| |||||
Dinsdag aan het eind van de middag vond Lianne een uurtje de tijd om wat eerder van kantoor weg te gaan. Inmiddels thuis pleegde ze wat telefoontjes en wilde net de strijk van het weekend wegwerken en opruimen voordat ze de meisjes van de opvang ging halen. Het leek meer dan normaal om Linda mee te nemen als haar vader pas later uit zijn werk kwam. Ze had de sleutel van hem gekregen, dus Linda kon naar huis wanneer ze dat zelf wilde. Lianne was net klaar toen er werd aangebeld en ze hoopte in stilte dat het Carlo was, die onverwachts eerder thuis bleek te zijn. Voor de deur stond echter een onbekende vrouw. Blond haar, grijze ogen, van haar lengte en tot in de puntjes verzorgd, tot aan de gemanicuurde nagels aan toe. Ze schatte haar van haar eigen leeftijd. "Hoi, je bent de buurvrouw van Carlo toch?" zei ze vriendelijk en amicaal. "Ja, maar hij is niet thuis," antwoordde ze prompt, zich te laat realiserend of ze dat misschien niet had moeten zeggen. "Sorry," zei de vrouw, die haar twijfel opgepikt had. "Maar ik ben Sonja, de moeder van Linda," stelde de vrouw zich voor. Lianne keek en zag dat ze hetzelfde blonde haar had als Linda, hoewel het kind duidelijk haar vaders ogen had. "O, Linda is op de opvang," zei ze vlug, niet wetend hoe ze zichzelf een houding moest geven. "Ja, dat zal wel. Gaat het goed met haar?" vroeg de vrouw snel op een toon die verried dat ze haar dochtertje miste. "Wilt u niet binnenkomen?" vroeg Lianne. "Ik ga ze zo meteen halen, mijn dochter zit met Linda op school moet je weten." "Dank je wel," zei de moeder met een zucht en stapte binnen. Even later stond ze midden in de kamer even onwennig om zich heen te kijken. Haar oog viel op een tafeltje met foto's van Sanne. Ze liep er heen en pakte een ingelijste foto op. "Ze heeft een lief gezichtje," zei ze, toen ze weer opkeek met een glimlach naar Lianne. "Ja, een engel van buiten, maar ze is niet op haar mondje gevallen hoor," lachte Lianne, het compliment van de ander naar waarde schattend. "Precies mijn Linda," zei de moeder en Lianne zag haar even betrekken. "Je ziet haar niet meer?" vroeg ze en de vrouw schudde even haar haar uit het gezicht alvorens te antwoorden. "Carlo wil het niet. We zijn nu meer dan twee jaar uit elkaar en nou ja, er zijn rake klappen gevallen, je weet wel, in figuurlijke zin dan. We hebben elkaar verwond en Carlo is nogal driftig zie je. Zijn Spaanse aard. Dat was het eerste waar ik op viel en nu... tja nu heeft het zich tegen me gekeerd," zei ze op verdrietige toon en ze veegde de tranen uit het gezicht. "Wat moet dat erg zijn om je eigen kind niet meer te mogen zien," zei Lianne en vroeg zich af wat deze moeder had gedaan om zo uit de omgangsregeling geschrapt te zijn. "Hij was van de één op de andere dag verdwenen zie je. Ik wist me geen raad. Hij had haar meegenomen naar Spanje. En ik ben berooid achtergebleven. Ik had geen geld voor een advocaat of wat dan ook," ging Sonja verder. Het begon te dagen. Daarom was hij naar een andere plaats verhuisd. Hij wilde niet gevonden worden door zijn ex. "Hoe heb je hem dan nu opgespoord?" vroeg ze met medeleven. "Ja, je weet hoe dat gaat. Je komt iemand tegen die niets van alles weet en die vraagt je dan hoe het in je nieuwe woonplaats is, omdat hij via via heeft gehoord... Nou ja, zo gaat dat. Maar daarom val ik jou ook lastig. Ik wil gewoon weten hoe het met mijn meisje is," ze keek haar wanhopig aan. Ze was aan het trillen en het was erg om een moeder in deze toestand te moeten zien. "Ga zitten, ik haal een glas water voor je," zei Lianne meelevend. Toen ze terugkwam zag ze dat Sonja opnieuw naar de foto van Sanne keek. "Weet je wat zo erg is. Ik heb geen enkele foto van Linda. Hij heeft alles meegenomen. Alle foto-albums die ik van haar heb bijgehouden." "Wat erg!" zei Lianne vol medeleven. Ze ging naast haar zitten en hield haar het glas voor. Sonja dronk het snel op en gaf haar een warme glimlach. "Ik zou er wat voor over hebben, voor één foto." Lianne dacht na. Ze had de sleutel van Carlo. Ze kon even naar binnen gaan en een foto zoeken. Hij zou één foto niet missen en als hij inderdaad gedaan had wat ze zei, zou ze daar zeker geen spijt van krijgen. "Ik heb een sleutel," zei ze langzaam. De vrouw keek haar hoopvol aan. "Ik kan een foto voor je zoeken en naar je opsturen. Misschien vraag ik Carlo wel om een foto, voor Sanne," ze dacht na terwijl ze sprak en vond dit laatste het beste idee. Hiermee zou ze hem niet schaden. Ze zou een afdruk laten maken voor Sonja. Hij zou het nooit te weten hoeven komen. De vrouw schrok. "O nee, hij mag niet weten dat ik hier ben geweest. Wil je alsjeblieft niets tegen hem zeggen?" Lianne knikte: "Maar natuurlijk, dat is toch vanzelfsprekend!" De vrouw zuchtte gerustgesteld en zocht naar woorden. Uiteindelijk begon ze te vertellen. "Ik herinner me nog dat mijn moeder een jurk voor haar had genaaid. Net voor ze bij me weggingen," slikte Sonja. "Het was zo een schatig jurkje en ze zag er zo mooi uit op de foto die ik van haar gemaakt heb. Ik zou hem zo vinden in het album. Ik weet precies waar hij zit, weet je." Lianne voelde mee met de ander, maar haar blik op de klok zei haar dat ze op moest schieten. "Sorry, ik moet nu gaan. De kinderen," zei ze verontschuldigend. De vrouw knikte en vroeg: "Hoe heet je?" "O, ik ben Lianne." "Lianne, zou je me de sleutel kunnen geven. Ik pak de foto en voordat jij en de kinderen terug zijn, ben ik weg. Carlo komt het niet te weten. Ik wil dit op een legale manier oplossen. Ik heb inmiddels een advocaat. Maar ik houd het niet vol zonder dat ik iets heb om me op de richten. Jij zult dat wel begrijpen, denk ik, je bent immers ook een moeder." Lianne was in tweestrijd. Ze mocht dit niet doen. Maar ja, ze was ook zo weer terug. Wat kon er in de tussentijd gebeuren? Terwijl ze met zichzelf aan het argumenteren was, ging de telefoon en maakte een eind aan haar gedachten. "Met Lianne. O Carlo," zei ze, waarbij schaamte en verbijstering om voorrang streden. "Je bent bij de opvang, je was vroeger. Natuurlijk, ik vind het prima," ze hing op en keek de vrouw met een frons aan. "Ik begrijp het," zei de vrouw, de situatie inschattend. "Ik moet weg. Als hij me nu ziet dan gaat hij er weer vandoor en misschien wel definitief. Ik moet nu geen fouten maken," zei ze snel en gehaast. "Wacht, geef me je adres. Ik vind een mogelijkheid om die foto voor je te bemachtigen," zei ze snel en pakte pen en papier. Sonja was nu opgestaan en Lianne merkte dat het telefoontje haar had overrommpeld. "Beloof het me alsjeblieft, zeg niet tegen hem dat ik ben geweest," smeekte ze nu en Lianne knikte gretig. De vrouw liep haar voorbij en zei gehaast: "Ik laat wat van me horen, snel, echt. Ik moet nu gaan, mijn advocaat heeft gezegd..." Ze stoof de kamer uit en terwijl ze naar de deur liep mompelde ze nog een gesnikt bedankje. Lianne had met haar te doen. Ze besefte dat ze het ondanks alles nog heel erg goed getroffen had met Piet. Deze hel was haar immers bespaard gebleven. |
|||||
|