| |||||
Kathy beantwoorde zijn glimlach met een blos op haar gezicht en verliet met een laatste veelzeggende blik richting Kim het kantoor. Kim liet hem staan, liep hem snel voorbij en sloot de deur, waar ze vervolgens tegenaan ging staan. "De muren hebben hier oren," legde ze uit en terwijl hij zich omdraaide, zag ze dat hij een glimlach onderdrukte. "Hoe is het met je?" vroeg hij toen en keek bezorgd naar haar. "Prima," zei ze luchtig en ging terug naar haar plek, daarbij zijn onderzoekende blik ontwijkend. Hij pakte een stoel en schoof hem bij, "Niet naar gedroomd?" vroeg hij terwijl hij ging zitten. Ze knipperde met haar ogen. Dat zou ze hem niet vertellen. "Ik wil me nergens mee bemoeien, maar ik vind dat het management van dit bedrijf niet doorheeft wat voor impact zo een overval kan hebben. Heeft slachtofferhulp zich gemeld?" Hij doelde op Kees, die hoewel geschrokken, de zaak snel wilde afdoen als een akkefietje. Het had haar ook gestoken, maar ook dat zou ze niet aan zijn neus hangen. "Ja," beantwoordde ze zijn vraag. "Maar ik ben in orde, het gaat goed met me." Hij maakte een geluid dat zijn twijfels daarover uitsprak. "Soms komt het later. Ik weet van mensen... Het spijt me, ik wil je niet bang maken," onderbrak hij zichzelf verontschuldigend. Hij bedoelde het vast goed. Ze zweeg "Nog één vraag. Heb je er met iemand over gepraat?" Hij keek haar doordringend aan en ze moest haar blik afwenden. Natuurlijk had ze erover gepraat. Met haar collega's. "Ik bedoel iemand die dicht bij je staat." Ze keek hem aan. Wat wilde hij van haar? "Het gaat echt goed met me," zei ze uitdrukkelijk. "Dank je voor je bezorgdheid. En dank je voor het snelle ingrijpen." "Oké," zei hij, maar maakte geen aanstalten om weg te gaan. Ze keek hem verwonderd aan. "Ik wilde nog iets anders met je bespreken. Ik heb gehoord dat je een betrouwbare medewerker bent, die hier al lang werkt, daarom wil ik iets aan je vragen. Die blonde man met die krullen, waarmee je woensdagmiddag stond te praten, is dat iemand die belangrijk voor je is?" Wat was dit nou weer voor een vraag? Hoe durfde hij! Was dit een goedkope manier om haar uit te horen over haar privé-aangelegenheden? "Ja, en wat dan nog. Mijn privéleven heeft hier niets mee te maken." "Ik heb toevallig wat opgevangen van een gesprek tussen jou en die wat oudere dame van de kassa-afdeling," begon hij schoorvoetend. Hij kleurde warempel. Shit, wat voor gesprek? Janny, de oudere hoofdkassière was haar enige vertrouwenspersoon binnen het bedrijf. Had hij luistervink gespeeld? Hij had maandag op de afdeling gestaan, waar zij Janny was tegengekomen. Ze herinnerde zich het gesprek, dat ging over haar verwarrende ervaringen met daten. Ze voelde hoe ze ook rood werd en kwaad, vooral kwaad. "Hoe durf je!" "Als ik kan voorkomen dat die man je kwetst, dan houdt jij me niet tegen," zei hij met een uitgestreken zelfvoldaan gezicht. Want meneer heeft nadat jij hem op de computerafdeling tegen was gekomen, doodleuk geshopt zonder te betalen. Ik werd erbij geroepen, maar was te laat, de vogel was al gevlogen." Verschillende gedachten vlogen haar aan. Was die man die tegenover haar zat haar aan het stalken? En o nee, Rick, zeg niet dat het waar is. Waarom doe je me dit aan? "Ik heb hem opgezocht op de videobeelden en heb toen het stukje gevonden dat jij en hij... je weet wel," legde hij uit. Hij zweeg even veelbetekenend en voegde er toen ruimhartig aan toe: "Ik zal je niet vragen om hem aan te geven." "En ik zal hem zeker niet aangeven," ze was nu opgestaan en bleef woedend naar hem kijken. "En ik wil nu dat je weggaat. Waag het niet om ooit nog één gesprek van mij af te luisteren, want dan, dan...." ze stopte om op adem te komen, zo van streek was ze. "Het spijt me. Ik dacht dat die uitleg over dat gesprek mijn motieven duidelijk zou maken en dat je me zou begrijpen," zei hij spijtig, maar met een harde trek om zijn mond. Hij streek door zijn korte donkerblonde haar en wachtte af. Ze keek hem echter onverzettelijk aan. Daarom zette hij de stoel weer op zijn plek, keek hij nog een keer om en liep vervolgens naar de deur. "Maar weet één ding. De volgende keer laat ik hem niet ontsnappen..." Ze keek op en ontmoette een onverzettelijke blik. Opeens voelde ze zich weer het kleine meisje, dat door haar vader terechtgewezen werd. Snoepje van de week. Nou, zij moest er van kotsen. |
|||||
|