| |||||
Toen twee middagen daarna opnieuw Sonja voor de deur stond, was ze verbijsterd, maar liet het niet toe dat de ander er iets van zou merken. Ze vroeg haar binnen en Sonja viel met de deur in huis. "Hoe is het met Linda, mijn lieveling?" vroeg ze. Lianne dacht na en vatte moed. "Heel goed, maar ik zie dat ze haar moeder mist. Ze is stil als we familiefoto's bekijken. Wat als ik je zou zeggen dat ik de gewenste foto heb?" "Hoe kan dat?" vroeg Sonja verbaasd. "Is het waar, is het de bewuste foto?" "Ja, ik denk het wel," zei ze en pakte de foto uit een la die ze ondertussen opengetrokken had. "Hier... in dat schattige jurkje." "O mijn Linda," zei Sonja met verdriet in haar stem. "Dat is mijn meisje. Maar het is niet de foto die ik zou willen hebben. Zie je, het is een andere foto en ik denk dat ik precies weet waar hij zit. Als je mij de sleutel even geeft, dan ga ik hem pakken. Ik kom zo terug en Carlo hoeft niets te weten," zei ze op toon die aangaf dat Lianne zich geen zorgen hoefde te maken. "Het spijt me, ik heb de sleutel niet meer," zei Lianne en voelde dat ze gloeide. "Wat?" vroeg Sonja met afgrijzen. "Maar deze foto is toch ook mooi en ik beloof je, als je morgen terugkomt, heb ik een foto van haar zoals ze er nu uit ziet," stelde Lianne lief voor. Sonja veranderde als een blad aan de boom en haar gezicht betrok toen ze kortaf met tegenzin zei, "oké, geeft me de foto maar," en ze liep al naar de deur. Lianne leunde tegen de tafel en was blij dat het achter de rug was. Buiten hoorde ze een hoop geschreeuw en toen ze even later via het raam naar beneden de straat in keek, zag ze dat twee politieagenten de tegenspartelende vrouw in een auto duwden. Lianne vroeg zich af hoe ze toch zo snel lucht gekregen hadden van de zaak. Een kwartier later kwam Carlo bij haar aan de deur. "Wat is er gebeurd?" vroeg ze verbaasd. "Mijn broer heeft een privé-detective op de woning gezet, in de uren dat jij thuis bent. Hij zag haar naar binnen gaan en heeft toen de politie gebeld," legde Carlo uit. "De rest weet je?" Ze knikte en hij lachte haar toe. Toen ze later alles wat er gebeurt was had verteld en hij haar in zijn armen had genomen, vroeg hij ernstig: "Heb je nagedacht over mijn vraag? " "Je bedoelt of ik wel in zee wil met iemand als jij?" vroeg ze naďef. "Iemand met mijn rode vermogen, dat bedoel ik," zei hij met een scheef lachje. "Ik denk dat ik het risico wel in wil gaan," zei ze zo zeker als maar mogelijk. "Je bent gek als je jezelf vergooit aan een man als ik," zei hij en drukte zijn mond op die van haar. "Liever gek als ongelukkig," zei ze toen hij haar weer de gelegenheid had gegeven om te praten. "Ik denk dat je beiden wordt met mij," zei hij met ernstige blik. "Dat moet dan maar," zei ze opnieuw zelfverzekerd. De volgende dag werden op haar werk een bos rode rozen bezorgt. Ze zag de jaloerse blikken in de ogen van haar collega's en met trillende handen bekeek ze het kaartje. Ik moet je spreken vanavond. C. Die avond ging ze naar hem toe en hij trok haar binnen zodra de deur open was. "Ik heb goed nieuws," zei hij met een twinkeling in zijn ogen. "Ze hebben in haar woning bankpapieren gevonden. Een groot deel van de buit is er nog. Een heel groot deel," schreeuwde hij zowat uit en ze was blij hem zo enthousiast te zien. Ze grijnsde naar hem van oor tot oor. "Luister. Ik vroeg me af wat ze nodig van me had en dacht dat het iets kon zijn van haar eigen papieren. Ik heb zitten zoeken, toen ik van je hoorde dat ze maar bij mij binnen wilde komen. Ik vond op een papier een onbekend adres en heb dat aan diezelfde privé-detective gegeven. Het bleek haar nieuwe onderduikadres te zijn en daar hebben ze heel veel spullen in beslag genomen. Het komt allemaal goed, hoor je me, misschien word je toch niet gek en ongelukkig," lachte hij haar toe. "En nu jij schulden misschien kunt voldoen, wil je mij dan nog wel als ik je van mijn schuld vertel?" vroeg ze nu ernstig. "Hoeveel is het?" vroeg hij met een lachje en ze noemde schuchter het bedrag. Ze zag de opluchting op zijn gezicht en begreep dat het bij hem om niet te vergelijken bedragen ging. Hij klampte zich stevig aan haar vast toen hij met een lachje zei, "dat risico wil ik wel nemen." Lianne bedacht dat God toch wel heel goed voor hen was geweest. Ze vroeg zich af waar dat Bijbelvers stond, waarin gezegd werd dat God soms dingen mee laat werken om iets goeds tot stand te laten komen. Die persoon had geweten waar hij over schreef. |
|||||
|