| |||||
„Nou, Tim, het lijkt erop dat je een wens mag doen!” glimlachte Den Engel, terwijl hij de jongen via de binnenspiegel aankeek en knipoogde. Hij zette de hendel van de automaat in stand ‘D’ en draaide de ruime Previa de parkeerplaats af, terwijl Tim even nadacht en vroeg: „Hoe bedoelt u?” Ditte Meyer, die in de passagiersstoel naast Den Engel zat, giechelde en antwoordde voor Den Engel: „Je zit als jongen tussen twee meisjes in.” „Oh,” zei Tim, voor wie dat concept met die wens nieuw was. Hij trok even zijn wenkbrauwen op en zijn mond in een scheve glimlach. „Dan zal ik maar eens gaan bedenken wat ik wens.” Blijkbaar ging het om een volwassen grapje, bedacht hij intussen lusteloos. De Japanse auto draaide de weg op en versnelde moeiteloos naar de vijftig kilometer per uur die Tim vanaf zijn plek in het midden van de achterbank met gemak op het dashboard kon meelezen. Zijn mimiek bood echter ook ruimte aan zijn frustratie. Natúúrlijk was de sfeer vreemd. Ze zaten in de auto van de rector. Ze hadden gezelschap van een vriendelijke, maar hun toch onbekende, dame van de krant. Amber en Gabriëlle hadden op de één of andere manier moeite met elkaar. Hij had een probleem met Gabriëlle — of eigenlijk andersom. O, en ze gingen op bezoek bij Rosa, die gewond in het ziekenhuis lag. Logisch dat er geen gezellig ‘dagje uit’-sfeertje in de auto hing. Maar wanneer hij naar rechts keek, zag hij slechts Gabriëlles donkerblonde krullen. Keek hij naar links, dan was het lange blonde haar van Amber alles wat hij van het precies even zwijgzame meisje te zien kreeg. Leuk zo, dacht hij, en hij bepaalde zijn aandacht maar weer bij de weg vóór hen. Ik wil niet dat je me óóit nog aanraakt, echode het in zijn gedachten, waarbij hij Gabriëlles gezicht weer voor zich zag, zoals ze keek toen ze dat tegen hem gezegd had. Lastig, vond hij, zich warm bewust van het feit dat hun heupen elkaar onvermijdelijk raakten, nu ze zo met z’n drieën op de achterbank zaten. Vanwege de gordels ging dat niet anders, anders had hij nog wel een stukje kunnen opschuiven: Amber was maar smal. Waarom hij in het midden was beland, was hem een raadsel. Het leek hem logischer dat Amber die plek zou krijgen, maar de beide dametjes hadden hem zwijgend maar volhardend voor laten gaan, waarna ze ieder van een andere kant naast hem waren komen zitten. Ieder bij een raampje. Tims interpretatie luidde: Zo ver mogelijk bij elkaar vandaan. Hij had het gevoel dat hij Den Engel in de spiegel in de weg zat. Ook had hij het gevoel dat hij Gabriëlle in de weg zat. Zij zat hèm in ieder geval flink dwars… Den Engel concentreerde zich inmiddels op het verkeer: een vuilniswagen was voor hen uit met zijn werk bezig, wat een kleine opstopping veroorzaakte in combinatie met de sluitende spoorbomen een eindje verderop. De rector maakte er terloops een opmerking over tegen mevrouw Meyer, die daar even op inging. Tim voelde zich opgelaten en beroerd, en hoopte maar dat mevrouw Meyer — Ditte — haar mond tegen hem zou houden. Hij was nú niet in de stemming om vragen te beantwoorden voor de krant. Gabriëlle ging iets verzitten: de druk tegen zijn heup veranderde een beetje, wat zijn gedachten weer op het ongewenste — van háár uit, dan — contact bracht. Hij had zich toch alleen maar bezorgd getoond over haar? Ze had eruit gezien alsof ze ieder moment kon gaan flauwvallen… In een impuls had hij besloten haar te ondersteunen. Hij bedoelde toch niets met die aanraking? Hij had haar toch niet op een verkeerde manier aangeraakt? Deze ‘heup aan heup’-positie is veel intiemer, bedacht hij, en hij verschoof ongemakkelijk blozend, omdat zijn lichaam tegen zijn wil op die gedachte reageerde, zoals gewoonlijk op een moment dat het hem niet uitkwam. Kon hij zijn benen maar over elkaar slaan…! Maar daar bood de auto geen ruimte voor. Hij keek naar links, langs Amber die zich nog steeds achter haar lange haar verschool, en voelde zich somber worden. Die aarzeling, voordat hij Gabriëlle had ondersteund… Hij moest toegeven dat die te maken had gehad met de warme gedachten die hij die ochtend over haar had gekoesterd. Opnieuw kwam het beeld hem voor de geest van Gabriëlle, die uitgelaten voor hem uit rende door de gang. Hij had zijn ogen niet van haar af kunnen houden… Maar was dat anders geweest als hij niets voor haar gevoeld had en alleen maar achter haar aan had gerend? Hadden zijn gevoelens meegespeeld in zijn besluit haar zo te ondersteunen? Was hij ‘over de grens’ gegaan? Blijkbaar, veronderstelde hij. Had hij van de ervaring genoten? Hij zuchtte bij het besef dat het antwoord op die laatste vraag ‘ja’ luidde. Haar armen en rug hadden stevig maar zacht aangevoeld onder haar vest. Die sensatie had hij heel bewust in zich opgenomen terwijl hij Gabriëlle naar de lift leidde. Maar… over de grens? Welke grens dan? Die van het algemeen fatsoen? Niet dat ik weet, dacht hij, zijn opvoeding raadplegend. Zelf vond hij dat het een poging tot galant-zijn was geweest. Zijn eigen grenzen? Hij vroeg zich af of hij zelf wel precies wist waar die lagen, ook al had Gabriëlle hem duidelijk te kennen gegeven dat die van hèm een groter gebied omsloten dan die van háár… Hij kon er niet omheen: hij vond haar leuk. Of die verleden tijdsvorm permanent moest worden, was hem nog niet duidelijk. En hij vroeg zich onzeker af of de aantrekkingskracht die hij in haar richting ervaren had eenrichtingsverkeer was — en alleen maar lichamelijk, zoals hij meende te moeten concluderen. Goed zo, Timmy, bespotte hij zichzelf in gedachten. Je tweede dag op je nieuwe school en je hebt het al verprutst. Ga vooral zo door, dan weet je waar het eindigt! Hij besloot de stilte in de auto te verbreken om zijn gedachten te verzetten, zocht een geschikt onderwerp, vond er één en vroeg luchtig: „Amber, hoe is het met je poes?” Eén tel hing zijn vraag in de stilte, voordat hij zich bewust werd van de manier waarop Gabriëlle reageerde, Amber hem vlug aankeek en vuurrood kleurde, Den Engel zijn wenkbrauwen optrok en mevrouw Meyer verrast opzij keek voordat Amber schuchter antwoordde: „Prima, hoor… De kittens zijn er nog niet, maar we verwachten ze rond het weekend.” Den Engel en mevrouw Meyer ontspanden zich glimlachend. Tim voelde meer dan dat hij zag hoe Gabriëlle afkeurend met haar ogen gerold had bij zijn onbedoeld dubbelzinnige vraag, en wist meteen wat hij wenste… |
|||||
|