248818
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Keiharde dromen
219 Hypocriet
Door: EsQuizzy
Commentaar van de schrijver:
Categorie: Drama / Roman
Geschatte leestijd: ca. 5 minuten

Tim stapte opnieuw naar buiten, waar de witte ijspluisjes direct weer om hem heen dansten. Hij had nog maar een paar passen gedaan voor hij bedacht dat hij zijn jas toch ècht wel miste.
„Het is maar een stukje naar de ingang,” moedigde hij zichzelf aan. „En het is voor een meisje dat je jas harder nodig heeft dan jij.”
Hij grimaste; keek geïrriteerd opzij. Er waren te veel herinneringen en overwegingen tegelijkertijd, die zijn gedachten overspoelden. De huidige situatie bracht te veel associaties met zich mee om zich er prettig onder te voelen…
‘Een luizenstreek’ had hij de actie van Ambers klasgenootjes genoemd. En hij moest eerlijk toegeven dat hij het ook werkelijk als zodanig beschouwde, nu het iemand betrof om wie hij echt gaf.
Maar veroordeelde hij zichzèlf niet met die uitspraak? Was hij niet enorm hypocriet?
Hij herinnerde zich Tobias Merksma.
Dat was tijdens de afgelopen winter geweest — net na de kerstvakantie.
En toen was hij één van de drijvende krachten achter die ‘luizenstreek’ geweest. En waaròm hadden ze het gedaan?
Hij wist het wel, maar het kostte hem een flinke dosis zelfoverwinning om het aan zichzelf toe te geven.
Jaloezie.
Tobias had rijke ouders en daar mocht hij graag over opscheppen.
Tot nu toe had Tim zichzelf altijd voorgehouden dat het een grapje was geweest.
Hij herinnerde zich de stunt heel precies. Het was zijn eigen idee: „Dan pakken we toch gewoon zijn kleren af? Heeft hij niets meer om over op te scheppen!”
En hij was een makkelijk doelwit, voegde Tim daar in gedachten aan toe. „H’m,” bromde hij, bepaald niet trots op zichzelf.
Hij haalde zich Ambers betraande gezichtje voor de geest — en richtte zich bewust op de gedachte aan haar gezichtje om niet afgeleid te worden door wat hij nog meer van haar gezien had.
Hij kon ècht met haar meeleven, ontdekte hij. Hij had er geen enkele moeite mee om zich voor te stellen hoe zij zich moest voelen en speelde even met de voorstelling van hoe hij zich zou voelen als het hèm zou overkomen.
Voelt niet fijn, volgde zijn conclusie.
Had Tobias zich óók zo gevoeld?
Het zal niet veel gescheeld hebben, concludeerde hij, om meerdere redenen huiverend. Amber had zich heel verstandig in het gymkantoortje teruggetrokken: de kans dat een leerkracht haar daar aantrof in plaats van een leerling was dan veel groter. Dat hij haar daar nou juist had moeten aantreffen…
Ironie, dacht Tim sarcastisch. Gods manier om mij een lesje te leren.
Tobias was in zijn reactie minder berekenend geweest dan Amber: hij had zich genoodzaakt gezien om door zijn vernedering heen te bijten en in zijn blootje naar zijn kleren op zoek te gaan. Dat had Tim triomfantelijk lachend aan een klasgenoot verteld. Die had hem dat woord toen recht in zijn gezicht gezegd: „Wat een luizenstreek!”
Tim schaamde zich nòg bij de herinnering aan het verontwaardigd felle oordeel dat hij van zijn medeleerling te incasseren had gekregen. Maar dit was de eerste keer dat hij zich dwong om het serieus vanuit de positie van het slachtoffer te bekijken…
„Arme Amber,” mompelde hij, oprecht opgelucht dat het gevoelige tweedeklassertje niet zelf naar haar kleren was gaan zoeken.
Zou ze dat wèl gedaan hebben als hij haar niet aangetroffen had? Hij moest er niet aan denken wat dat voor het zachtaardige meisje zou hebben betekend…
„En arme Tobias…,” gaf hij nu voor het eerst toe.
Hij dacht aan zijn oude vrienden in Friesland. Als hij toen zoiets gedaan had als waar hij op dit moment mee bezig was, dan zou hij later bij hen gepronkt hebben met het feit dat zijn jas door een náákt meisje gedragen was. En hij zou het meisje in kwestie nog met naam en toenaam genoemd hebben óók.
…èn aangewezen, wist hij. Op dit moment besefte Tim dat dat nu heel anders was: hij wilde Amber juist beschermen door hier zo min mogelijk mensen bij te betrekken.
Hij liep naar binnen, langs een paar groepjes leeftijdgenoten die buiten stonden te roken of zich met de sneeuw vermaakten — of allebei.
„Hé! Jas vergeten?” riep een jongen hem grijnzend na. Tim reageerde niet, maar sloeg binnen de sneeuw van zich af en linksaf, richting de lerarenkamer die zo te zien druk genoeg was. Zijn zelfverzekerd ogende binnenkomst daar trok even de aandacht van een paar docenten die vlakbij de deur stonden te praten, maar hij negeerde hen en liep verder.
Was meneer Den Engel hier? Hij zag hem niet. Maar hij ontdekte wel zijn eigen gymleraar, meneer Koster, in een trainingspak bij de koffieautomaat.
„Euh, meneer Koster?”
De vriendelijke man met het grijze ringbaardje keek hem aan en herkende hem van de dag ervoor: „Tim, toch?”
„Klopt, meneer.”
„Wat kan ik voor je doen?”
Haperend en zacht sprekend legde Tim zo beknopt mogelijk de situatie uit. Meneer Koster schrok zichtbaar en keek even om zich heen. Gebiedend legde hij een hand op Tims schouder en zei: „Wacht hier even.” Daarna liep hij naar een jonge, donkerblonde vrouw met een kort paardenstaartje. Ook zij ging gekleed in trainingspak. Het kostte meneer Koster blijkbaar slechts een paar zinnen en een blik in Tims richting om haar de situatie uit te leggen, want zijn vrouwelijke collega keek Koster met een blik van afschuw aan en liep meteen op Tim af.
„Ze kent jou?” vroeg ze. Tim knikte. „Kom mee,” gebood ze kort, terwijl ze hem voorging. Met Tim in haar kielzog legde ze de afstand naar de buitendeur bijna rennend af. Daar moesten ze even de pas inhouden vanwege de drukte, maar zodra ze buiten waren zette de sportief geklede vrouw de vaart er weer in, wat Tim wel wist te waarderen.
„Wat is er aan de hand?” vroeg dezelfde jongen van daarnet aan Tim, toen die hem passeerde. Opnieuw gaf Tim geen antwoord. Zodra hij met de gymlerares in het halletje voor de vier deuren stond, draaide de vrouw de glazen buitendeur achter hen op slot met de woorden: „Géén nieuwsgierige Aagjes hier.”
„Dank u,” zei Tim met een knikje. Snel liepen ze door de meisjeskleedkamer naar het kantoortje. De docente draaide zich even om naar Tim en zei, voor ze naar binnen ging: „Wacht hier.”
„Oké,” knikte Tim bereidwillig.
Vijf minuten later zat hij samen met een beter geklede Amber en Michelle Huiting, de gymlerares, in het kleine, volle kamertje. Mevrouw Huiting had Amber een handdoek bezorgd zodat ze zich eerst even goed kon afdrogen. Daarop had ze een stel gymkleren in bruikleen gekregen die de afgelopen maanden onvrijwillig tot de orde der gevonden voorwerpen waren toegetreden: een wit T-shirt, een blauw sportbroekje en een paartje iets te grote gymschoenen. Op Tims aanbod had Amber toch dankbaar de zwarte jas weer aangetrokken, over haar tijdelijke sportieve outfit heen.
„Zo. Daar moet je je wel even mee kunnen redden,” vond de pittige lerares goedkeurend. „Het spijt me dat we hier geen uitgebreidere garderobe hebben. Wachten jullie hier maar even tot de volgende les begonnen is. Zodra de drukte hier in het halletje voorbij is, gaan jullie naar het kantoor van de administratie naast de bibliotheek. Ik zal de mensen daar even waarschuwen dat ze jullie moeten opvangen. Dit is helaas niet de eerste keer dat zoiets gebeurt.” Tegen Amber zei ze: „Ik vind het vervelend voor je dat je niet door een meisje gevonden werd, maar je boft dat je in ieder geval snel gevonden bent! De vorige keer dat iemand dit rotgeintje uithaalde — gelukkig jaren geleden — werd het slachtoffer pas uren later door de conciërge aangetroffen!”
Amber huiverde, maar zei zacht: „Ik was allang blij dat ik tenminste gevonden werd…”
Tim keek beschaamd naar de grond. Zijn gedachten waren bij Tobias…
„Ik ga de deur opendoen,” besloot mevrouw Huiting na een blik op haar horloge. „De pauze is bijna voorbij.”

Gepost op 09-02-2010 om 16:53 uur
219 keer gelezen
<< Vorige in deze serie

Alle verhalen in deze serie (Keiharde dromen)
Alle verhalen van deze schrijver (EsQuizzy)



Door: kiezel
Wat een luizenstreek, dat rotgeintje.
We leren hier toch een heel andere kant van (de oude?) Tim kennen!

Even een opmerking over de volgende zin: `Daar moesten ze even de pas inhouden vanwege de drukte, maar zodra ze buiten waren zette ze de vaart er weer in, wat Tim wel wist te waarderen.`
Je gebruikt twee keer ze, waarvan de 1e keer als meervoud (docente + Tim) en de 2e keer als enkelvoud (alleen de docente). Daardoor zijn de werkwoordsvormen ook eerst mv en dan ev, wat de zin er in mijn ogen minder soepel leesbaar door maakt. Ik zou de eerste keer ook enkelvoud maken (moest ze...).
Gepost op 11-02-2010 Om 13:00
Dank je! Ik kijk er even naar!!!

=)

Gepost op 11-02-2010 Om 13:02

Door: kiezel
O zelfs drie keer ze zie ik nu... Nou ja kijk maar of je iets met mijn opmerking kunt...
Gepost op 11-02-2010 Om 13:04

Het lijkt erop van wel.

=D

Gepost op 11-02-2010 Om 13:10

Door: EsQuizzy

Ik heb de hele post nog even doorgenomen en de omschrijving van mevrouw Huiting wat naar voren gehaald.
Prettiger voor jullie als lezers, denk ik zo.



Inmiddels ben ik tussen de bedrijven door met de planning van Kd·H10 begonnen.

Gepost op 11-02-2010 Om 13:39

Door: inem
Goeie post!
Witte ijspluisjesDat klinkt leuk!

Dat wist ik niet van Tim, van dat rotgeintje - bij Tobias.
Logisch dan dat Tim daar nu weer aan denkt...

Gepost op 17-02-2010 Om 16:49

Dank je voor de reactie, inem! =)

Gepost op 17-02-2010 Om 17:01

Door:
mooie post
Gepost op 14-07-2011 Om 11:58

Dank je! =)

Gepost op 14-07-2011 Om 19:58

Door:
asje
Gepost op 14-07-2011 Om 20:01

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.