| |||||
Het was slechts een minuscule trilling; méér niet. Maar de elektromagnetische puls doorkruiste de slapende ruimte en raakte daarbij een onooglijk metalen elementje. Hoewel diep verborgen in een half kunststoffen en voor de andere helft uit aluminium gevormde schelp, had het in stilte kloppend elektronisch hart op deze vederlichte streling liggen wachten. Opdrachten werden verstuurd, informatie werd gesorteerd, de krachtbron werd aangesproken en licht gegenereerd. Tegelijkertijd zorgde een razendsnel proces ervoor dat twee nieuwe trillingen werden opgewekt. De eerste was een relatief trage sinusgolf van kinetische aard die de volledige schelp in beweging bracht. De tweede, die vrijwel op hetzelfde moment begon, was atmosferisch van karakter en varieerde op meerdere manieren binnen een frequentiebereik van honderd tot twaalfduizend trillingen per seconde. Vanuit één van de voorvakjes van een versleten rugtas probeerden een afgeschermd schijnsel, een laag bromtoontje en een kort, vrolijk maar helaas gedempt muziekje de aandacht te trekken. Het tienermeisje dat voor het grootste deel onder de dekens op het bed naast de tas verscholen ging, merkte het dubbele geluid achter haar wel op, maar was intussen te ver weg om het thuis te brengen. Het kwam haar bekend voor, dat wel, maar het had alles kunnen betekenen. Diep in haar binnenste, waar haar bewustzijn steeds verder in de richting van een zeker Koninklijk Waterrijk afgleed, was een slapend prinsesje nog altijd klaarwakker. Hé! Een smsje! dacht Lidhia, die het geluidje intussen goed kende. Van wie zou het komen!? Ze opende haar ogen. Ik hoop niet dat het van die enge man is, gingen haar gedachten zonder merkbare overgang verder. De gevoelens die Gabriëlle daar telkens bij heeft zijn zó afschuwelijk! Ze herkende de zachte, gekleurde lichtgloed van het plafond in haar royale kamer en besefte dat ze opnieuw wakker was. Heel bewust genoot ze even van het veilige gevoel van water, dat via haar mond haar lichaam binnenstroomde en met het dalen van haar borstkas warm langs haar middel uit de kromme openingen van haar kieuwen werd gedrukt. „Dat berichtje in je telefoon zal nog even moeten wachten, Gabriëlle,” fluisterde ze. „Maar ik vind het een geweldig idee van je om naar bed te gaan! Zo kunnen we zònder ongerust te hoeven zijn over jouw veiligheid tòch naar de bibliotheek gaan!” Lidhia zwom behendig richting de vertrekken van haar zusje. Gabriëlle genoot van de acrobatische capriolen en het langs Lidhia’s ranke lichaam strelende water. Ze dacht: Laat dat smsje maar mooi wachten! Dit is véél leuker! Tot Lidhia’s verbazing bleek Tirashya in gesloten toestand op haar spiegelbed te liggen. „Dàt is niet helemaal gebruikelijk?” observeerde ze fluisterend om Gabriëlle een indruk te geven van de reden achter haar opgetrokken wenkbrauwen. Gabriëlle bedacht dat ‘hun’ zusje tòch nog banger moest zijn dan zij eerder had aangenomen. Arm meisje, dacht ze. „Tirashya?” vroeg Lidhia nèt boven fluisterniveau, haar hoofd vlakbij de positie van dat van haar zusje. En toen iets harder: „Ti-hirsch?” Er kwam geen reactie. Lidhia klopte eens op de schelp. Nog steeds geen beweging. Opnieuw fluisterde Lidhia Tirashya’s naam. Nu klikte eerst één paneel weg, waardoor een smal spleetje ontstond. Bijna direct daarop trokken krachtig terugslaande pantserplaten diep rommelende sporen van imploderende vacuümbellen door het water. „Lidhia!” zei Tirashya verrast, terwijl ze haar helderroze verlichting liet opkomen. „Slááp je nog niet?” „Ik hèb al een tijdje geslapen!” antwoordde Lidhia met een grijns. „Alleen nu ben ik weer wakker! Gabriëlle en ik vroegen ons af of je nog zin hebt om naar de bibliotheek te gaan.” „Gabri…,” reageerde Tirashya, die de naam niet afmaakte maar direct op een nieuwe vraag kwam en die afvuurde: „Is alles dan nu goed met haar!?” Wéér die lieve zorgzaamheid, merkte Gabriëlle waarderend op. „Ja, ze is veilig thuisgekomen. Daar is ze naar bed gegaan om te slapen, zodat wij hier verder kunnen gaan zonder ons bezorgd te maken.” „Goed plan!” waardeerde Tirashya dat initiatief tot Gabriëlles genoegen. „Zullen we mamma weer mee vragen?” Lidhia aarzelde: „Maken we pappa dan óók niet wakker? Ik weet niet of hij het goed zal vinden…” „O, we hoeven niet langs hun slaapkamer te gaan,” glimlachte Tirashya ondeugend. „Kom maar, gaan we direct naar de bibliotheek.” „Tirashya, de wachters laten ons nóóit binnen zonder pappa’s uitdrukkelijke bevel!” „Kòm nou!” drong Tirashya ongeduldig aan. Zij was al op de gang. Een warme stroom water ontsnapte langzaam aan Lidhia’s kieuwen voordat ze in beweging kwam en haar zusje volgde. |
|||||
|