| |||||
„Hoi! Sorry, ik was in slaap gevallen,” grijnsde Tim verlegen bij binnenkomst in de woonkamer, waar Amber haar thee inmiddels al half op had. Zijn haar zat behoorlijk in de war, maar dat was nauwelijks anders dan zijn toch al gebruikelijke ‘net-uit-bed’-kapsel. „Geeft niet hoor,” bloosde Amber zachtmoedig. „Lekker geslapen?” „Ja, prima,” pikte Tim dat plagerijtje direct op. „Dank je!” „Dat zal wel,” viel zijn moeder daarin bij. „Je was ècht ver weg! Ik stond bijna op het punt om Tosha naar boven te sturen!” „Alsjeblieft niet,” verzuchtte Tim. „Die zou bovenop me gesprongen zijn met die lompe poten van d’r!” „Je vergeet haar tong,” hielp zijn moeder hem herinneren. „En haar frisse adem.” Amber giechelde even met een schuine blik op de ruim bemeten hond die direct aan Tims voeten was gaan liggen. „Ook dat,” gaf Tim meteen toe. „Maar Tosha stinkt tenminste niet uit haar bek. Ik ken genoeg honden die dat wèl doen!” „De juiste voeding,” herhaalde mevrouw Wieringa de wijze raad van de fokker. „En een strenge òpvoeding,” voegde Tim daar aan toe, zich richtend tot Amber. „Daarom mag ze ook niet naar boven. En ze heeft in plaats van de puppycursus de jachthondentraining gevolgd.” „Jachthondentraining?” vroeg Amber. „Dit is toch een herder?” „Klopt,” knikte Tim. „Niet direct een jachthond, maar die cursus heeft haar een wereld aan goed gedaan.” „Jou óók,” grapte zijn moeder. Tim negeerde die opmerking. „Leuk idee,” vond Amber, waarbij ze diplomatiek in het midden liet waar ze op doelde. „En wij hebben er plezier van, maar Tosha zèlf óók,” vond Tim, waarop het Amber opviel dat zijn moeder serieus instemmend knikte. „De juiste voeding en een strengere opvoeding,” glimlachte mevrouw Wieringa. „Ik geloof dat jij op herhalingscursus moet, Timmie!” Tim keek haar vragend aan en veinsde ongelovige onschuld, waarop zijn moeder vervolgde: „We hebben dankzij jouw ongeregelde slaaptijden nog niet gegeten!” „O ja,” bedacht Tim snugger, maar hij haalde meteen zijn schouders op en zei: „Ik heb niet zo’n trek.” „Niks daarvan. Eten zul je, want ik wil wèl eten en jij eet gewóón mee.” „Oké, oké!” reageerde Tim sussend, met een knipoog naar zijn gast, die breed glimlachte. „Mag ik een boterham en een glas drinken mee naar boven nemen?” vroeg Tim nu. „Ik moet Amber iets laten zien, dat had ik haar beloofd.” „Is goed. Wat wil je erop?” „Eéntje met IKEA-jam,” glunderde Tim. „En ééntje met die zalmpasta.” „Goed,” knikte zijn moeder. „En drinken?” „Het gewone,” bestelde Tim. „Komt eraan,” bevestigde mevrouw, terwijl ze opstond. „Voor deze keer.” Tim gaf haar een verbaasde blik, maar daar lachte zijn moeder om en zei: „Het is dat je bezoek hebt, anders mocht je het zèlf gaan halen, vriendje!” „Dank je wel, mams,” grijnsde Tim. Zijn moeder liet hem en Amber in de kamer achter. Amber keek Tim schuchter aan en vroeg zacht: „Heb je haar euh… verteld vanneuh… vanmiddag?” „Nee,” antwoordde Tim vastberaden — bijna stug. „Dacht ik al,” knikte Amber, tòch zichtbaar opgelucht. „Dat krijgt niemand van mij te horen,” beloofde ridder Tim plechtig, al vroeg hij zich intussen af of hij haar over het gesprek tussen Jurriën en Elize moest vertellen. Hij besloot het voor nu te laten rusten. Ze had genoeg spanning gehad voor één dag. En daarbij: ze zou er waarschijnlijk snel genoeg zelf achter komen, vermoedde hij. En misschien ook niet, dacht hij daar achteraan. Hij hoopte dat laatste. Meestal hoorde je het niet zèlf als er over je geroddeld werd. In ieder geval had hij niet zijn mond voorbij gepraat. Het was alleen wèl heel vervelend dat Jurriën de juiste conclusie getrokken had… Amber bedankte hem voor zijn belofte en ook weer voor zijn hulp bij haar ‘probleempje’ van die afgelopen middag. „Iedereen zou dat gedaan hebben,” wuifde Tim dat laatste weg, maar daar reageerde Amber twijfelend op met: „Nou? Er zijn óók mensen die precies het tegenovergestelde doen van wat jij gedaan hebt… Anders had ik daar niet zo gestaan!” Nu was het Tims beurt om te blozen: hij paste tot zijn schaamte immers in allebei de categorieën… „Je moest eens weten,” mompelde hij vol zelfverwijt. „Je hebt mij geholpen,” zei Amber nogmaals. „Méér dan je misschien denkt.” Ze keek hem nog eens rustig aan en wilde nog iets gaan zeggen, maar op dat moment kwam Tims moeder de kamer weer in — dit keer met een groter dienblad. „Zo, jongeheer,” zei mevrouw Wieringa, terwijl ze Tim het blad aanreikte. „Kijkt u eens.” „Dank je, mam,” glimlachte Tim, waarop hij opstond, Amber aankeek en zei: „Ga je mee naar boven?” Met het dienblad balancerend op één hand opende hij met de andere de gangdeur. Beleefd liet hij Amber voorgaan. „Gewoon de traptreden volgen,” plaagde hij haar goedmoedig. Amber giechelde even. Tim wilde direct na haar de trap op gaan, maar zijn moeder legde zijn hand op zijn schouder en trok hem even terug de kamer in. „Kyaah!” reageerde Tim quasi geschrokken, terwijl hij het dienblad-met-lading enigszins overdreven van een fictieve noodlottige crash redde. In de achtergrond klonken Ambers rustige voetstappen op de trap. Ze had blijkbaar niets gemerkt van Tims vertraging. Vriendelijk maar ernstig keek zijn moeder hem aan. Ze zei, bijna fluisterend: „Dit meisje is nog maar een bloemknopje, Tim, zo jong. Zul je héél voorzichtig zijn en oppassen dat jullie elkaar niet beschadigen?” „Mamma en haar gelijkenissen,” verzuchtte Tim, die met zijn ogen rolde, maar met een glimlach antwoordde hij: „Wees niet bang, mams. Ik respecteer haar grenzen — dat wéét ze trouwens al — en die van mij óók, by the way. En ik zal netjes alle deuren open laten staan, voor ’t geval je me aan die regel wilde gaan herinneren. Nu ik vrouwelijk bezoek heb, màg dat eens een keer!” „Jaja,” deed zijn moeder alsof ze beledigd was. Een kort lachje brak door op haar rimpelige gezicht, waarna ze vroeg: „Denk je eraan dat traplopen direct achter een vrouw aan onbeleefd is? Op een trap ga jij als man vóór, begrepen? Zowel trap òp als àf.” „…O,” liet Tim dat kwartje vallen. „Ja, snap ik.” Een ondeugend trekje deed zijn mondhoek trillen waarop hij zo onschuldig mogelijk liet volgen: „Maarre… is het niet minstens net zo onbeleefd van mij om m’n gast te laten wachten op de overloop?” „Schiet op, jij!” glimlachte zijn moeder. Tim bracht het dienblad de trap op, waarbij hij de gangdeur demonstratief open liet staan. Hoofdschuddend sloot zijn moeder die achter hem. |
|||||
|