248818
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Keiharde dromen
90. Gespannen
Door: EsQuizzy
Commentaar van de schrijver:
Categorie: Drama / Roman
Geschatte leestijd: ca. 6 minuten

„Wordt het niet eens tijd dat je naar huis gaat, Amber?”
Amber keek verbaasd op van een stapel boeken, die ze in kleermakerszit op de grond tussen de kasten aan het sorteren was. Het nieuwe tapijt in de bieb voelde zo lekker zacht aan… Zo knus, vond ze.
Ze keek op haar horloge en schrok: „O! Ik had niet door dat het al zo laat was!” Gauw stond ze op, maar keek toen terug naar de onoverzichtelijke stapeltjes boeken. „Ik ben alleen nog lang niet klaar…”
„Laat mij dat maar doen, ga jij maar gauw naar huis,” bood mevrouw Van den Heuvel met een glimlach aan. Amber zuchtte en keek de oudere dame schuldbewust aan.
„Weet u het zeker?” vroeg ze.
„Ja, meisje. Ik weet het zeker. Je bent een schat dat je me zo helpt. Zou je me woensdagmiddag weer kunnen komen helpen? Er komen nieuwe boeken binnen, die moeten uitgezocht worden.”
„Ja hoor, graag!” reageerde Amber enthousiast, maar ze corrigeerde zichzelf bijna direct met: „O nee, dan kan ik niet… Het spijt me, mevrouw Van den Heuvel!”
„Amber, meisje, ik ben blij met alles wat je voor me doet. Maar als je niet kunt, kun je niet. Dat geeft niets. Ik zou het alleen heel fijn vinden als je mij in het vervolg zou willen aanspreken met ‘tante Flora’. Zo noemen de kinderen bij mij in de straat mij ook, en ik vind het véél leuker klinken dan al dat ge-‘mevrouw’.”
Terwijl ze knikte liet Amber een brede glimlach zien bij de overeenkomst tussen deze dame en ‘tante Fabiënne’, Rosa’s moeder.
„Donderdagmiddag dan weer… tante Flora?” vroeg Amber.
„Prima, meisje,” stemde de bibliothecaresse met dat voorstel in.
„En misschien kan ik woensdag in de grote pauze óók wel. O, en natuurlijk morgen tussen de middag,” herinnerde Amber zich vrolijk, terwijl ze haar tas pakte en zwaaide.
Tante Flora zwaaide terug.
De deur klikte dicht.
Een zachte glimlach speelde rond Flora’s lippen toen ze voorzichtig tussen de stapels ging zitten. Een glimlach waarin zowel een sereen genieten als een stil verdriet zich lieten herkennen.
„Zo oud was Marianne ook ongeveer,” fluisterde ze tegen niemand in het bijzonder. Ze keek om zich heen en probeerde Ambers systeempje in de stapels te ontdekken. Het zou nu wel later gaan worden dan ze gehoopt had…
„Ach, wat geeft het,” fluisterde ze tegen de illustratie van een knappe ridder op het boek in haar hand. „Er is niemand, die thuis op me zit te wachten.”
Ze zette het boek weg.
Amber stapte warm ingepakt naar buiten, de stille vrieskou in.
Het was donker.
Tussen de flarden wolken waren enkele zwarte vlekken zichtbaar: zwarte vlekken met allemaal twinkelende lichtpuntjes. Ze kneep haar ogen tot spleetjes en liet de sterren dansen.
De lamp aan de muur van het hoofdgebouw flikkerde onregelmatig, en wierp koude schaduwen door de fietsenstalling. Met een zacht krijsend geluid schuurden de bladeren van de grote rododendron achter het zogenaamde ‘rokershok’ langs de mouw van haar nylon jack terwijl ze de paden begon te tellen, zoals iedere dag.
Eén…, twee…, drie! — ze sloeg rechtsaf: in dit pad stond haar fiets, halverwege aan de linkerkant.
Met een scherp geluid klikte het slot open, zodat ze haar rijwiel uit de stalen standaard kon trekken. Het viel haar op, dat haar fiets niet de laatste was: er stonden nog minstens drie metalen paarden gestald, verspreid over de zes lange, deels met golfplaten overdekte fietsenrekken.
Met een paar geroutineerde bewegingen priemden de lampen van haar fiets helder door het duister. Bijna onhoorbaar fietste ze weg, waarna de fietsenstalling er weer koud en verlaten bij lag.
Iets meer dan tien minuten later draaide ze haar fiets het tuinhekje van de familie Welder binnen en drukte ze de led-verlichting uit. Nadat ze haar fiets weer op slot had gezet, liep ze over het smalle paadje door de achtertuin naar de keuken. De benedenverdieping zag er aantrekkelijk warm uit nu er licht brandde. Tante Fabiënne stond in de keuken en begroette Amber toen die de deur opentrok en huiverend binnenstapte, de warmte in.
„Hé, hoi Amber! Jij ziet eruit alsof je wel een kommetje lekker warme bruine bonensoep lust!”
Amber knikte, deed de deur achter zich dicht en zei: „Lekker! Alstublieft!”
Ze trok de rits van haar rode jack open en ontdeed zich van haar blauw wollen sjaal. Pas toen ze dat voor elkaar had, viel de verbaasde blik op het gezicht van Rosa’s moeder haar op.
„Is Rosa niet bij jou?” vroeg mevrouw Welder.
Nu keek Amber verbaasd, terwijl ze antwoordde: „Nee. Ik was in de bieb aan het helpen; zij ging vast naar huis, zei ze. Dat was zo rond half vier. Ik dacht dat ze hier was!”
Mevrouw Welder keek op de klok, liet de soep even voor wat het was en liep, haar handen aan een doek afvegend, om de bar heen naar de telefoon in de woonkamer.
„Fred, ga jij tafel dekken?” vroeg ze dwingend, terwijl ze het juiste nummer zocht en de telefoon inschakelde. Met een zucht, een grom en frisse tegenzin legde Rosa’s broertje de oude Donald Duck aan de kant en hees hij zich overeind om in zichzelf mopperend in de richting van de tafel te sloffen. Zijn moeder liep langzaam terug naar de open keuken, de telefoon aan haar oor. Amber bleef, met haar jas los, afwachtend op de deurmat staan. Haar sjaal hield ze in haar handen.
„D’r voice-mail,” zei tante Fabiënne. „Vreemd. Heb jij enig idee waar ze naartoe gegaan kan zijn?”
Amber dacht even na, en schudde haar hoofd met: „Nee, eigenlijk niet. Ze is altijd juist zo betrouwbaar als het om afspraken gaat… Misschien is ze Gabriëlle of Tim tegengekomen en staat ze daarmee te praten…?”
„Als dat zo is, zou ze gebeld hebben,” mompelde mevrouw Welder.
„Misschien is haar accu leeg — die van haar telefoon…, bedoel ik,” probeerde Amber in een poging tot steun te zijn.
„Dan had ze de telefoon van één van de anderen gevraagd,” antwoordde mevrouw Welder beslist.
„Moet ik even op het internet zoeken naar het telefoonnummer van Gabriëlle thuis?” bood Amber aan. Op het knikje van haar gastvrouw liep ze naar het computermeubel en startte ze de pc op. Even later had ze het nummer al gevonden en op de telefoon ingetoetst.
Terwijl Fred zich weer op de bank liet vallen en zijn Duckje erbij trok, werd er opgenomen.
„Peter LaCroix, goede—middag,” klonk het. Amber keek op de klok: nèt half zes geweest.
„Euh… goedemiddag, meneer,” begon Amber verlegen. „U spreekt met Amber Konings. Ik zit bij Gabriëlle op school en ben een goede vriendin van Rosa Welder. Het is misschien een rare vraag, maar… Is Rosa misschien bij Gabriëlle?”
„Volgens mij niet,” antwoordde LaCroix direct. „Gabriëlle kwam vanmiddag samen met een zekere Tim naar huis, …een nieuwe klasgenoot van jullie?”
„Van Gabriëlle, ja,” bevestigde Amber. „Rosa en ik zitten in de tweede.”
„Aha. Tim is al even naar huis. En ik heb Rosa niet zien binnenkomen, maar ik ben even weg geweest. Wacht even, dan roep ik Gabriëlle even.”
„Oh…,” aarzelde Amber, klaar om te zeggen dat dat niet nodig was, maar ze bedacht bijtijds dat het voor tante Fabiënne was en dat ze maar even moest doorzetten. „Oké…”
In de achtergrond hoorde ze hoe meneer LaCroix zijn dochter riep.
„Voor jou,” klonk zijn stem even later gedempt. „Een vriendin van Rosa?”
Een meisjesstem kwam aan de lijn: „Met Gabriëlle?”
Dus zo klinkt haar stem, dacht Amber, terwijl ze zei: „Euh, Gabriëlle, je spreekt met Amber.”
„Oh…,” aarzelde Gabriëlle nu. „Hoi. Wat is er?”
Ze klinkt gespannen, pikte Amber feilloos op. Ze kon zich wel voorstellen dat zij zelf ook zo zou klinken.
„Eh, weet jij waar Rosa is? Ze is nog niet thuisgekomen, terwijl we hier bij haar thuis afgesproken hadden.”
„Ik heb haar niet gezien sinds de grote pauze… Sorry…”
„Oké, weet ik genoeg.”
„Nou… Eigenlijk niet…”
„Nee… Eigenlijk niet.”
Er viel een korte stilte, die door Gabriëlle doorbroken werd toen Amber juist het gesprek wilde gaan beëindigen.
„Eh, Amber?”
„Ja?”
„Wil je me op de hoogte houden? Ik wil ook wel helpen zoeken als het nodig is.”
„Wat is je nummer?”
Amber schreef het op en herhaalde het, waarop ze met gevoel zei: „Alvast bedankt, hè?”
„Jij ook,” antwoordde Gabriëlle. „Doei!”
„Doei!” groette Amber terug, waarop ze naar tante Fabiënne draaide en haar hoofd schudde.
„Het lijkt erop dat we wat later eten, vanavond,” zuchtte Rosa’s moeder, die de telefoon van Amber overnam en Rosa’s nummer opnieuw intoetste, vanuit een boekje.
„Nog steeds de voice-mail,” zuchtte ze.
Amber bedacht dat Rosa Tim wel eens ontmoet zou kunnen hebben, allebei op weg naar huis. De kans was alleen maar uiterst klein: waar zou Rosa dan vandaan hebben moeten komen? En zou het huistelefoonnummer van Tim al op internet te vinden zijn? Ze vermoedde van niet, maar keek toen naar het nummer dat ze zojuist gedicteerd had gekregen.
Zou Gabriëlle Tims nummer hebben?
Aarzelend pakte ze haar mobieltje.

Gepost op 04-11-2008 om 19:30 uur
365 keer gelezen
<< Vorige in deze serie

Alle verhalen in deze serie (Keiharde dromen)
Alle verhalen van deze schrijver (EsQuizzy)



Door: Tines
Die titel was al een beetje onheilspellend... Dit is niet goed! Die fietsen die nog op school staan, hoeven op zich niets te zeggen... Maar als ik Ambers reactie zo zie, is dat wel apart... Zou Rosa dan nog ergens in de buurt van school zijn? Ik hoop niet dat ze nog in de fietsenstalling ligt ofzo...

Wel super dat er contact is tussen Gabriëlle en Amber! Kan ik weten wat er tussen hen in staat? Er zit een zekere weerstand, maar die lijkt nu op zich wel minder te worden...

Dit verhaal is echt zooo leuk en spannend! Hoewel het nu wat spannender dan leuk is... Maar dat is alsnog een compliment.
Gepost op 04-11-2008 Om 19:53

Dank je voor je enthousiasme!

Ik heb intussen een paar minieme wijzigingen doorgevoerd. Misschien heb je die nog niet gelezen.

Gepost op 04-11-2008 Om 19:56

Door: Tines
Oh, vergeten: wat een lieve bibliothecaresse! Wat zou er met haar dochter gebeurd zijn?
Mooi omschreven, die scène, echt mooi!
Gepost op 04-11-2008 Om 20:01

Dank je!

Ik heb opnieuw een kleine wijziging aangebracht.

Gepost op 05-11-2008 Om 08:27

Door: Gabriëlle
Grappig dat je de bibliothecaresse zo als typetje neerzet. De oudere, grijze dame, lief en behulpzaam en nou heet ze ook nog 'tante Flora'. Heeft ze een knotje en een brilletje?
In mijn opleiding tot biebmiep hebben we (mijn medestudenten en ik) ons altijd geërgerd aan deze stereotiepen, maar ik vind het wel iets kneuterigs hebben!
Gepost op 05-11-2008 Om 08:36

Nou, *grijns*, dan is de bibliothecaresse die mij heeft geïnspireerd tot 'tante Flora' een levend typetje. Ze mag het als gemeend compliment opvatten als ze dit leest en zichzelf erin herkent.

Ze bestaan ècht, en laten de beste herinneringen achter.

Stereotiepen, al dan niet uit het echte leven, zijn in mijn ogen niet altijd verkeerd... ;)

Dank je voor je reactie!

Gepost op 05-11-2008 Om 09:06

Door: EsQuizzy
Nog even: de situatie 'Marianne' is volledig fictief.



Gepost op 05-11-2008 Om 10:48
...that is: in the librarian's case.

Gepost op 05-11-2008 Om 10:57

Door: Tines
Hmm, mijn herinneringen aan de bieb en de bibliothecaresse zijn niet zo positief... Ik had het idee dat ze er op voorhand al vanuit ging dat je iets verkeerds van plan was, terwijl dat niet (altijd) zo was... Onze dorpsbieb is trouwens wel heel mooi en gezellig, nu. Dus nu herken ik me wel een beetje in dat beeld...
Gepost op 05-11-2008 Om 10:52

Door: kiezel
Mag ik nog even wat opmerkingen plaatsen n.a.v. deze mooie post?

Hier zou de inversie eventueel wellicht misschien kunnen, maar de vraag is of je het zo bedoelt...:
Gauw stond ze op, maar keek toen terug naar de onoverzichtelijke stapeltjes boeken. Hier staat dus eigenlijk:
Gauw stond ze op, maar gauw keek ze toen terug...

Flora van den Heuvel, leuke combinatie voor- en achternaam; het deed mij gelijk denken aan 'Florie & van den Heuvel' (een bouwbedrijf).

„Prima, meisje,” stemde de bibliothecaresse met dat voorstel in.. Ik zou met dat voorstel weglaten. Gevoelsmatig.

Een glimlach waarin zowel een sereen genieten als een stil verdriet zich lieten herkennen. M.b.t. de plaats van het woordje 'zich'; zou je dat niet beter na 'waarin' kunnen zetten? Hm, ik twijfel zelf... Misschien zou ik kiezen voor ...konden worden herkend.

===>
Gepost op 05-11-2008 Om 13:37
...eventueel wellicht misschien...? ;) Hmmmm...

Ik kijk nog eens naar die inversie. =)

Nóóit van gehoord (bouwbedrijf)! =D

Als ik 'met dat voorstel' weglaat, staat er dus:

„Prima, meisje,” stemde de bibliothecaresse in.

Apart gevoel houd jij erop na. ;)
Tenzij je bedoelt: ...vervangen door 'daarmee'. =)

glimlach: ik twijfel niet. Ik houd van personificaties en deze darling ga ik niet killen. Vooral omdat het gewoon duidelijk is wat ik bedoel, maar ook omdat je zelf aangeeft dat je zelf twijfelt. ;)

>>
Gepost op 05-11-2008 Om 13:54

Door: kiezel
===>

Met een paar geroutineerde bewegingen priemden de lampen van haar fiets helder door het duister. Van wie zijn nu die geroutineerde bewegingen? Zoals het er nu staat lijkt het net alsof de lampen zo geroutineerd bewegen...

Gepost op 05-11-2008 Om 13:38
>>

...Sommige mensen zien alles meteen letterlijk vóór zich. Ik normaal ook, maar deze had ik over het hoofd gezien. Inderdaad kan dit verwarring opleveren. Ik zal er nog eens naar kijken.

Dank je voor het compliment en het meedenken!!!

=)

Gepost op 05-11-2008 Om 13:56

Door: kiezel
Nog even over die instemmende bibliothecaresse:

Het in jouw reactie op mijn reactie cursief gedrukte zinnetje geeft inderdaad precies weer hoe het volgens mijn gevoel (dat door jou overigens als 'apart' geclassificeerd wordt) het mooiste zou zijn...

Het volgende is volgens mij namelijk heel gewoon en goed Nederlands:
"Zullen we dat dan maar doen?"
Hij stemde in.


Eventueel zelfs met instemmend geknik, daar maak je toch ook geen daarmee instemmend geknik van?


Voor mij is het met dat voorstel overbodige info, omdat het al impliciet (gevoelsmatig zelfs tegen het expliciete aan) in het 'instemmen' zit. Dus als je het er wel bij zegt moet je er óf een specifieke bedoeling mee hebben, óf je moet consequent zijn in het opnemen van zinloze toevoegingen.

Hier een voorzetje: Bijna onhoorbaar fietste ze weg op haar fiets met twee wielen en een fietsbel...

Okee okee, ik laat me gaan...
Het blijft natuurlijk jouw verhaal
Gepost op 05-11-2008 Om 14:43

...en ik blijf erbij dat het helemaal correct mag zijn (jouw voorstel), maar daarin verschillen onze gevoelsbelevingen dan. Ik blijf het apart vinden: ik zou het zelf nooit zo gebruiken.

'Instemmend geknik.' als zelfstandige incomplete zin is correct, inderdaad. Maar daarin is 'instemmend' volgens mij een bijwoord, en géén werkwoord. Dus dat kun je niet als argument aanhalen. Ik blijf erbij dat je "ergens mee instemt."

Als ik het zo zou schrijven als jij voorstelt, denk ik dat de lezers er eerder over zouden struikelen dan wanneer ik het laat staan zoals het is. Gevoelskwestie.

Maar... *fijn* dat je in ieder geval toegeeft dat je je liet gáán...

;)

Gepost op 05-11-2008 Om 15:13

Door: EsQuizzy
'Instemmend' zal daar (in dat voorbeeld) wel een bijvoeglijk naamwoord zijn, denk ik...



Gepost op 05-11-2008 Om 15:16

Door: kiezel
Okee okee, ik bind in!
Of, om in de juiste terminologie te blijven: ik bind ermee in!

Gepost op 05-11-2008 Om 15:52
...en ik lach om.

=D

Gepost op 05-11-2008 Om 16:36

Door: EsQuizzy
Kiezel, ik hoop dat je je in de aanpassingen (2) kunt vinden en ... instemt.



Gepost op 06-11-2008 Om 21:48

Door:
ben benieuwd hoe dit verder gaat iik ben benieuwd waar rosa uithangt ls ze maar geen ongelu heeft gehad
ik hoop zo dat alles goed met haar is
Gepost op 10-07-2011 Om 18:51

Pas op dat je geen belangrijke dingen gaat missen doordat je te snel wilt, al zie ik dat als een compliment.
In Kd.88 Sterrenwacht heb je gelezen wat er met Rosa gebeurd is…

*bloempje*

Gepost op 10-07-2011 Om 23:18

Door:
ooew ga ik da nof ff lesen
Gepost op 11-07-2011 Om 18:32

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.