| |||||
Voor Gabriëlle was de oorzaak van Lidhia’s paniekaanval niet meteen helemaal duidelijk, vooral omdat ze wel de emoties maar niet de gedachten van de waterlinge mee kreeg. Wat haar echter wèl duidelijk was, was dat haar vriendin een enorme ommezwaai moest hebben gemaakt in haar gedachten. Zodra de mededeling van poortwachter Cadosh bij Gabriëlle was binnengekomen, had ze ergens diep in haar hart geweten dat het bloed van de luchtlingen (zo dacht zij al over haar medemensen, merkte ze in zichzelf op) aan de handen van de kroonprins kleefde. Maar bij de prinses leek die waarschuwende gedachte op dat moment nog steeds niet aanwezig: Lidhia’s emoties gaven geen blijk van wantrouwen richting haar broer tot het moment dat ze het wrak hadden zien liggen. Op dat moment, direct na de eerste schrik rond het zien van de verdronken zeelui, had zich een veel grotere angst bij Lidhia aangediend — een angst die heel duidelijk op iets of iemand gericht was, en die al het andere aan de kant drukte op het moment dat Rehinor aanbood om bij haar te blijven. Lidhia trok zich terug van haar broer! Een bijzonder naar gevoel was het, al was Gabriëlle tegelijk opgelucht dat Lidhia het nu zèlf ook door leek te hebben. Wat dènk je nu allemaal, Lidhia? vroeg het machteloze meisje dat met Lidhia meeleefde zich af. Ze wilde op dit moment wel dat de onverklaarbare band tussen hen beiden ook hun gedachtenleven voor elkaar ontsloot. Waar ben je ineens zo ontzettend bang voor? Die overweldigende angst van de nu gesloten prinses en haar lichamelijke reacties op dat gevoel maakten het er voor Gabriëlle niet eenvoudiger op om helder na te denken. Een ander geluid dan het langs haar ruisende water drong door tot in Lidhia’s schelp: Rehinor neuriede. Lidhia trok zich samen op dat geluid. Een nieuwe golf van angst. Het was die specifieke angst die Gabriëlle herkende. Ze is bang dat Rehinor haar tot zwijgen zal dwingen! begreep ze. Net zoals Ter Heerdt bij mij… Maar het is méér, denk ik… Groter, maar… wàt!? Het licht buiten de schelp dimde. Gingen ze het paleis binnen? Zachtjes werd ze op de bodem gelegd, met haar gezicht naar beneden. Lidhia’s angst werd nu aangevuld met een andersoortige alertheid, die Gabriëlle niet kon thuisbrengen. Deze had meer weg van een bezorgdheid, die voort leek te komen uit iets dat ze wist of beredeneerde. Het was echter glashelder dat Lidhia alle moeite deed om zichzelf tot kalmte te dwingen en scherp te luisteren. Gabriëlle luisterde gespannen mee, tussen Lidhia’s nog duidelijk opgevoerde hartslag door. |
|||||
|