| |||||
“Schuitema”, Johan Schuitema nam al zolang hij zich kon herinneren de telefoon op met alleen zijn achternaam. “Ja, goedemorgen, dominee Schuitema, u spreekt met Alina van den Berg.”, begon Alina zenuwachtig. “Ach, Alina, wat leuk, dat je me belt!”, de vreugde was duidelijk merkbaar in de stem van de oude man.”Al is het reeds jaren geleden, dat iemand me met dóminee Schuitema aangesproken heeft.” “Macht der gewoonte.”, bracht Alina in. “Vertel eens, hoe gaat het met jou en Hans en de kinderen?”, vroeg Johan Schuitema geïnteresseerd. “Dominee Schuitema, ik vroeg me af of het goed is, dat ik eens op de koffie kom. Dat praat zoveel makkelijker.”, hoorde Alina zich tot haar eigen schrik ineens zeggen. Hoe kwam ze daar nu zo op?! “Nou, dat is helemaal leuk! Wanneer schikt het je? Jij mag het zeggen, deze oude man heeft toch tijd zat.”, lachte Johan. “Euhm… ja, vanmiddag kan meteen al wel?”, ja nu moet je doorzetten ook, dacht Alina bij zichzelf. “Prima, Alina, zo rond theetijd?”, was de enthousiaste reactie van Johan. “Ja, is goed, ben ik rond half drie bij u!”, probeerde Alina net zo enthousiast uit te brengen. “Tot dan!” Iets voor half drie parkeert Alina haar auto op de oprit bij het huis van dominee Schuitema. “Dag, Alina. Meid, wat fijn je weer te zien!”, met een brede glimlach staat dominee Schuitma Alina al in de deuropening op te wachten. “Goedemiddag, dominee Schuitema”, glimlacht Alina terug. “Kom binnen, kom binnen.”, gebaart de oude man zijn bezoek. “Ja, zullen we doen.”, zegt Alina, terwijl ze haar hand uitsteekt. Deze uitgestoken hand wordt meteen door Johan Schuitema beantwoord en meteen ook handig gebruikt om zijn bezoek richting woonkamer te leiden. Niet veel later zet de oude man een dienblad met koffiekopjes en koektrommel op de voortafel. “Zo, kies maar een lekker koekje voor bij de koffie uit. Ik heb normaal niks in huis, maar ik heb Annegreet, mijn hulp in de huishouding, vanochtend na jouw belletje er even op uitgestuurd wat lekkers te halen.”, verklaart Johan Schuitema. “Dat had toch niet gehoeven, zoveel moeite.”, zegt Alina met blos op de wangen. “Ach, dat heb ik graag over voor een bezoekje van jou. Voel je vooral niet bezwaard.”, en met die woorden houdt Johan haar de koektrommel voor. “Maar… hoe gaat het met Hans en de kinderen?” vraagt dominee Schuitema na een poosje over koetjes en kalfjes gepraat te hebben. “Ja, wel goed eigenlijk. Matthé gaat na de zomer naar de brugklas en Simeon gaat over naar groep 6. Ze hebben het allebei ontzettend naar hun zin op school en op de sportvereniging. En Hans is al aardig opgeklommen, hij werkt nu als adjunct-directeur en decaan op de Hogeschool in de stad.” “Mooi, fijn te horen, dat het ze goed gaat. En… met jou?”, was de logische vervolgvraag die Johan nu ook uitsprak. “Oh, wel goed, hoor. Redelijk verrast door uw kaartje, maar verder lekker bezig. Ik werk 3 dagen in de week op een administratiekantoor bij ons in het dorp, doe vrijwilligerswerk en…” Daar viel Alina stil. Maar Johan pikte het altijd haarfijn op, als iemand iets dwars zat en nu was het niet anders. “Ja, Alina, en… Wat wilde je verder nog vertellen, voordat je ophield met praten?”, vroeg Johan met zijn rustgevende stem en de hem zo bekende zachte glimlach op de lippen. Alina zag aan hem, dat ze dit huis niet zou verlaten, zonder dat de onderste steen boven was. Nou ja, zonder dat ze haar zorgen en verdriet uitgesproken had. “Zeg het maar, meisje.”, moedigde Johan haar aan, “ik zie toch dat je iets dwars zit. Wat is er?” En toen stond Alina zich voor het eerst in jaren toe, verdriet te hebben. Ze gooide al haar angsten en zorgen eruit, ze wist dat ze zeker waren bij deze man. Hij zou haar helpen, hij zou haar weer de rust kunnen geven, die ze zelf dacht gevonden te hebben, maar waar ze nog steeds zo naar hunkerde. “En naast al het verdriet en de boosheid, is er nog onzekerheid... want daar ben ik toch zo goed in als het om sommige dingen gaat. U weet dat ik daar vroeger ook al zo`n problemen mee had, dominee Schuitema. En nou ja, weet u, op een gegeven moment had ik gewoon de durf niet meer om de kerk binnen te stappen…”, fluisterde Alina het laatste stukje van haar zin. “Weet u,”begon Alina na een poosje weer, ”mama zei vroeger vaak: “Zekerheid en zelfverzekerdheid, zelfvertrouwen groeien als je jezelf door dingen heen bijt... Gewoon doen en daarbij door je eigen verlegenheid en onzekerheid heenbijten. Met de Heer. Want Hij is bij je.”, maar daar heb ik niet veel van gemerkt. Niet toen ik jong was en zeker niet toen ik ouder werd.” “En over welk gedeelte hebben we het dan?” vraagt Johan Schuitema. “Het eerste of het tweede?” “Tsja, goede vraag dominee. Ik denk allebei…”, was Alina`s respons, terwijl ze zich op haar onderlip beet en nerveus met haar zakdoekje zat te wriemelen van de zenuwen. “H`m, beide dus…”, herhaalde Johan voor zichzelf. “Ja, dat denk ik. Bij mijn weten heb ik me al heel vaak door dingen heengebeten, maar erg zeker van m`n zaak ben ik bij tijd en wijle nog steeds niet. En dat laatste… vooral na Lucas` overlijden voelde ik Zijn nabijheid niet… meer. Ik denk dat Hij me in de steek gelaten heeft. Ik heb ook niet zo heel veel meer voor Hem gedaan en met Hem gesproken… Echt alles is mislukt, ik heb zoveel mensen pijn gedaan in mijn eigen verdriet. Het lijkt wel alsof Hij me niet hoort.” “Weet je dat wel heel zeker, jongedame?”, sprak dominee Schuitema op de voor hem zo bekende toon. “Nou… ja. Ja, dat weet ik zeker.”, probeerde Alina vol overtuiging te antwoorden, maar uit de toon waarop ze het zei sprak twijfel. “Zeker weten is fijn, want dan hoef je niet te twijfelen.”was de reactie van Johan, “Al ben ik het niet met je eens, maar dat had je waarschijnlijk al gedacht.” “Tsja, ik weet eigenlijk ook niet of ik het wel met mezelf eens ben.”, mompelde Alina terug. En iets later zei ze, “Het ligt niet aan Hem, het ligt aan mij. Hij heeft mij niet losgelaten… ik heb Hem losgelaten. Ik ben weggelopen, ik was eigenwijs, ik was boos, ik was net een verwend kind in mijn reageren naar Hem toe, ik…” Na een korte stilte… “Zullen we eens samen de handen vouwen en de ogen sluiten en met onze Heer gaan praten? Want we kunnen nog steeds alles bij Hem kwijt, dat weet je en besef je toch nog steeds hopelijk, Alina?”, sprak dominee Schuitema op rustige toon. Een zacht “Uh-huh” was de reactie die hierop kwam. Voorzichtig pakte dominee Schuitema de handen van Alina in de zijne. Hij voelt hoe koud ze zijn en hoe ze zachtjes trillen. “Vader in de Hemel, U weet van het intense verdriet en de schuldgevoelens van Alina”, begint Johan Schuitema zijn gebed. Later neemt een opgeluchte Alina afscheid van dominee Johan Schuitema. Ze bedankt hem vanuit de grond van haar hart en belooft gauw weer eens op de koffie te komen en dat maal dan met man en kinderen. “Rij voorzichtig naar huis en doe ze allemaal de groeten van mij, wil je!”, roept Johan haar na. |
|||||
|