| |||||
`s Avonds laat, als de kinderen al slapen en Hans nog even boven achter de computer bezig is, valt Alina`s oog weer op het kaartje dat ze `s middags zo achteloos weggelegd had. Met een kop koffie in de hand reikt ze naar het kaartje op tafel en scheurt de envelop open. Ze ziet een prachtig witte roos met dauwdruppels erop en door dit plaatje heen de tekst: Alles wat ik nodig heb Zijn genade en Zijn liefde, dat is alles wat ik nodig heb. Hij is vreugde, Hij is vrede. Hij is kracht en gaat met mij mede. Ik weet Hij is. En ik ben Zijn geliefde kind. Alina laat de regels even tot zich doordringen. Ja, dit geloofde ze vroeger ook. Ja, vroeger…, waarom nu eigenlijk niet meer? Nadenkend zet ze haar koffie weg en opent het kaartje, daar leest ze. Beste Alina, Het is alweer zo lang geleden, dat we elkaar gezien en gesproken hebben. Toch moest ik vandaag ineens aan je denken. En aangezien alleen mijn denken jou niet laat weten dat er aan je gedacht wordt stuur ik je meteen dit kaartje, zodat je weet dat er aan je gedacht wordt. Toen Jacqueline en ik de gemeente verlieten om van onze oude dag te gaan genieten is het contact verwaterd, iets waar ik achteraf veel spijt van heb. Inmiddels is Jacqueline 3 jaar geleden overleden en woon ik alleen in het nu veel te grote huis. Nu ja, dan gaat een mens nadenken. Ik hoop van ganzer harte dat het je goed gaat en dat de gemeente nog steeds een fijne, veilige plek voor je is. Kan me nog herinneren dat je door een moeilijke periode ging na het overlijden van jullie jongste zoon Lucas. Heb steeds gebeden, dat de gemeente voor jullie een geweldige steun mocht zijn in deze tijd. Laat nog eens wat van je horen! Gods zegen, je broeder in de Heer, Johan Schuitema Stil is ze ervan. Met het kaartje in de handen, zit Alina verbaasd voor zich uit te staren. Tsjonge, dit had ze nou nooit verwacht. Dat dominee Schuitema nog aan haar dacht! Meteen na de eerste verbazing kwam het schuldgevoel. Ze had het inderdaad ontzettend moeilijk gehad en in plaats van dat ze steun zocht bij haar “broeders en zusters” had ze zich van hen verwijderd, ze van zich afgestoten. Ze had niemand willen zien, ze had alle bezoekjes en telefoontjes geweigerd, was niet meer naar de samenkomsten gegaan. Ze had zich afgezonderd. Ze was kwaad geweest op alles en iedereen. Alles wat ook maar een beetje met de kerk čn het geloof te maken had gehad, daarvan had ze zich afgekeerd. Hoe kon ze geloven in een liefdevolle God, als die haar het liefste wat ze had had afgenomen!? Misschien moest ze dominee Schuitema eens bellen, ze kon altijd zo goed met hem praten. Hij snapte haar, hij kon voorbeelden geven, hij kon…. ja, hij kon met haar bidden en altijd had ze zich weer opgelucht, blij, vrolijk, verlost van zorgen gevoeld nadat ze samen gebeden hadden. Misschien… Maar Alina deed ook nu weer wat ze de laatste jaren altijd deed, iets waar ze heel goed in geworden was als dingen te dicht bij haar gevoelens in de buurt kwamen… voor zich uit schuiven. Ze legde het kaartje weg, liep naar de tv, zette deze aan en ging verder met koffiedrinken. |
|||||
|