| |||||
Kinderen renden achter elkaar aan in de grote speeltuin, aan de rand van het park. Verderop stonden de borders vol met open narcissen en krokussen, waarvan de zoete geur tussen de bomen bleef hangen. Het prille voorjaar was nu echt begonnen en hier en daar kon je al merken dat het niet lang meer zou duren of de bomen zouden hun lichte groen tevoorschijn toveren. Kim was al langs de grote vijver, met de hoge fontein gelopen en was daarbij de plek waar ze hadden afgesproken gepasseerd. Het late bleke zonlicht bescheen het monument, waar niemand haar speciaal was opgevallen of de indruk wekte een afspraak te hebben. Ze was natuurlijk dik een half uur te vroeg. Daarom liep ze weer het park uit om nog een extra ronde te maken, nu haar zenuwen begonnen op te spelen. Nog een half uur en ze wist of ze opnieuw de fout van haar leven had gemaakt. O nee, was het maar zo simpel. Daar kwam ze vaak pas veel later achter. Meestal te laat. "Hoi," hoorde ze een bekende stem die haar aan sprak. Opeens stond ze oog in oog met Frank, die een Border-Collie aan de lijn had, die ter begroeting zijn poten op haar lichte jas wilden zetten. Hij probeerde deze ongewenste ontmoeting tussen poten en jas te vermijden, door de hond naar achteren te trekken, waarbij ze de tijd kreeg om van de schrik te bekomen. Frank hier, met een hond? Hij droeg een grijze fleecetrui op een zwarte trainingsbroek en sportschoenen. Aan zijn blos te zien was hij al een tijdje buiten geweest. "O hoi, woon je hier?" "Ah, dat is de vraag," antwoordde hij vaag, terwijl hij een fietser ontweek, door de hond en zichzelf naar de stoep te verplaatsen. "Ik denk dat ik daar wel bevestigend op kan antwoorden, als je bedenkt dat ik de afgelopen weken achter elkaar één bepaalde deur binnen ben gegaan, om er de volgende ochtend pas weer uit te komen." "Je hebt een hond," constateerde ze en hurkte neer om het dier te aaien. Het dier was enthousiast en wilde haar in het gezicht likken, maar Frank hield opnieuw de lijn strak vast. De hond was in goede conditie, zag ze, met een glanzende vacht, stralend donkere ogen en een goed gebit. "Nou dat is te zeggen, zij heeft mij," corrigeerde hij haar. "Hoe dat zo?" vroeg ze, toen ze weer was opgestaan, en de hond nog een aai over haar zwarte met witte kop gaf. "Ik ga het je zo uitleggen, maar kom maar even mee naar binnen, voor een kop thee of zo. Ze moet echt naar binnen, we hebben de afgelopen twee uur op het strand gelopen en ze heeft vreselijke dorst." Hij liep naar de ingang van een appartementencomplex en draaide zich daar om haar te wenken, omdat ze stil was blijven staan. Nu liep ze dan toch achter hem aan, de hal door, de lift in en niet veel later stond ze in de woonkamer van het appartement, die modern was ingericht, met veel chroom en zwart leer. Ze liep door naar het raam en overzag het prachtige uitzicht op het Wolfertspark. Ze zag dat het monument er nog verlaten bij lag. In de keuken hoorde ze de hond uit haar waterbak slobberen en ze keek de kamer eens rond. Wat was hij opgeruimd zeg. Er lag werkelijk niets verkeerd. Hij kwam de kamer weer binnen: "Water staat op. Ik zet zo thee, is dat goed?" Ze knikte. "Op je kaartje stond een ander adres. Volgens mij in de stad," zei ze in verwarring gebracht. "Dat klopt. Ik woon hier tijdelijk. Mijn neef is voor een paar maanden in het buitenland voor een klus. En de afspraak is dat ik dan in zijn huis woon om voor de hond te zorgen. Het is beter dan dat ik haar naar mijn huis meeneem. Het park is hier vlakbij, veel makkelijker om haar uit te laten. En er is iemand die haar tussendoor nog eens kan uitlaten." "Ik snap het." "En het is hier goed wonen. Lekker rustig. Heb je al gezien wat voor een uitzicht je hier hebt," zei hij en liep naar het raam. Ze volgde zijn blik en knikte. "Je was hier met een doel?" vroeg hij direct. "Ik wist niet dat je hier woonde," zei ze snel om hem gerust te stellen. "Je had een afspraak in het park," zei hij rustig en wees naar het monument beneden hen. Ze keek hem aan en hoopte uit zijn gezichtsuitdrukking wat op te maken. Hij wist ervan. Natuurlijk wist hij ervan! Hoezo wist hij ervan? Ze keek hem voorbij en haar blik werd naar een foto aan de muur getrokken. Ze liep er naartoe en zag de man op de foto, genomen op een zeilboot. Het was hetzelfde lachende gezicht van het internet. "Richard van der Marel," zei ze en wees naar de foto. "Je kent mijn neef?" vroeg hij verbaasd. "Ik chat al een tijdje met hem," drong het tot haar door. "Ik..." zei Frank maar ze onderbrak hem. "Hij zou mij ontmoeten in het park vanmiddag. Komt hij vandaag thuis of zo?" Had hij misschien volgende week bedoeld? Misschien had ze het mis gehad. "Hij komt over drie weken thuis. Maar je hebt niet met hem afgesproken," legde hij uit en ze keek hem niet begrijpend aan. "Maar ik heb gisteren zijn profiel op een datingsite gezien. Hij is lid van die datingsite, wist je dat?" "Ja," zei hij en ze hoorde de ketel fluiten. Hij maakte een verontschuldigend gebaar en draaide zich om. Terwijl ze naar zijn rug keek toen hij naar de keuken liep, zat ze de informatie die hij haar zojuist had verstrekt te duiden. Frank en zijn neef. Zijn neef die in het buitenland zit. Waarom had hij dan met haar afgesproken? Frank die in het huis van zijn neef was getrokken. Zijn leven als het ware overnam, om voor de hond te zorgen. Een idee begon zich van haar meester te maken. O, nee, laat dat niet waar zijn. Hij had toch niet haar verhaal zitten lezen, terwijl... Ze keek op en zag hem met een dienblad binnenkomen. Ze keek hem angstig aan en hij bleef staan om haar gedachten van haar gezicht af te lezen. "Je hebt het dus uitgevonden voor jezelf," constateerde hij gelaten en zette het dienblad neer. Kim wist niet of ze moest gaan zitten of dat ze weg moest rennen. Hij had tegen haar gelogen. Hij had haar verzwegen dat hij wist wie ze was. Hij had haar profiel kunnen lezen en had dat ook gedaan. En daarom had hij voorgesteld om elkaar te ontmoeten. Nee... dat had zij gedaan. En als ze het niet had gedaan? Ze ging toch maar zitten, omdat haar benen raar aanvoelden. "Gaat het?" vroeg hij haar, terwijl hij haar een glas thee aanreikte. Ze pakte het aan, blies er zachtjes in en nipte ervan. Hij was heet en zoet, net wat ze nodig had. Hij had het één en ander uit te leggen. |
|||||
|