| |||||
„Medica Ishtaran, ik had gehoopt dat u ons zou vergezellen tijdens onze afdaling, maar u zult begrijpen…” De medica glimlachte naar de koning en antwoordde: „Ik had graag mee willen gaan, maar de omstandigheden dicteren een alternatieve inzet van mijn diensten. Ik zou mijn identiteit verloochenen als ik prinses Lidhia hier in het medisch centrum zou achterlaten voor een wetenschappelijke excursie.” „Ook de prinses zou ik uitgenodigd hebben,” mijmerde Silvaeo, staand naast het bed waarop Lidhia op haar buik lag. „Zij is beneden geweest, ze heeft daar een ervaring die wij geen van allen hebben. Als zij gewild had — ik zou er niet op aangedrongen hebben — zou ik haar gráág mee gehad willen hebben.” „Uw voorkeur lijkt mij, uitgaand van die argumenten, in een andere richting te moeten wijzen,” probeerde Ishtaran voorzichtig. De koning keek op: „H’m?” „De verhalen duiden op prinses Tirashya als de meest voor de hand liggende aanvulling voor uw missie,” verduidelijkte de medica, terwijl ze voorzichtig het verband van Lidhia’s rug verwijderde. De wond zag er lelijk uit, met ruw gerafelde randen. Silvaeo fronste terwijl Ishtaran met geroutineerde bewegingen het beschadigde weefsel schoonmaakte. „Zou u er — als prinses Tirashya er tenminste mee zou instemmen — uw goedkeuring aan geven haar mee te laten gaan?” vroeg de koning aarzelend. „Afgaand op het getuigenis dat prinses Lidhia heeft afgelegd met betrekking tot haar zusje, heeft prinses Tirashya een sterkere speurderszin en een groter opmerkzaam vermogen dan haar oudere zus,” bedacht Ishtaran hardop. „Haar overduidelijke angst voor de kerkers — of die nu redelijk is of niet — zou in vrijwel iedere andere situatie een verplichte uitdaging vormen om te overwinnen.” „Hoe bedoelt u?” vroeg Silvaeo, die dat laatste niet helemaal volgde. „Wanneer iemand een traumatische ervaring heeft opgedaan, kan daardoor een verlammende angst ontstaan voor gelijksoortige situaties,” legde de geleerde dame uit. „Als die angst niet zo snel mogelijk overwonnen wordt, kan het een chronische angst worden: een fobie. Ik vraag me af of het gezond is voor welke waterling dan ook om welke vorm dan ook van tunnelvrees te ontwikkelen. Het is niet ondenkbaar dat prinses Tirashya binnen afzienbare tijd bang zal zijn om alleen door de paleisgangen te zwemmen. In mijn ogen zou het een gezonde stap voor haar zijn als zij, tegen haar angsten in, met u mee zou gaan.” Silvaeo nam die stelling in overweging. Hij voorzag strijd op meerdere fronten: allereerst was daar het punt van tactisch nadeel vanwege Tirashya’s angst. Stel dat ze de gangen inderdaad niet aankon? Dan moesten ze de missie wellicht afbreken vanwege háár… Dan was er nog de vraag of het jonge meisje wel overgehaald zou kunnen worden om mee te gaan. Het moest uiteindelijk haar eigen keuze blijven… Maar de grootste uitdaging lag volgens hem in het overtuigen van zijn vrouw. Quevera zou niet eenvoudig met dit voorstel akkoord gaan, vreesde hij… Tenzij… „Ik ben het met u eens dat het om meerdere redenen goed zou zijn als Tirashya ons zou vergezellen bij de afdaling,” begon hij. „Maar om dat voor elkaar te krijgen heb ik uw hulp nodig.” Ishtaran keek hem begrijpend aan en vroeg: „Zal ik de koningin van mijn mening op de hoogte stellen?” Silvaeo glimlachte haar dankbaar toe en antwoordde: „Dat lijkt mij een uitstekend idee, waarde medica!” Ishtaran trof de koningin aan in Tirashya’s slaapkamer, waar ze het prinsesje probeerde te overtuigen van het feit dat niemand schuldig was aan Lidhia’s verwonding — blijkbaar gaf Tirashya zichzelf de schuld. „Majesteit, zou ik u even onder vier ogen mogen spreken?” vroeg de medica zodra de koningin haar opmerkte. Het kostte Ishtaran niet al te veel moeite om Quevera te overtuigen van de psychische noodzaak om Tirashya met haar vader mee te laten gaan. Tirashya zèlf was moeilijker te overtuigen. „Tirashya, je hoeft niet bang te zijn,” probeerde de koningin. „Het zal volledig anders zijn dan je afdaling met Lidhia. Iedereen voert gewoon zijn luminescentie, dus het is niet donker.” Het meisje weigerde echter pertinent: „Ik kan niet. Nog niet. Ik snap dat het goed voor me is, maar…” Hulpeloos keek Tirashya haar moeder aan. Ze kon de woorden niet vinden om haar gevoelens weer te geven. Quevera vulde haar dochter aan met: „Maar je wilt het op jouw eigen tijd doen?” Dankbaar knikte Tirashya, die zich uit een verwarrende wirwar ontward zag. „Wacht er dan niet te lang mee, hoogheid,” drong Ishtaran aan. „Hoe eerder u dit overwint, hoe eenvoudiger het zal zijn.” Ten dele om van onderwerp te veranderen, vroeg het prinsesje: „Hoe gaat het met Lidhia?” |
|||||
|