| |||||
"Ik wil met je praten," zei ze zacht en hij knikte. Ze bedacht opnieuw wat ze moest zeggen en tot haar eigen schrik was haar enige reactie dat de tranen opnieuw in haar ogen sprongen. "Het spijt me," zei ze uiteindelijk en hij glimlachte opnieuw bemoedigend. "Denk je dat ik dat niet weet?" zei hij terwijl hij zijn handen ophief in een gebaar om aan te geven dat hij het zich wel kon indenken. "Ik had je niet zo voor het blok moeten zetten," zei ze, maar hij snoerde haar de mond met opnieuw een gebaar met zijn hand. "Dat weet ik. Maar ik weet dat ik eerlijk moet zijn naar jou toe. Je hebt het recht te weten wie Sonja is. Ze is hier geweest, dus je staat in je recht," zei hij toegeeflijk. Hij had blijkbaar ook de tijd genomen om erover na te denken. "Ik ben opvliegend. Dat is geen goede eigenschap. Het heeft me bijna tot een daad aangezet waar ik later spijt van zou hebben gekregen. Maar dat later. Ik wil je wat vertellen, als je wilt luisteren." Ze ging aan de eettafel zitten en hij nam tegenover haar plaats. Hij keek haar niet aan toen hij begon te vertellen over de gebeurtenissen die zo een pijnlijke plek in zijn herinnering hadden ingenomen. "Richelle en ik waren dolgelukkig toen we de bevestiging kregen dat we een kind zouden krijgen. We hadden het financieel ook heel goed. Ik had een eigen taxibedrijf met twaalf auto's en dito personeel. Na de bevalling ging het niet zo goed met Richelle en er werd binnen hele korte termijn geconstateerd dat ze baarmoederhalskanker had. Ze heeft geknokt voor haar leven, maar zoals ik vertelde, toen Linda nog geen jaar oud was, stierf Richelle. Binnen een half jaar ontmoette ik Sonja. Ze bleek een hulp in alles. Ze ving mij op, zorgde voor Linda en ik was tot over mijn oren verliefd, hoewel het verdriet om Richelle nog erg vers was. Ik trok het ook niet met een kleine baby. Mijn ouders deden wat ze konden, maar het was tot ik Sonja ontmoette een worsteling om de dag door te komen, laat staan de intensieve zorg voor Linda op me te nemen. En ik had een eigen bedrijf. Sonja was eigenlijk een geschenk uit de hemel. We zijn snel gaan samenwonen. Sonja nam niet alleen de zorg voor Linda op zich, ze stortte zich ook op mijn administratie. Eerst keek ik nog over haar schouder mee, het was immers de zaak die ik zelf had opgebouwd, maar op een gegeven moment liep het goed en heb ik me niet meer met het financiële beleid van de firma bemoeid. Dat was een grote fout en ik kwam er pas achter toen Sonja uiteindelijk weg was. Ze was van het ene op het andere moment spoorloos verdwenen, had geen enkel bericht achtergelaten en even dacht ik dat ze ontvoerd was, of nog erger, dat ze dood was. Ik heb alles gedaan om haar op te sporen. Toen kwamen de aanmaningen, deurwaarders en dreigtelefoontjes binnen. De afgelopen jaren had Sonja van alles op de pof gekocht, mijn rekeningen leeggehaald en de creditcards gebruikt die ze op haar naam had staan. De rekeningen had ze consequent niet betaald. Ik werd binnen no time failliet verklaard en zo werd het huis en de inboedel verkocht. Ik was niet alleen beroofd van alles, ik had ook nog schulden die ik de komende jaren zou moeten afbetalen en Linda was in alle staten. Hoe denk je dat ik haar dit duidelijk kon maken? Ze was nog geen zes jaar oud, toen dit gebeurde. En niet alleen ik was benadeeld, ook bij familie en vrienden had ze geld geleend. Er ging geen dag voorbij of er kwam iets nieuws van de inhaligheid van Sonja boven tafel." Lianne keek hem ontzet aan. "Dat zijn dingen die je hoort op tv," zei ze ongelovig. Hij trok een gezicht en antwoordde, "ja, alleen gaat het daarbij ook gewoon om mensen, snap je dat?" Ze knikte. "En je kon haar niet meer achterhalen?" "Ze loste in rook op. Tot ik via via een adres te horen kreeg, waar ze zou zijn. Ik zei tegen mijn ouders dat ik haar zou gaan vermoorden en stapte in mijn auto, het enige dat ik nog had mogen houden, omdat het mijn bron van inkomsten was." Ze keek hem afwachtend aan. "Een vriend belde me op onderweg en hij probeerde me te overtuigen dat hij beter met me mee kon gaan. Ik rook al lont, omdat hij en zijn vrouw christenen waren, die Richelle hadden bijgestaan op haar ziekbed. Mijn vrouw was op haar ziekbed tot geloof gekomen en in de laatste weken heeft ze me gesmeekt om haar voorbeeld te volgen. Ik kon het niet, ik was zo kwaad. Ze zei dat ze me in het hiernamaals terug wilde zien, dat ze niet wilde sterven in de zekerheid dat ik verloren ging. Ik had medelijden met haar. Het enig dat ik verloren zag gaan, was mijn geliefde vrouw, die wegteerde aan die rotziekte." "En heeft hij je kunnen ompraten die dag?" vroeg Lianne. "We ontmoetten elkaar op een parkeerplaats voor Zwolle ergens. Hij begon op mij in te praten en me ervan te overtuigen dat de dood van Sonja mij geen vrede zou brengen, in tegendeel. Hij heeft een uur tegen me gepreekt en uiteindelijk heb ik mijn weerstand opgegeven. Ik heb voor het eerst echt gerouwd om Richelle. Daar had ik niet eens de tijd voor genomen. Ik heb toen afgezien van de trip en geprobeerd langs legale weg mijn gelijk te halen, maar Sonja zat al weer op een ander adres. In die tijd ben ik begonnen met het lezen in de Bijbel. De vrienden hebben me meegenomen naar hun kerk en God heeft mijn haat langzaam laten afnemen. Ik kon haar zelfs vergeven, hoewel na zaterdagavond merk ik dat de haat weer terug is. Ik heb overlegd met mijn advocaat en die heeft een plan opgezet om haar te laten oppakken. Ik wacht op de gerechtigheid die ik kan krijgen, en als dat niet lukt, oké, dan niet. Het zal dan nog jaren duren voordat ik niet elke dag aan haar daad zal moeten denken. Daaraan kan ik misschien gaan denken als ik de schulden kwijt ben," voegde hij er schamper aan toe. "Ik ben ook nog een paar jaar onderweg," zei Lianne om hem duidelijk te maken hoe ze er zelf voorstond. "Is dat zo?" vroeg hij verwonderd. Ze begon te vertellen van Piet, de bereisde vrijbuiter en hoe dat haar zo aangetrokken had, terwijl ze zelf helemaal niet zo avontuurlijk was. Ze vertelde hem van het gokken en de belofte er afstand van te doen. Uiteindelijk kon ze het niet meer aan en had ze genoeg om zijn scherven op te ruimen. Dat was het moment geweest waarop ze hem had kwijtgeraakt. "Je voelt je zo vernederd en verraden," zei Carlo en ze knikte. Ze hoefde niets meer toe te voegen. Woorden konden niet zeggen wat ze beiden hadden ervaren. Ze wisten het, ze voelden het feilloos van elkaar aan. Tranen liepen opnieuw over haar wangen en ze zag de emotie in zijn ogen. Het was alsof alle blokkades die ze voor zichzelf hadden opgeworpen wegvielen en ze praatten tot diep in de nacht. Opnieuw legde hij zijn financiële situatie voor haar neer en wat dat betekende voor hen beiden, mocht er iets meer uit hun prille vriendschap ontstaan. Hij vroeg haar er niet op te reageren, maar het mee te nemen en er over na te denken. Ze kon nog terugkrabbelen. Hij zou het heel goed kunnen begrijpen. |
|||||
|