| |||||
Hoofdstuk 4 Was het veilig om hier te blijven staan? Moest ze wegrennen? Waren deze vrouwen gevaarlijk? De vragen spookten door Clarice’s hoofd. Uiteindelijk viel er niets meer te vragen, de jongere vrouw haalde namelijk een soort trompet tussen de plooien van haar gewaad vandaan. Ze ontlokte er een heldere toon aan, die enkele ogenblikken later werd beantwoord door een zwaarder geluid. Drie korte en een lange stoot op de zilveren hoorn van de roodharige vrouw volgden. Vervolgens hing er even een onaangename en geladen stilte op de open blik. Abrupt werd die verbroken doordat een troepje soldaten tussen de bomen vandaan kwam. In een vreemde tongval leken ze iets te vragen, de twee vrouwen overlegden iets met zo te zien de leider van de soldaten. Daarna gaf de leider een kort bevel en voor ze wist wat er gebeurde, liep Clarice met gebonden handen tussen twee van de gespierde, bonkige kerels in het bos in. Tegenspartelen haalde niets uit en niemand lette op wat ze zei, welke taal ze dan ook maar gebruikte. Zouden ze er echt niets van begrijpen of deden ze gewoon alsof? Clarice deed een poging zichzelf te knijpen om erachter te komen of ze misschien in een akelige nachtmerrie verzeild was geraakt. De pijn vlamde door haar heen, de soldaat links van haar scheen te denken dat ze een ontsnapping op het oog had en rukte hard aan de touwen om haar polsen. ‘Au, let een beetje op wat je doet. Als je alleen maar een nachtmerrie bent, heb je het recht niet me pijn te doen! Toevallig ben je dan slechts mijn hersenspinsel!’ Hoe langer ze voortmarcheerden, hoe meer Clarice ervan overtuigd raakte dat dit geen nachtmerrie was. Haar pijnlijke voeten, haar gespannen kuiten en haar geschaafde polsen leverden voldoende bewijs voor deze veronderstelling. Nauwelijks had deze gedachte post gevat, toen de groep halt hield. Vanuit het niets doemde een grijze rotsmassa op, een donkere opening was ergens boven in te zien. Ze zou toch zeker niet omhoog moeten klimmen? Deze keer hoefde ze niet lang te wachten op een antwoord, de soldaten die haar vasthielden begonnen simpelweg een klein paadje te volgen. Ze sleepten Clarice met zich mee, zodat die viel en haar knie langs een scherpe steen openhaalde. De tocht omhoog was een ware ramp, maar er kwam een eind aan. Clarice werd een grot binnengesleept waar het, na de warmte van de zon buiten, kil aanvoelde. In een hoek lag een stapel dekens, daar loosden de soldaten Clarice. Ze was zo moe, dat de angst dat er iets met haar zou gebeuren wanneer ze sliep, er door werd overwonnen. |
|||||
|