| |||||
“Pa-hap! Telefoon!”, riep Steffie vanuit de badkamer, “Pak jij hem nou even op, ik sta hier onder de douche! Pa-hap, telefoon!” “Heb hem al!”, riep Bertrand voorzichtig, om Karlijn niet wakker te maken, “Goedemorgen, huize Vanderlinden”. “Goeiemorgen, Bertrand! Hoe is het bij jullie?” “Ach, Pieter, dat is mooi man! Leuk van je te horen!”, reageerde Bertrand verrast op het belletje van zijn broer. “Pap, heb je de telefoon al?”, riep Steffie nog eens, ze had de reactie van Bertrand niet opgevangen en het drong klaarblijkelijk niet tot haar door dat de telefoon gestopt was met overgaan. “Ja, Steffie! Zachtjes, anders maak je Karlijn nog wakker!”, zei Bertrand richting trapgat, “Sorry Pieter, interne communicatiestoring.” “Gaat alles bij jullie?”, vroeg Pieter nogmaals. “Ja, zo z’n gangetje, hè…We zitten nog steeds in de medische molen met Karlijn, dus dat is wat minder op het moment. Best spannend allemaal en het vergt ook heel wat van Karlijn zelf, al slaat ze zich er moedig door.” “Ja, sterke meid, hè, zit in de familie.”, probeerde Pieter zo luchtig mogelijk te reageren, “En hoe is het met Janine?” “Janine is bij haar moeder momenteel, die heeft een ongelukje gehad en kan de tijdelijke extra verzorging goed gebruiken. Timing kòn niet beter.”, grapte Bertrand, “Maareh… verder gaat alles goed, hoor. En bij jullie? Hoe is het met Keimpe en Dané?” “Ja, Keimpe doet het goed op school, die gaat zonder slag of stoot over. Dané is een ander verhaal, die heeft als echte puber zijnde belangrijkere zaken aan haar hoofd…”, verzuchtte Pieter, “Jij mag blij zijn, jongen, met die twee van jou!” “Ben ik ook, Pieter, ben ik ook. Maar die van jou mogen er ook zijn! Gooi ze niet weg hè!”, sprak Bertrand enigszins belerend, “Dat zijn tijdelijke dingen van Dané, die gaan weer over, geloof me Pieter. Al wens ik Astrid en jou heel veel wijsheid toe, dat zul je bij tijd en wijle echt nodig hebben. Wij ook, hoor.”, plakte Bertrand er nog gauw achteraan, ”Liefde, geloof, vertrouwen, humor, wijsheid en nog veel meer, maar vooral veel, heel veel wijsheid bij het opvoeden van kinders.”, en in gedachten zat Bertrand weer even bij de gebeurtenis van vannacht. “Ja, daar heb je helemaal gelijk in. En als het goed is, hebben we het belangrijkste al meegegeven, is het niet?”, concludeerde Pieter. “De basis is goed, dat komt ook wel weer boven, vertrouw daar maar op. Soms kun je alleen maar bidden voor je kinderen, Pieter.” “Jullie kunnen het weten. Wat moeten jullie je onmachtig voelen op het moment.”, leefde Pieter mee. “Ja, onmachtig, maar tegelijk vol vertrouwen. Het compenseert op de één of andere manier. Heel raar, maar er is evenwicht.” “Gelukkig maar. Wat zouden we zijn zonder.” “Inderdaad, al is het niet altijd even makkelijk. Dat nou ook weer niet. Ik heb ook wel eens m`n momenten… vaker de laatste tijd. Ondanks dat evenwicht, want dat is dan toch wel een beetje verstoord,… al pak ik het wel weer op.”, verklaarde Bertrand nadenkend en niet helemaal goed uit zijn woorden komend. “Sterkte, jongen!”, meende Pieter oprecht, want hij snapte best wat zijn broer bedoelde, “Maar waarvoor ik belde… oh ja, dat gaat nu natuurlijk niet, met Janine bij haar moeder…”, bedacht hij zich opeens. “Wat niet?”, wilde Bertrand weten. “Nou, Astrid en ik, wij vroegen ons af of jullie het leuk zouden vinden, dit weekend bij ons op de koffie te komen… Baukje, Rolf en de kinderen komen ook. Kunnen we weer eens gewoon ouderwets gezellig met z`n allen bijkletsen en elkaar in levende lijve zien…” “Moet ik even overleggen, ik zal Janine eens bellen straks, dan laat ik het je wel weten. Ik moet haar toch nog even spreken.”, verklaarde Bertrand. “Is goed.” “We gaan morgenmiddag jullie kant op. Ma Brescher woont niet ver van jullie vandaan, dus wat dat betreft… maar nogmaals ik kan nog niets beloven. Eerst eens zien hoe het hier allemaal loopt. Ik laat het je weten!” “Prima, en anders spreken we mekaar gauw weer!” “Doeg Pieter en bedankt voor het bellen, hè!” “Spreek je gauw!” “Pap, wordt het niet eens tijd, dat Karlijn uit bed komt?”, vroeg Steffie, toen ze weer fris en fruitig beneden stond, ”Ja, ik wil niet vervelend doen ofzo, maar anders komt ze wéér te laat voor school… enne wat had oom Pieter?” “Ga dan eens voorzichtig luisteren en kijken of alles goed is.”, stelde Bertrand voor, “Dan vertel ik je straks wel wat oom Pieter ‘had’.” “Owkeej”, en langzaam slofte Steffie naar boven. “Pap? Pa-hap?”, fluisterde Steffie geheimzinnig halverwege de trap, “Pap, volgens mij is ze wakker.” “Nou, vraag dan of ze gauw beneden komt”, deed Bertrand geheimzinnig mee, “Dan smeer ik alvast een boterham en schenk een glas melk voor jullie in. Service van de zaak, maar raak er niet al te gewend aan.” “Dank je, Steffie!.”, riep Karlijn haar zus nog na, en hierop liet ze volgen, “Pap, ik ben zo beneden, nog even douchen!” En daar trok ze de douchedeur al achter zich dicht. “Ze is zo beneden, pap. Nog even douchen, zei ze. Ze zag er best wel vrolijk uit weer net. Heel anders dan vannacht in ieder geval.”, bracht Steffie haar vader op de hoogte. Ze wilde eigenlijk nog vragen wat er vannacht allemaal aan de hand geweest was met Karlijn, maar het leek haar beter dat niet op dit moment te doen, dus ging ze rustig aan de achtertafel zitten. Ze keek op haar mobieltje, dat ze verplicht elke avond beneden moest laten liggen, of ze wellicht nog gemiste oproepen of berichtjes had. Daarmee kon ze haar tijd ook wel even volmaken tot Karlijn beneden was, want had ze geen zaken gemist, dan sms`te ze zelf wel even naar één van haar vriendinnen. Ze moesten immer toch van elkaars wel en wee op de hoogte blijven. Liefst vierentwintig uur per dag... “Dank je, meisje. Laten we hopen, dat dat inderdaad ook zo is…”, zei Bertrand terwijl hij de laatste hand aan de ontbijttafel legde. Ondertussen stond Karlijn onder de douche. “Hihi”, giebelde ze opeens, “Dat ene straaltje kriebelt op m`n tong.” “Karlijn, schiet eens op!” “Ja-ha, kom eraan!”, schreeuwde ze in de richting van de deur, terwijl ze met haar tanden haar tong probeerde te krabben. |
|||||
|