt, haha. Hij scheidt zijn afval!!” En meteen vond Thomy bijval bij een groot aantal klasgenoten. De toon van de les was weer gezet, al had het vandaag langer geduurd dan anders, voordat één van de jongens met een `goede` opmerking gekomen was. Wansenke probeerde uit alle macht de touwtjes weer in handen te krijgen, maar het hek was al van de dam, er was geen houden meer aan. “Hij scheidt zijn afval, ha goeie man!”, complimenteerde Jeroen zijn klasgenoot en een aantal jongens en meiden kwam niet meer bij, zelfs de jongens en meiden die wat trager van begrip waren hadden de grap nu door en lachten hardop mee. “Ja, maar dat schrijf je toch met e-i?”, deed Jordy, die de grapjes van zijn klasgenoten nooit doorhad, een duit in het zakje, waarop hij een flinke tik op zijn achterhoofd kon verwachten van Jacco die achter hem zat. Pets “Slome”. |
|||||
|