| |||||
Zich pijnlijk bewust van het feit dat ze haar beschermengel Rosa miste, probeerde Amber zich zo veel mogelijk op de achtergrond te houden. Dankzij het idee van meneer Den Engel om Rosa in het ziekenhuis te bezoeken, had ze gisteren een aanzienlijk deel van de lesdag gemist. Dat vond zij niet zo héél erg. De meesten van haar klas deden vrij gewoon tegen haar — net als anders, eigenlijk. Maar de eerste anderhalf uur van deze woensdag had ze al wèl een paar blikken opgevangen van één bepaald groepje. Brenda. Edwin. Chris. Karina. Het feit dat Karina deel uitmaakte van het fluisterende kliekje dat haar zo opvallend ònopvallend in de gaten hield, vertelde Amber genoeg om zich heel onprettig te voelen bovenop het toch al aanwezige spanningsveld waarmee ze te kampen had. Sinds de dag op de lagere school waarop Karina had uitgevonden hoe ze haar gevoelens van eigenwaarde en zelfverzekerdheid kon opkrikken, had ze die techniek actief toegepast. Anderen kregen hun al dan niet reële tekortkomingen door haar onder de neus gewreven. Ook Amber was daar het slachtoffer van geworden, maar dàt had niet lang geduurd: toen had Karina oog in oog gestaan met Rosa, die haar in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk maakte dat ze Amber maar beter met rust kon laten. En Rosa stond bekend als een persoonlijkheid met een invloed waar je maar beter rekening mee kon houden. Dus had Karina die waarschuwing serieus genomen, al waren daar dan soms die afkeurende blikken in de richting van het stille meisje dat zich koesterde in de onbezorgde veiligheid van haar eenvoudige, jarenlange vriendschap met Rosa. Maar nu was het anders. Nu was Rosa er niet — en dat zou misschien nog wel een tijdje duren… Het eerste uur hadden ze geschiedenis van meneer De Kok, die het beste orde kon houden wanneer hij zijn lesstof in de vorm van een verhaal goot. Iedere keer dat hij ervoor koos om dat niet te doen, was klas 2H op zijn zachtst gezegd ‘rumoerig’. En voor het eerste uur van deze woensdag had De Kok die onbegrijpelijke keuze blijkbaar gemaakt, met alle gevolgen van dien. Amber voelde zich hoogst ongemakkelijk onder de ongewenste aandacht van het viertal schuin achter haar. Het tweede uur bevond haar klas zich in lokaal B1, onder de strikte hoede van meneer Van der Lee, een stoere, in spijkerstof geklede docent biologie van begin dertig met een donkerblonde bos krullen en een stoppelbaardje. In de wandelgangen werd hij ‘General Lee’ genoemd. Zijn onorthodoxe voorkomen en manier van doen hadden hem in combinatie met de duidelijke echtheid van zijn geloof toch al snel het respect van zijn leerlingen bezorgd. Hij was recht door zee en was niet bang voor een stevige discussie, zolang dit de lesstof niet te veel bedreigde. Sinds gistermorgen sprak hij met elke klas waar hij vóór kwam te staan even over Rosa’s toestand en de lafhartige aanval. Daarbij had hij in niet mis te verstane bewoordingen laten weten wat hij van die toestand vond — en wat hij zou doen als hij zou weten wie ervoor verantwoordelijk was. Niemand hoefde eraan te twijfelen of zijn woede serieus gemeend was. Van der Lee dwong steeds opnieuw op eerlijke wijze respect af, en ook nu kostte het hem slechts een goed gemikte pauze in het midden van een volzin om het samenzweerderige gefluister van het groepje achter Amber te reduceren tot betekenisvolle blikken onderling en in haar richting. Het meisje kon zich niet voorstellen dat Van der Lee dat niet in de gaten had, maar nu hij er geen last meer van had liet de leerkracht het kwartet ongemoeid. Amber had hoe dan ook grote moeite zich op het onderwerp van de les te concentreren: haar gedachten leken vandaag alle kanten op te vliegen! Van der Lee praatte intussen rustig verder over wat hij dit uur ook maar wilde vertellen. Tot het moment dat een gesmoord proesten klonk vanuit de globale richting waarin Karina zich bevond. „Chris,” zuchtte Van der Lee. Chris kroop met een strak maar hevig blozend gezicht overeind en in de houding. „Wat is er zo leuk?” vroeg Van der Lee, schijnbaar verveeld. „Niets, meneer,” mompelde de jongen met de blonde krullen. „Wat zei je, Chris? Ik hoorde het niet goed.” „Niets, meneer!” klonk het nu luid en duidelijk. „Natúúrlijk,” knikte Van der Lee, nu vlot meegaand. „Het klonk anders alsof jullie toch echt èrgens lol om hadden,” vond hij, terwijl hij een vingernagel leek te inspecteren. Plotseling keek hij op; keek de jongen strak aan, maar met een trekje om zijn mond waaruit een binnenpretje ontsnapte. „Waarom vertel je het ons niet gewoon, zodat we er allemáál om kunnen lachen?” Karina proestte. Amber wierp een schichtige blik op de aangesprokene: ze kon al wel raden dat het over háár zou gaan. Wéér haar oren, zoals toen? Chris wisselde snel een steelse blik met de magere Brenda, die inmiddels weer achterstevoren zat om hem uitdagend aan te kijken. Hij slikte eens, grijnsde toen en flapte eruit: „We hadden het erover dat Amber deze zomer met vakantie op een nudistencamping in Zwitserland is geweest, meneer.” Amber voelde zich alsof haar hoofd ter plekke zou ontploffen. |
|||||
|