248817
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Keiharde dromen
290 Chagrijnig
Door: EsQuizzy
Commentaar van de schrijver:
Categorie: Drama / Roman
Geschatte leestijd: ca. 4 minuten

Het onderwerp van zowel Gabriëlles gedachten als die van Lidhia was intussen met zijn hoofd bij een ander meisje. Op het moment dat Tim het gebouw binnenstapte was Amber juist de buitendeur gepasseerd, opvallend omringd door een groepje van haar leeftijdsgenootjes. Zwijgend en, op een minder bewust niveau, bewonderend had hij haar even nagekeken tot het blonde meisje in het trappenhuis bij de docentenkamer verdween. Het was hem dadelijk opgevallen dat er ook jongens bij haar liepen.
Daar zat hij nu chagrijnig aan te denken. De les kon hem nu niet boeien. Slechts zijdelings had hij opgemerkt dat Gabriëlle niet aanwezig was, maar sommige dingen wenden snel — ze had datzelfde kunstje deze week tenslotte al eerder vertoond. Aan die steen zou hij zich géén tweede keer stoten.
Sukkel die je daar bent! schold hij zichzelf in gedachten uit. Natuurlijk is Amber juist nú, na gisteren, opeens hartstikke interessant voor de jongens uit haar klas! Daar kom jij niet meer tussen, hoor! Hij vroeg zich af of die interesse zich tot de jongens uit haar klas zou beperken en betwijfelde dat. Voor de jongens uit zijn eigen laag zou Amber zeer waarschijnlijk als een zonderlinge curiositeit gaan gelden, bedacht hij. De gedachte dat dat voor hem zelf óók wel eens het geval kon zijn, verdiepte zijn chagrijnige bui nog eens een paar vadem.

Gabriëlle was, zonder dat ze het zelf bemerkte, druk bezig om uit de diepten van haar denken omhoog te klauteren. Voornamelijk was dit te danken aan een nieuw onderwerp dat haar gedachten bij haar negatieve zelfbeschouwing had weggelokt: de ontwikkelingen die ze de afgelopen nacht in Liliaño met Lidhia had meegemaakt. Ze liep stevig door over het grote veld.
Rechts van haar stond een groot, vierkant landhuis aan de grote weg, met vanillegele muren en een oranje puntdak. Het natuurgebied leek wel een uitbreiding van de achtertuin die bij dat huis hoorde. Ze vroeg zich af hoe het zou zijn om daar te wonen met een dergelijk uitzicht.
Er kwam rook uit één van de schoorstenen. Dat zag er knus uit, en warm: Gabriëlle kon het niet helpen aan een behaaglijk warm plekje op een dik kleed voor een brandende open haard te denken — en juist daardoor werd ze zich extra bewust van de kou, zoals wel vaker gebeurde wanneer ze aan iets prettigs dacht wat op dat moment buiten haar bereik lag. Ditmaal bewust stuurde ze haar gedachten opnieuw bij. Ze besloot om maar hardop te denken, dan zou Lidhia het óók meekrijgen. Ze liep hier tòch alleen in het wijde landschap. Nou ja, die paar imposante koeien niet meegerekend, die schuin voor haar uit zorgeloos van de lage struikjes stonden te eten. Maar goed, die verstonden haar tòch niet — net zo min als zij hun loeien zou kunnen volgen. Tot nu toe waren ze zwijgzaam, in ieder geval.
„Ik schrok zó toen je die ene steen uit die stapel getrokken had en die muur begon in te zakken! Alles leek wel in te storten rondom jou, afgelopen dag. Raar, hè? Eerst die kasten in de bibliotheek, en daarna die muur die toen die tekst bleek te zijn! Die vreemde instortingen zorgen er anders wèl voor dat er nieuwe dingen gevonden worden over jullie verleden — of nou ja, eigenlijk óúde dingen. Dat vind ik wel heel mooi.”
Op Gabriëlles nadering vlogen er een paar kleine vogeltjes met een licht maar overduidelijk verontwaardigd getjielp op uit de ruige bodembegroeiing, die niet alleen uit gras bestond maar ook veel andere kleine plantensoorten herbergde. Gabriëlle fronste: als die vogeltjes nou gewoon waren blijven zitten, waren ze haar vanwege hun schutkleur nóóit opgevallen tegen de wit-bruin-zwart gevlekte ondergrond! Ze vervolgde tegen haar koninklijke vriendin: „Ik vraag me nog steeds af wie die boekenkasten omver heeft geduwd. Het lijkt me dat je daar nog aardig wat kracht voor moet hebben!”
Haar gedachten dreven weer verder door de afgelopen dag onder water. De bijzetting van Kirja en de militairen; het schip —
Plotseling stond ze stil. Ze hijgde: „Lieve help! Dat schip!!! Lidhia, hoe kon ik dat vergéten!? Ik moet iemand vertellen van dat schip! De familie van al die mensen die aan boord waren moet verteld worden dat het gezonken is!!!”
Ze bedacht eerst dat ze het beste de politie kon bellen, via het alarmnummer. Ze had haar telefoontje al klaar om te bellen toen ze zich realiseerde dat de politie waarschijnlijk naar de naam van het schip zou vragen — en die wist ze niet! Lidhia’s blik was blijven hangen bij het logo van de V.O.C., omdat ze de letters herkende van de gevelsteen. Direct daarop was ze zó van die standbeelden op de achtersteven geschrokken, dat ze hals over kop teruggedoken was onder water…
„Zó veel nagemaakte V.O.C.-schepen kunnen er niet rondvaren,” mijmerde ze, nadat ze omgedraaid was en dwars over het veld in de richting liep waarin ze haar fiets vermoedde. Ze liep stevig door, en op dit moment bleek haar adrenaline genoeg warmte in haar lichaam te veroorzaken om het feit dat ze het koud had te verdoezelen. „Even zien: de Amsterdam, de Batavia — o ja, dàt was die rare naam — de Prins Willem kàn niet, want die is afgebrand… en meer wéét ik er niet. Maar ik meen me te herinneren dat allebei die schepen ergens in een haven liggen, als een soort van openluchtmuseum…”
Opnieuw stond ze stil. „Idee!” zei ze hardop en met een opgewektere stem dan haar gevoelens aangaven. Ze flapte haar mobieltje open en hield de ‘4’ even ingedrukt, voordat ze de klep onder haar krullen schoof.
Lidhia genoot van de vreemde geluidjes die haar zo langzamerhand vertrouwd aandeden. Ze vroeg zich af welke stem nu gauw in Gabriëlles oor zou gaan klinken — en of zij die stem zou kennen of niet.
Gabriëlle onderbrak het belsignaal echter voordat er opgenomen werd. Neerslachtig mompelde ze: „Maar ik heb geen flauw benul wáár het schip gezonken is — en àls ik dat zou weten, zou ik het aan niemand willen vertellen…!”
Ze stampte gefrustreerd met haar voet en keek weg richting de horizon: wat een afschuwelijke toestand was dit!
Het deed haar humeur ook geen goed.

Gepost op 10-10-2010 om 21:25 uur
149 keer gelezen
<< Vorige in deze serie

Alle verhalen in deze serie (Keiharde dromen)
Alle verhalen van deze schrijver (EsQuizzy)



Door:
Leuk stuk weer, Esquizzy. Er is alleen een zin die ik niet zo begrijp. *Nou ja, die paar imposante koeien....* enz. Ik heb m drie keer overgelezen en in mijn beleving missen er twee woordjes; afgezien van...
Ik zou het lezen als *Nou ja, afgezien van die paar.....* enz. Maar misschien leg ik de klemtoon verkeerd.
Gepost op 10-10-2010 Om 21:48
Om die reden eindigt die zin met het woordje "dan". In mijn beleving is het geen probleem zo, maar ik neem je voorstel tot wijziging aan om verwarring te voorkomen. =)

Dank je voor het aanwijzen!

Gepost op 10-10-2010 Om 21:53

Door:
Youre most welcome.
Gepost op 10-10-2010 Om 21:55
You remind me of one of my own characters, called Fraghiriun.

Another time.
Another world.
Another story.
A different language.

=)

Perhaps I’ll let you read it, some day.

Gepost op 10-10-2010 Om 22:11

Door:
You make me curious. Was it what I said or who I am that reminds you?
Gepost op 10-10-2010 Om 22:15

What you said. Definitely.

=)

Gepost op 10-10-2010 Om 22:26

Door: Tines
King Father. Over andere verhalen die hierin opduiken gesproken: wat weet Tim van de meetmaat `vadem` uit het koninkrijk Lilliano?

Ik vind dat je Tim en Gabriëlle realistisch neerzet, trouwens!
Gepost op 11-10-2010 Om 13:58

Door: EsQuizzy

KiFa, ja. =)
I thought you might remember. *bloempje*

De meetmaat ‘vadem’ is een standaardmaat. Tim hoeft die hier niet te kennen: ik ken hem als auteur, en daar gaat het hier om. Toch? =)

...Maar we kùnnen het hem eens vragen! =D

Gepost op 11-10-2010 Om 14:30

Oh, sorry: bedankt voor het compliment!!! *bloempje*

Gepost op 11-10-2010 Om 14:31

Door: Tines
Of course I do! Still waiting for more of that story to come...

Aha, ik ben niet zo thuis in die maten. Vandaar. Maar als je Tim tegenkomt, mag je het hem natuurlijk vragen!
Gepost op 11-10-2010 Om 15:36

Ik weet niet meer waar ik gebleven was. Long time no read. *blush*

’k Zou dus opnieuw met posten moeten beginnen.

Daarbij, het werd niet goed gelezen.

=)

Maar bedankt voor het leuke compliment!

Gepost op 11-10-2010 Om 16:08

Door:
Esq.,ik zie dat je de tekst hebt aangepast. Is er beter op geworden. Mijn compliment.
KiFa; daar heb je al eens eerder naar verwezen. Volgende week is het herfstvakantie Dan heb ik veel tijd
Gepost op 11-10-2010 Om 15:53

We zullen eens kijken. =)

Gepost op 12-10-2010 Om 08:14

Door: kiezel
Ben even aan het bijlezen (rustig op het werk...
Je weet natuurlijk dat getjielp niet in het Groene Boekje staat (getjilp wel), en hebt klaarblijkelijk bewust voor een zelfgekozen vogelgeluidje gekozen?
Gepost op 11-11-2010 Om 15:04
De Vogelbescherming heeft niet lang geleden een oproep gedaan om niet-nader-omschreven vogelgeluiden een naam te geven. Zoals "Een uil krast", "een kraan haait" (ja...), "een mus tjilpt" en zo. Dat werk. Er zijn namelijk ook vogelgeluiden waarvan we niet zo’n omschrijving hebben.

Trouwens, onze grote nationale vogelheld Nico de Kraan Haai Haan heeft onlangs een vogelboek uitgegeven met de titel "Tjielp!"...



...dus ik denk dat het nu wel tot algemeen aanvaard tjilpgebruik verheven is.

=D

Dank voor je leuke reactie!

Gepost op 11-11-2010 Om 15:18

Door: kiezel
Gepost op 11-11-2010 Om 15:28

*grinnik*

Ik kom er zojuist achter dat W.G. van de Hulst het woord ‘tjielpen’ (jawel!) maar liefst tweemaal gebruikt op pagina 160 van de 9e druk van Het Grote Voorleesboek (1e druk 1947, 9e druk 1975).

Conclusie: Het Groene Boekje loopt achter — en niet zo’n béétje ook!

=D

Gepost op 14-11-2010 Om 19:55

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.