| |||||
De volgende ochtend belde ze om half tien aan, maar er kwam geen gehoor. "Zijn ze zonder ons gegaan mama?" vroeg Sanne met een frons op haar gezicht. "Ik weet het niet lieverd," antwoordde Sanne en liep, toen het duidelijk werd dat er niemand meer aan de deur kwam, de trap mismoedig af. De zwarte Mercedes stond niet op de plek waar hij de vorige dag was neergezet, dus ze dacht dat hij blijkbaar nog steeds boos op haar was. Met een naar gevoel van schaamte in de buikstreek kwam ze de kerkzaal binnen, maar omdat ze ook buiten de auto niet had zien staan, ging ze er vanuit dat hij niet was komen opdagen. Ze ging naast Ellen zitten, die meteen zag dat er iets was, maar ze liet met een knikje in de richting van Sanne merken dat ze er niet over wilde praten. Ze worstelde zich door de liederen heen en hield zich groot toen ze haar dochter naar de nevendienst bracht. Tijdens de preek vielen dan toch de tranen, toen de spreker vroeg of er mensen waren die een fout hadden gemaakt die ze het liefst ongedaan zouden willen maken. Hij gaf goede raad die ze niet aan zou nemen. Ze zou haar excuses niet aanbieden, ze kon het niet. Het zou toch niets uitmaken. Ellen legde een arm om haar schouders en troonde haar na de dienst meteen mee naar de plek waar ze de zondag daarvoor ook hadden gezeten. "Gooi het er maar uit," zei ze zonder veel poespas. "Ik heb alles verziekt," snikte ze uit en met horten en stoten vertelde ze Ellen precies wat er de avond daarvoor was gezegd. "O, is dat alles," zei Ellen. "Doe wat Gijsbert heeft gezegd. Ga je excuses aanbieden. En neem het je niet kwalijk. Wat had je dan moeten denken?" "Nee, dat kan ik niet," zei ze kleintjes. "Waarom niet?" Ze schudde haar hoofd in overtuiging dat het geen zin had. "Ik heb hem gekwetst. Ik heb hem gedwongen mij iets te zeggen waar hij helemaal geen zin in had. Die vernedering zal hij me niet vergeven." "Ik dacht dat je zei dat hij een christen was?" zei ze met een opgetrokken ooglid. "Maar ik heb het bij hem verbruid. Het zal nooit wat worden tussen ons," constateerde Lianne somber. "Ik dacht dat je dat niet wilde?" "Weten vrouwen wel eens wat ze willen dan?" glimlachte ze en Ellen schonk haar een grijns. "Ik ga met je bidden, tuurlijk alleen als jij dat wilt," zei Ellen en Lianne was dankbaar voor haar praktische geloof. Na een half uurtje ging ze wat opgewekter met Sanne terug naar huis, terwijl ze besloten had Ellen's laatste opmerking ter harte te nemen, om de dingen even te laten rusten. |
|||||
|