| |||||
Geen Neveriaan heeft ooit van dit voorval geweten. Veel moeite om de mensen weg te houden uit de witte kapel hoefde Demion namelijk niet te doen. Er kwam al vrij snel een nieuwe Dominee in Neveria wonen. Dominee Haselt was zijn naam. Hij regeerde het dorp met harde hand. Alle Neverianen waren bang voor hem. Er werd in het dorp een nieuwe kapel gebouwd en daar hield Dominee Haselt iedere Zondag zijn preken over Hel en Verdoemenis. Owee als je een Zondag niet aanwezig was in zijn dienst. Dan kon je er op reken dat Dominee Haselt nog die zelfde Zondagmiddag bij je op de stoep stond. In het dorpje Vedeks laadt een boer zijn kar in. Het is een drukke dag geweest. De hele dag heeft hij op de mark gestaan en aardig wat groenten en fruit verkocht. Zo nog even de laatste kratten op de wagen en dan snel naar huis. Het is een mistige avond. De boer is bijna thuis alleen nog een klein stukje door het bos. Opeens begint het paard voor de wagen zenuwachtig te briesen. Rustig, rustig jongen we zijn bijna thuis. De boer vond het zelf ook niet prettig om met zo’n dichte mist door het bos heen te gaan. Maar ja op een andere manier kon je Neveria niet bereiken. Wat was dat? Daar aan de linkerkant was opeens een grote schaduw te zien. Het leek……het leek wel een huis. Wie zou daar nu willen wonen dacht de boer. Zo midden in een bos helemaal afgezonderd. Zijn paard begon nog harder te briesen en wilde omkeren. Nee jongen rustig nu we zijn er bijna. Ik vind het ook niet fijn om met mist in het bos te rijden. Maar we gaan nu niet terug wij zijn er bijna. De mist werd steeds dichter. De boer kneep zijn ogen tot spleetjes. Rot weer dacht hij bij zichzelf. Opeens was er een harde knal te horen. Het had iets weg van een harde donderslag. Het paard schrok en sloeg op hol. Ho rustig nu jongen. De boer probeerde wanhopig zijn paard tot stilstand te krijgen. Voor zich zag hij opeens een silhouet van een man op het pad. Stop nu toch jongen. Toen ze vlakbij de man waren was hij opeens verdwenen. Het paard stopte met een noodgang. De boer keek verbaasd. Kom jongen we moeten snel weg hier het spookt hier. Zo snel als hij kon reed hij het dorp in. Hoopfulis zat aan een houten tafel in de witte kapel. Hij was verdiept in een groot boek. Het was een boek dat al heel lang geleden geschreven was. Het boek was van generatie naar generatie gegaan. En nu was het zijn beurt om het te lezen. Er was alleen 1 ding heel opmerkelijk aan dit boek. Er zaten nog heel veel witte pagina’s in. Hoopfulis wist niet goed wat hij ermee moest. Moest hij er zelf in gaan schrijven? Nee dat zou zonde zijn van het oude boek. Het bladerde een stukje verder. He dat was gek zag hij het goed? Op deze pagina stond wat er een aantal jaren geleden gebeurd was. Maar de dienaar was ontrouw en werd verbannen uit de witte kapel : Las hij. Hij bladerde nog een pagina verder. Tevergeefs opent de monnik ieder zondag de deuren van de kapel. Maar geen enkele levende ziel laat zich meer zien. Dit was een heel bijzonder boek. Dus als hij terug bladerde kon hij lezen wat zijn voorvaderen allemaal meegemaakt hadden. Hij begon weer te lezen. Ja vrouw en zo is het gegaan. De boer zat aan een tafel in de huiskamer. Hij was nog nauwelijks bijgekomen van wat hij die avond had gezien. Ik zeg het je vrouw het spookt in dat bos. Ik heb het zelf gezien het is er niet pluis. De deur van de kamer ging open. Gabrielle kwam binnen. Ach schat opa en ik wilde net thee gaan drinken wil je ook een kopje. Lekker oma, Maar opa wat is er met u? U ziet zo bleek. Kom maar zitten dan zal ik je het vertellen. Oma komt ondertussen met een dienblad met een theepot, kopjes en een schaal moskoekjes in haar handen binnen. Ze zet het blad op tafel. A moskoekjes Gabrielle ’s favoriete koekjes. Oma kan zo lekker bakken en koken. En vooral gerechten van vroeger. Gerechten uit de oude Neveriaanse keuken. Opa begint het verhaal nog eens te vertellen. Gabrielle luistert gespannen. Tot zover gaat het goed. Al jaren is er geen levende ziel meer in de witte kapel geweest. En wat hij er heeft moeten doen? Niets. Dankzij die Domiee Haselt liep alles op rolletjes. Alleen nu werd het tijd dan de Neverianen ook niet meer naar hem gingen luisteren. Nee hij ging een beetje teveel op die oude dwaas Hoopfulis lijken. Demion had een duister plan verzonnen om dominee Haselt uit het dorp te krijgen. En zijn eerste stap was vanavond al geslaagd. Binnenkort zou er zelfs niet een levende ziel meer in Nerveria te zien zijn. Hij zou er voor gaan zorgen dat niemand meer iets met een Dominee of kerk te maken wilde hebben. In Neveria niet en in de toekomst niet. En ze moesten niet denken dat hij al die jaren stil gezeten had. Hij was zich bezig gaan houden met zwarte magie. Hij had verschillende dingen al aardig onder controle. |
|||||
|