| |||||
Het was eigenlijk zo simpel, dacht Yessica, terwijl ze haar deur achter zich dichttrok en haar sleutel in het slot omdraaide. Voor de vijftiende keer deze avond nam ze haar tactiek in gedachten door. Een fles wijn hield ze onder haar arm geklemd, alsof dit voorwerp alles voor haar betekende en ze het vooral niet mocht laten vallen. Ze had haar haren in een nonchalant kapsel opgestoken, waarbij wat plukjes langs het met zorg opgemaakt gezicht hingen. Deze dansten met elke stap die ze aflegde. Verder had ze zich smaakvol gekleed. Niet te chic, niet te sportief. Net goed voor een gezellig avondje, glimlachte ze, met zichzelf ingenomen. Ze had lang met zichzelf gestreden. Ze wilde immers niet opdringerig lijken. Maar toch wist ze dat ze het niet kon verdragen om hem niet meer te zien. Maar hoe kom je in contact met iemand, waarmee je alleen een postadres gemeen hebt? En zelfs haar post werd daar niet meer bezorgd, omdat ze inmiddels zoveel vertrouwen had in de uitspraak van de rechter, dat ze wat makkelijker met haar gegevens omsprong. Hij zou haar immers toch niet vinden en indien wel, dan was er ook nog het straatverbod. Ze kon hem zo laten oppakken, het recht stond dit keer aan haar kant. Langzaam naderde ze het huis. Er brandde licht. Gelukkig, dacht ze. Even wreef ze met haar vinger over het naambordje, alsof ze dat hoorde te doen. In gedachten repeteerde ze haar openingszin voor de laatste keer. Als hij open deed zou ze hem bedanken voor het brengen van de post. De fles wijn was als teken van haar dankbaarheid. Hij zou haar vast niet op de stoep laten staan en dan... Wie weet, dacht ze strijdbaar en drukte ferm op de bel. Ze had dit al zo lang gerepeteerd, het zou vast niet mislukken. Het duurde een eeuwigheid, leek het wel, maar toen ging de deur toch open. De tevreden grijns op haar gezicht stierf meteen weg. “Hoi, kom binnen, Mark is in de keuken,” zei de blonde jonge vrouw in de deuropening, die haar toelachte. Toen ze niet reageerde op haar uitnodiging, vervolgde ze: “Je bent niet de eerste hoor.” Yessica herstelde zich van de schrik en voor ze wist wat ze deed, stapte ze achter de vrouw de gang in, die haar daar prompt alleen achter liet. Even wist ze niet wat ze moest doen, maar toch liep ze toen verder naar de keuken. Haar keuken, kon ze niet nalaten te denken, toen ze zag dat er weinig aan veranderd was. Zelfs zijn combi-magnetron stond op plek waar de hare had gestaan. En voor dit keukenapparaat stond Mark zelf. Hij was gekleed in een kobaltblauw overhemd en een lichtgrijze broek. In contrast met deze onberispelijke outfit, waren de felgekleurde ovenwanten aan zijn handen. Daarmee haalde hij behoedzaam iets uit de kleine vierkante ruimte, terwijl hij de terugklappende deur daarbij ontweek. Ze moest inwendig glimlachen; zij had ook altijd ruzie met het deurtje van haar magnetron. Hij had haar gehoord en draaide zich om. Zijn uitdrukking verried verbazing en ze wilde iets zeggen, om haar komst te verklaren. “Nee, niets zeggen. Laat me raden,” zei hij, terwijl hij zijn blik weer richtte op de quiche, die hij behoedzaam neer zette op het aanrecht. Toen draaide hij zich weer naar haar om en zei met een lachje: “In het koopcontract stond mijn geboortedatum, je wist dat ik vandaag jarig ben.” Ze liet een zenuwachtig lachje horen en schudde haar hoofd. “Nee, ik kom je alleen even bedanken voor het brengen van de post,” zei ze wijzend naar de fles die ze nog in haar hand hield. Ze beet op haar lip. “O, nou als dat zo is, kom mee, dan schenk ik iets voor je in. Je blijft toch zeker?” zei hij joviaal en ze liep met hem mee de kamer in. In de voorkamer stond de tafel afgeladen met drank en glazen en hij keek haar vragend aan. Ze bestelde een wijntje, gelijktijdig de achterkamer inkijkend, waar een groep mensen zich verzameld had, die een gezellig geroezemoes verspreiden. De bel ging opnieuw en hij reikte haar het glas. “Tot zo, loop maar alvast verder,” zei hij en verdween. Ze liep door naar de andere kant van de kamer en begroette de groep. Haar stemgeluid ging ten onder in de tonen van de muziek. Er was iemand druk met de geluidsinstallatie bezig, waardoor het volume nogal wisselde. Sommigen hadden haar toch gehoord en beantwoorden haar groet, met een enkel woord of een hoofdknik. Voor de open haard bleef ze staan en haar blik viel op een familiefoto, die op de schouw stond. Mark stond samen met, vermoedelijk zijn ouders, en een jongeman die erg op hem leek, voor de ingang van een huis. Ze lachten in de camera; een gelukkig plaatje. Yessica liet haar blik weer door de kamer gaan en besefte grimmig waarom het interieur haar de vorige keer zo had bevallen. Alles wat geld te bieden had, was gebruikt om er een smaakvol geheel van te maken. Dat was gemakkelijk, bedacht ze wrang. Ze kon wel denken hoe zijn leven er uitgezien had tot nu toe. Opgegroeid in een leuk gewoon gezin, terwijl zijzelf het ouderlijk huis al op vroege leeftijd had verlaten. Hij had vast gestudeerd, terwijl zij in die tijd moest rondkomen van een minimumjeugdloon. Haar eigen meubels weerspiegelde haar armoede uit die tijd. Zelfs nu had ze het nog niet breed. En dat allemaal vanwege één man. Als haar moeder er niet was geweest, had ze hier zelfs nooit gewoond. Maar het was vanwege hem dat ze hier weer weg had gemoeten. Het was gewoon niet eerlijk, want dit was de plek waar ze voor het eerst in haar leven geluk had gekend. Waarom had hij haar woonadres opgespoord, net als haar werkadres? Beiden had ze opnieuw opgegeven, maar toch had ze een nieuw huis gevonden aan de rand van dezelfde wijk. Helemaal liet ze zich nou ook weer niet wegjagen. “Victoria, I presume?” hoorde ze achter zich vragen en ze keek om, terwijl haar machteloze woede langzaam plaats maakte voor verbazing. Ze zag de uitdrukking in de ogen van de man achter haar veranderen van vrolijk naar ernstig. Hetzelfde blauw, constateerde ze meer onbewust, dan bewust. Ze draaide zich verder naar hem om en besefte dat ze hem, door haar eerdere gedachten, een boze blik had toegeworpen. Dit probeerde ze goed te maken door met een glimlach te vragen: “Victoria?” “O, foutje,” zei de man, zijn vergissing beseffend. Hij was ongeveer van dezelfde leeftijd als Mark, zo eind twintig en het schoot haar te binnen dat ze het gezicht eerder had gezien. “Jij bent Marks broer!” Hij knikte. “Alex,’ stelde hij zich voor en gaf haar een hand. “Victoria?” probeerde ze opnieuw. “Marks vriendin,” legde Alex uit. Er gutste opeens wijn over de rand van haar glas. “Oeps,” zei Alex. “Sorry,” wist ze nog net uit te brengen. Hij haastte zich om een servet te halen. Dat gaf haar de tijd om van de schrik te bekomen. “De vriendin van Mark?” vroeg ze zo neutraal mogelijk, toen hij, nadat hij de grond had gedroogd, opstond van zijn gehurkte houding. Om zichzelf een houding te geven en tijd te winnen vroeg ze: “Ken je haar niet dan?” “Ik weet dat het stom klinkt, maar nee. Ik heb nog niet het genoegen gehad haar te leren kennen,” hij gooide het servet in een prullenmand in de hoek van de kamer. “De dame in kwestie heeft zich in de afgelopen tijd erg op de achtergrond gehouden. Hij heeft haar een tijdje geleden op de vlucht vanuit New York Ieren kennen.” “Hoi Alex,” zei de blonde vrouw, die de deur voor Yessica had opengedaan. Ze kuste de hem. “Gefeliciteerd met je broertje,” zei ze lachend. “Ha Sis, wat zie je er goed uit.” Het viel Yessica op dat hij alles op een nogal overdreven toontje zei, wat haar deed fronsen. “En is ze er?” vroeg Alex, Sis niet de tijd gunnend om iets te zeggen. De vrouw schudde haar hoofd. “Kon niet,” zei ze smalend en liep terug naar haar gesprekspartner aan de andere kant van de kamer. Alex keek haar even na met opgetrokken wenkbrauwen en richtte toen glimlachend zijn aandacht weer op Yessica. “En wie ben je dan wel, als je Victoria niet bent?” vroeg hij en Yessica vertelde het hem. Ondertussen kon ze merken dat ondanks de zekere gelijkenis tussen de twee mannen, Mark het op meerdere fronten van zijn broer won. Ze ergerde zich aan Alex zijn geamuseerdheid, zijn spot, en zijn overdreven maniertjes. Mark had zijn best gedaan om haar op haar gemak te stellen, iets wat ze in hem niet herkende. “En waarom heb je dit paleisje verlaten?” vroeg hij gemaakt verbaasd, toen ze de connectie had verklaard en Yessica werd weer even van haar stuk gebracht. “Persoonlijk verhaal, niet interessant,” zei ze, in een poging er onderuit te komen. “Nee, ik wil het weten,” hield hij vol. “Ik werd gestalkt,” zei ze naar waarheid, terwijl ze niet wist waarom ze dit eigenlijk zei. Ze vermeed zijn blik en nam een slok van haar wijn. “O, wat mateloos interessant!” riep Alex en haakte zijn arm in die van haar. “Vertel, ik wil alle smeuïge details horen. Was het een afgewezen minnaar?” Yessica begon genoeg te krijgen van de houding van Alex. “Nee,” zei ze knorrig. “Mijn vader.” Hoewel hij op die titel geen recht had, voegde ze er in stilte aan toe. De ander keek weer overdreven verbaasd. “Ik heb hem voor het gerecht gesleept en dat kon hij niet hebben. Mijn vader moet altijd winnen namelijk!” ze had de woorden kwaad uitgesproken en maakte zich nu uit zijn arm los. “Wil je me verontschuldigen,” zei ze iets rustiger en liep bij hem weg tussen de schuifdeuren door en kwam via de gang in de keuken. Mark was bezig de quiche, die hij in punten had gesneden, op een bord te leggen. “Kan ik je helpen?” vroeg ze. “Graag, zou jij wat toast willen beleggen. Je vindt de spullen in de koelkast,” zei hij effen en hij liep vervolgens met het bord langs haar heen de kamer in. Ze vroeg zich vertwijfeld af of ze vanavond nog de kans kreeg om langer dan twintig seconden met hem samen te zijn. Toch stortte ze zich vol overgave op haar taak. Het volgende kwartier was ze alleen in de keuken, druk bezig met de hapjes. Pas later had ze de kans om het nog eens te proberen. “Mark, het was een leuke avond,” begon ze, toen ze hem in de gang ontmoette. Hij had net de blonde vrouw, die voluit Siska bleek te heten, naar de deur gebracht. “Ja, vond ik ook, ik vond het leuk dat je er was,” zei hij met een lieve lach, terwijl hij blijkbaar dacht dat ze er vandoor wilde. “Misschien...” begon ze toen ze eindelijk de woorden had gevonden, die ze tegen hem wilde zeggen. Op dat moment kwam er een stel de gang in, die Marks aandacht opeisten. Yessica zuchtte en fluisterde nog een zacht: “Tot ziens...” waarna ze niet veel later in de donkere nacht verdween. |
|||||
|