| |||||
*** HOOFDSTUK 8 *** Het koninklijk paleis van Liliaño lag nog in diepe rust, in afwachting van de dag die zich al in het oceaanwater aankondigde door een zwak schemerende grijze gloed van bovenaf. De nachtwakers die de laatste wacht hadden, stonden op het dak en de buitenmuur van de paleisgronden uit te zien naar de nieuwe morgen, die hun aflossing zou betekenen. In het paleis zelf werd echter nog maar weinig van dat eerste ochtendgloren gemerkt. Ten eerste werd elke ruimte verlicht door de ontelbare zorgvuldig gecultiveerde micro-organismen, die de plafonds met een golvend palet aan pastelkleurige schijnsels bedekten. Zelfs Michelangelo zou er jaloers op zijn geweest. Ten tweede lagen de meeste bewoners van het uitgestrekte gebouw nog in diepe slaap. Toch was er al wel enige beweging binnen het paleis: de twee potige wachters die aan weerszijden van de ingang van de bibliotheek stonden, richtten zich tegelijk op de schim die door de minder helder verlichte gang op hen af kwam zwemmen. „Een goede morgen, mijne heren,” begon de schim op gedempte toon terwijl hij nog niet door de mannen herkend was. „Is het mij toegestaan de bibliotheek te betreden?” vroeg hij met een licht spottende bijklank. Nu pas konden de paleiswachten zien dat het Murox was, de streng ogende geleerde die door koning Silvaeo was uitgenodigd om zich met de gezondheid van prinses Lidhia bezig te houden. „Het spijt mij, mijnheer,” antwoordde de oudste van de twee wachters. „De bibliotheek is tot nader order… gesloten.” „Dus ik kan niet de informatie opzoeken die ik nodig heb?” informeerde Murox. „Dat klopt, mijnheer,” kreeg hij ten antwoord. „Ook niet als het gaat om de gezondheid van prinses Lidhia?” deed Murox zijn volgende zet. Even aarzelde de wachter, en keek hij zijn metgezel aan. Dat zag Murox, die zijn wig direct verder in de ontstane kier drukte met: „Het is een zaak van levensbelang voor de prinses, mijne heren.” „Magister Toenak zei dat hij niet gestoord wenste te worden, kapitein,” herinnerde de jongere wachter zijn meerdere in rang. De wetenschapper kneep zijn ogen even samen bij die woorden, al ging dat detail aan de militairen voorbij. „De magister zal het vast op prijs stellen als hij erachter komt dat zijn lijfwachten mij hebben afgehouden van mijn aandeel in zijn onderzoek,” veronderstelde Murox koeltjes. „U hebt toch óók het welzijn van de prinses op het oog, mag ik aannemen?” Deze steek onder water beviel de kapitein allerminst. Murox mocht dan een speciale gast binnen het paleis zijn, hij hoefde niet te insinueren dat de koninklijke lijfwacht niet om haar mensen gaf. Hij besloot Murox te antwoorden: „Heer Murox, uit betrouwbare bron heb ik begrepen dat prinses Lidhia haar hart heeft uitgestort bij de magister, en niet bij u. Ook heb ik begrepen dat koning Silvaeo — op verzoek van de prinses zelf — meer waarde hecht aan de adviezen van de magister. Als u dat wenst, zal ik de magister op de hoogte laten stellen van uw verzoek, maar… ik kan u niet binnenlaten.” Hij hief zijn kin en keek Murox aan, die er blijkbaar niet aan gewend was om geen indruk op iemand te maken. De kapitein was zich er terdege van bewust dat hij een risico nam met zijn uitspraken en zijn houding, maar dat risico durfde hij wel aan. Ook hij had meer respect voor magister Toenak dan voor de onplezierige Murox. De laatstgenoemde gaf zich gewonnen, gromde nog iets en draaide zich om, om mokkend bij hen vandaan te zwemmen. Vanuit zijn ooghoek zag de kapitein dat zijn metgezel hem bewonderend stond aan te kijken, maar hij schonk er geen aandacht aan. Tenminste, dat leek zo. Murox zwom intussen verhit door de gangen van het paleis. Het had hem verbaasd dat koning Silvaeo hem nog niet bedankt had voor zijn adviezen en zijn verdere aanwezigheid. Blijkbaar wilde de koning met hem een slag om de arm houden, mocht de spontane opwelling van de prinses in de richting van de magister niet tot het gewenste resultaat leiden. Hij vond het maar niks dat hij als reserve achter de hand werd gehouden. „Wachtposten voor de bibliotheek,” mopperde hij zachtjes. „Wat een verspilling!” Aan het detail dat zijn eigen verblijf in het paleis onder diezelfde ‘verspilling’ viel, ging hij gemakshalve voorbij. Tijdens de afgelopen dagen had hij vele ongecontroleerde uren doorgebracht in de uitgebreide leeszaal. Hij vond het dan ook belachelijk dat hij daar nu ineens niet meer naar believen kon binnenzwemmen, enkel en alleen omdat die overenthousiaste magister er even iets wilde lezen. Gelukkig had hij zijn tijd tussen de boeken nuttig besteed, al had prinses Lidhia hem de vorige dag bijna betrapt bij het lezen van een nogal gevoelig werkstuk. Net op tijd had hij in de gaten gehad dat er iemand binnen was gekomen. Zo snel en zo stil als hij kon had hij het boek weer teruggezet op de juiste plek, en door de verlichtingsorganismen te laten schrikken had hij een paar minuten de tijd gehad om de bibliotheek onopgemerkt te verlaten. Ook de plattegronden van het koninklijk paleis had hij grondig bestudeerd. Dankzij de uitgebreide documentatie die hij gelezen had, was hij nu goed op de hoogte van de indeling van het ingenieuze bouwwerk. Maar zijn zelfstudie had hem ook de weg gewezen naar enkele van de minder bekende wetenswaardigheden rond het ingenieuze bouwwerk. Via een omweg zwom hij nu naar de tweede zitkamer, die aan de bibliotheek grensde. De zitkamer werd niet bewaakt, wat een spottend lachje op zijn gezicht tevoorschijn toverde. Hij zwom de gezellig ingerichte kamer binnen en richtte zijn aandacht op de rechter achterhoek: inderdaad hing daar een sierlijk kastje aan de wand. Hij grijnsde eens bij het vooruitzicht de kapitein van de wacht te slim af te kunnen zijn. Het kastje bleek precies aan zijn verwachtingen te voldoen: het hing zo dicht tegen het plafond, dat er maar net een hand tussen paste. Maar dat was voldoende om de haak te vinden waarnaar hij op zoek was. Een voorzichtig rukje naar links… en het decoratieve kastje kwam aan de rechterkant los van de muur, zodat hij het geluidloos kon wegdraaien, als een kleine deur waarachter een duistere opening schuilging. Twee tellen later draaide de geleerde het kastje achter zich terug op zijn plaats… |
|||||
|