| |||||
Oma zit in haar schommelstoel breien als Gabrielle binnenkomt. Ze heeft het Boek van Hoop onder haar arm. En ben je er een beetje wijzer uit geworden? Gabrielle legt het boek op de tafel neer. Wat staan hier een vreselijke dingen in zeg en zoveel dingen die ik niet begrijp. Oma lacht. Ja Gabrielle er zijn in dit leven helaas dingen die wij niet kunnen begrijpen. Maar ik ken wel iemand die je misschien wat verder kan helpen. En misschien antwoord kan geven op een paar vragen waar jij mee zit. Wie oma alstublieft zeg het me. Weet je nog dat ik je vroeger weleens meenam naar een witte kapel? Gabrielle denkt even na. Was dat die kapel met die mooie ramen en die schilderingen op het dak? Ja inderdaad vroeger stonden de deuren altijd open. Op Woensdag beklommen we vaak samen de berg. Ik nam dan een kruik Vlierbessen sap mee en als we halverwege waren hielden we even een stop voor een pauze. Ja het was altijd een hele klim. Maar als we dan eenmaal in de kapel waren wilde je ook bijna niet meer mee terug. Maar oma die kapel bestaat toch niet meer? Die is toch verdwenen toen Dominee Haselt kwam? Nee lief kind de kapel bestaat nog steeds alleen zijn wij hem vergeten. Toen opa een dag ging wandelen wilde hij nog een keer in de kapel langs om een kaarsje te aan te stekken en te bidden. Maar toen hij bij het pad kwam was het haast onbegaanbaar. Bomen waren omgevallen en scherpe rotspunten staken uit de grond. Je opa liet zich niet kennen en wilde toch koste wat kost naar de kapel. Hij begon aan de klim maar moest halverwege helaas afhaken. Het was te zwaar voor hem. Wel zag hij voor hij omkeerde de schaduw van de witte kapel. Misschien als je het aankunt kun jij misschien wel die klim maken en Hoopfulis de monnik opzoeken. Ik zal erover denken oma en als ik het aandurf zorg ik eerst dat ik goed uitgerust ben. Hoopfulis zat nog steeds over het boek gebogen. Hij begreep het nog steeds niet. Wat betekenden die lege pagina’? He wat was dat? Op de lege pagina voor hem verschenen opeens letters: De dochter keert terug naar de witte kapel De dochter keert weer terug? Hoopfulis begreep er niet veel van. Kwam er na al die jaren dan toch iemand naar de witte kapel? Het hele dorpsplein stond vol met mensen. Dominee Haselt en zijn vrouw vertrokken. Allebei hadden ze een koffer in hun hand. Langzaam en statig liep Dominee Haselt door de menigte. Niemand zei iets. O wat voelde dat goed. Hij Dominee Bobbes Haselt zou een heel dorp voor schut kunnen zetten als hij met zijn bewijs terug zou komen. Hij zou er wel voor zorgen dat ze dan nog banger voor hem waren. Mevrouw Haselt liep schichtig en een beetje gebogen door de stoet. Zij was helemaal niet zoals haar man. Nee zij was geen vrouw die er van hield een hoge status of veel aanzien te hebben. Ze waren aan het einde van de stoet. Vlak voor hun was het bos. Het zou nog wel even duren voor ze het huis zouden bereiken. Voor ze verder liepen draaide Dominee Haselt zich nog een keer om. Op de dag van mijn terugkomst verwacht ik dat iedereen net als nu op het plein op mij en mijn vrouw staat te wachten. Toen draaide hij zich om en verdween met zijn vrouw in het bos. Heb je alles bij je? Gabrielle keek haar rugzak nog een keer na. Vlierbessensap, moskoeken, een lantaarn, wollen deken voor als het koud zou zijn boven op de berg en natuurlijk het belangrijkste van alles Het Boek van Hoop. Ja alles zat erin. Ze gaf haar oma een kus en begon toen aan haar tocht. Doe wel voorzichtig riep oma haar nog na. Daar ging ze, op weg naar de witte kapel, naar Hoopfulis en naar antwoorden. En ziet u al iets? Demion liep zenuwachtig heen en weer. Aan de tafel zat een vrouw met een grote glazen bol voor zich. Met haar handen maakte ze draaiende bewegingen over het glas. De vrouw aan de tafel was Futuris. Vroeger woonde zij net als hijzelf in Neveria maar toen Dominee Haselt gekomen was had hij haar weggestuurd en haar een duivelse vrouw genoemd. Nu was ze net als Demion uit op wraak en ook als kon ze in de toekomst kijken. Haar bol liet haar nog niet zien of ze dat ook zou krijgen. Zie je al wat? Vroeg Demion nogmaals. Langzaam begon het binnen in d bol te roken. Ik zie een meisje van een jaar of 18 ze heeft lang bruin haar een mooi gezicht en punt oren. Een Neveriaan siste Demion. Ze heeft een rugzak bij zich en is aan het klimmen. Ze klimt een hele hoge berg op. Wat schreeuwde Demion. Nee dat kan niet dat mag niet. Ze is op weg naar de witte kapel. Hij greep met zijn handen naar zijn hoofd. Wat moet ik nu. Er kwam een gemeen lachje rond de mond van Futuris. Rustig maar Demion ik ken wel iemand die kan helpen. En geloof me zij zal de witte kapel niet bereiken. En om die voorspelling te doen hoef ik mijn glazen bol niet om raad te vragen. Ze wilde haar bol weer opbergen toen hij weer begon te roken en gloeien. Ze zette hem weer terug op tafel. Ik zie nog twee mensen die hierheen komen. Wie? Het zijn een man en een vrouw. Ze hebben allebei een koffer bij zich. De man ziet er erg netjes uit. Dat moest Dominee Haselt zijn en die andere persoon was vast zijn vrouw. Wat kwamen zij nu weer doen? Ach wat maakte het ook uit. Nu kon hij twee vliegen in een klap slaan. Futuris zou je me nog een dienst willen bewijzen? Futuris glimlachte: Met genoegen Demion. |
|||||
|