| |||||
Oma zat in haar gemakkelijke stoel. Opa was al naar bed en Gabrielle zat op de grond een boek te lezen. Opeens hield ze op met lezen. Oma is het waar wat opa vanavond vertelde? Ik bedoel u weet toch net zo goed als ik dat spoken en geesten niet bestaan. Oma dacht even na. Ik geloof opa wel degelijk. Ze stond op en liep naar de boeken kast. Ze liet haar vingers langs de boeken glijden. A hier staat hij. Ze pakte een groot zwart boek uit. Voorop de kaft stond: Boek van Hoop. Ze ging weer terug in haar stoel zitten. Gabrielle stond op en kwam bij oma staan. Dit boek heb ik jaren geleden van Garandes gehad. De monnik die voor Hoopfulis in de witte kapel woonde. Ze sloeg het boek open. Maar op die pagina staat helemaal niets? Inderdaad dit is de tijd waarin we nu leven. Niemand weet nog wat er gaat gebeuren. Jij niet ik niet en dus het boek ook niet. Wat het boek wel weet schrijft hij op kijk maar. Oma sloeg een paar bladzijden terug. Die waren beschreven met mooie sierlijke letters. Je mag het wel lenen om er in te lezen. Gabrielle pakte het boek van oma aan. Die avond in bed had ze het boek opengeslagen op haar kussen liggen. De winter is weer voorbij. Alles in Neveria is mooi en vredig. Maar helaas zal dat niet altijd zo blijven. Er zal een tijd komen dat er een strijd losbarst tussen goed en kwaad. Het kwaad is nog niet geboren maar het zal spoedig komen. In een droom kreeg ik de naam van degene die voor alle ellende gaat zorgen te zien. Voor degene die dit leest is dit misschien nieuw maar in een nog ouder boek dan dit werd het al voorspeld. Neveria zal weggevaagd worden. Geschrokken sloeg Gabrielle het boek dicht. Maar dat is vreselijk dat kan toch niet waar zijn. Ze keek nog eens naar de voorkant van het boek. Daar stonden nog steeds de letters Boek van Hoop. Maar wat hier beschreven stond kon je toch geen hoop noemen. Hoe kon iemand dit nu willen. Neveria weggevaagd dat zou toch vreselijk zijn. Heb je al gehoord wat Xinx meegemaakt heeft toen hij gisteravond van de markt terugkwam? Ja Konix de slager vertelde het mij. Heb jij ooit geweten dat er op die plek een huis stond? Nee ik niet maar ik kon niet meer in de zuidkant van het bos dat kan ik je wel vertellen en mijn kinderen laat ik er ook niet meer heen gaan. Het was weer zover. Iedereen in het dorp had het over het spookhuis in het bos en de schimmen die Xinx die avond had gezien. Die dwaas was gewoon niet lekker geweest. Was zeker voor hij naar huis was gegaan nog even langs het café geweest. Daar had je er weer twee op de hoek van de straat. Heb jij het al gehoord? Dominee Hastel was het spuugzat. Zelfs Zondag na de dienst had hij er mensen over gehoord. Ze moesten het over zijn preek hebben. Niet wat een of andere dronkaard verkondigde. Hij zou wel bewijzen dat er niets mis was met dat huis. Bewijzen dat Xinx dronken was geweest. Spoken, geesten, vage schimmen. Kom nu zeg, hoe verzint hij het. Nee hij zou het gaan bewijzen als dat huis überhaupt wel bestond. Het Boek van Hoop? Hij ging er toch voor zorgen dat er geen hoop meer was. En nu had hij gehoord dat die oude dwaas een boek bezat dat het boek van de Hoop heette. Demion wist niet precies wat het Boek van de Hoop was. Maar het woord Hoop stond hem sowieso niet aan. Hij moest dat boek in handen krijgen, kijken wat er instond en als het nodig was vernietigen. Maar hoe kon hij het in handen krijgen? Inwoners van Neveria. Ik ben die onzin over dat huis spuugzat. Ik zal jullie bewijzen dat er niets maar dan ook niets mis is met dat huis. Dominee staat midden op het plein op de rand van de fontein die het midden van het plein vult. Om het te bewijzen zal ik er met mijn vrouw voor een week intrekken. Als ik terug kom op de zevende dag wil ik niets meer over spoken, geesten, of dat huis horen. De dorpelingen zijn stil. Dominee Haselt gaat van de fontein af en loopt door de menigte naar zijn huis. Voor hij naar binnen gaat roept hij nog: Vanavond zullen mijn vrouw en ik vanaf het plein vertrekken. |
|||||
|