| |||||
Intussen stapte Tim de vijf treden terug de aula in, lichtelijk verbaasd over de onverwachte attentie die zijn mentor even gauw voor hem geregeld had. Zijn gezicht drukte echter ontevredenheid uit: Gabriëlle was verdwenen tegen de tijd dat hij met Ter Heerdt bij de balie aangekomen was. Het leek er niet echt op dat het vandaag nog zou lukken haar even te spreken te krijgen. Steeds opnieuw was er een situatie — een medescholier, een leerkracht, een volslagen vreemde of een samenloop van omstandigheden — die hem in de weg leek te staan. En hoewel hij de gevulde koek en de chocolademelk waardeerde, vond hij een praatje met Gabriëlle tòch interessanter. Hé! Zijn gezicht klaarde op. „Hoi!” klonk het. Hij beantwoordde de groet met gespiegeld enthousiasme en voegde eraan toe: „Hoe is het met Sam?” „Prima, volgens mij,” antwoordde Rosa met een brede lach. „Hij zou alleen Tosha wel eens kunnen missen! Hoe gaat het met haar?” „Ook prima,” lachte Tim. „Volgens mij had ze gisteren en vanmorgen tijdens ons rondje verwacht Sam te zullen zien!” Rosa’s vrolijke lach werkte aanstekelijk, en de schittering in haar donkere ogen ontging Tim niet. Wat hem vanuit die hoek van de aula wèl ontging was het figuurtje met het donkere krulhaar, dat buiten langs de grote ramen liep, naar binnen keek en haar looptempo plotseling opvoerde. „Hoe bevalt je eerste dag op onze school?” vroeg Rosa. „Wel goed,” antwoordde hij, en hief de koek en het pakje drinken een beetje op om Rosa’s aandacht erop te vestigen: „Ik kreeg dit net van mijn mentor. Leuk begin, in ieder geval.” „Ter Heerdt is je mentor?” vroeg Rosa, waarop hij knikte. Rosa verklaarde: „Ik zag je net met hem praten, ja.” „Aardige man,” vond Tim. Rosa knikte nu, iets gematigder enthousiast dan de nieuwkomer: hij had blijkbaar nog geen les van de man gehad. Ter Heerdt kon veeleisend zijn in de les, en scherp sarcastisch. „Er zijn wel meer aardige mensen hier,” verbreedde Rosa diplomatiek het onderwerp van gesprek. „Tja, dat lijkt wel mee te vallen tot nu toe, ja,” knikte Tim. Aan de andere kant van de aula, onopgemerkt door Tim en Rosa, daalde het eenzame figuurtje af de bovenmaatse zitkuil in om in hun richting te lopen. Tot hoe laat moet jij vandaag nog?” vroeg hij. Het figuurtje in de achtergrond hield plotseling de pas in. „Tot en met het zevende uur. O!” deed Rosa blij, terwijl ze langs Tim keek. In de achtergrond draaide het figuurtje zich op haar hakken om en verdween het stilletjes uit het zicht. „Tim, mag ik je voorstellen aan Amber — klasgenote van mij en mijn beste vriendin?” Ook Tim draaide zich op zijn hakken om, terwijl Amber bij hen kwam staan en hem een vriendelijk knikje gaf. „Hoi!” „Bambi, dit is Tim,” introduceerde Rosa het langharige, blonde meisje met de grote, grijsblauwe ogen. „Hij is vandaag voor het eerst hier op school en zit in de vierde… Zeg Tim, ben je eigenlijk nog bij Gabriëlle in de klas terechtgekomen?” „Huh, ja,” reageerde Tim een beetje ongenuanceerd. Hij lachte en ging verder: „De rector… meneer Den Engel?” Rosa en Amber wisselden een onpeilbare blik en knikten tegelijk. „Hij heeft ervoor gezorgd. Ik zat eigenlijk in een andere klas,” vertelde Tim. „Ik weet niet precies waarom hij het deed, maar het maakte mij niet uit.” Terwijl Rosa’s tevreden glimlach haar gezicht deed stralen trok Amber een scheef glimlachje, terwijl ze wegkeek met een blik in haar ogen die op Tim overkwam als dromerig. „Ik heb haar vandaag nog niet gesproken,” zei Tim, om de conversatie op gang te houden. Ook al waren ze een paar jaar jonger dan hij, deze meisjes waren leuk en spontaan. En ze deden minder opdringerig dan de meisjes — sommige meisjes — uit zijn klas. Beter begin dan in Buitenpost, Timmy, dacht hij bij zichzelf. Intussen antwoordde Rosa verbaasd: „Dat is vreemd.” „Nou ja, zie je, er komt steeds wat tussen,” legde Tim uit, dieper ingaand op zijn vorige opmerking. „Wel zot eigenlijk. Maar het komt nog wel, denk ik. Ze lijkt me verlegen.” „Tja,” antwoordde Rosa, die om zich heen keek in de aula, duidelijk op zoek naar Gabriëlle. Intussen dacht Tim aan wat Elize hem over Gabriëlle verteld had tijdens de ochtendpauze. Hij had liever gehad dat ze dat niet gedaan had, want het verhaal zat hem behoorlijk dwars. Maar… was het wel waar? Hij wist het niet. Dat kàn gewoon niet waar zijn… tòch? Er moest een andere kant van het verhaal zijn. Hij dacht erover eens voorzichtig te peilen of Rosa en Amber daar iets meer over konden vertellen. Hij was Rosa en Gabriëlle tegengekomen, zaterdag. Ze leken goede vriendinnen te zijn. Als Rosa Elizes kant van het verhaal kende en geloofde, zou het hem wel heel onwaarschijnlijk lijken dat hij haar in gezelschap van Gabriëlle zou hebben gezien. Aan de andere kant… Amber kende hij nog niet. Misschien zou hij Rosa er eens naar vragen als hij haar eens alleen zou treffen. Maar hij kon hen er nu niet mee lastigvallen. „H’m ja,” zuchtte Amber, die toen ineens inspiratie leek te krijgen en vrolijk naar hem opkeek met de woorden: „Vertel eens, Tim, wat zijn jouw hobby’s?” „Moet ik daarop antwoorden? Dat vind je tòch saai.” Rosa, die verbaasd naar Amber gekeken had bij haar vraag, pikte de draad feilloos op in zijn richting. Intussen gaf ze haar vriendin een onopvallende, maar niet onopgemerkte por in haar zij, waarop Amber giechelend aan de kant schoof. „Ja, Tim, jij bent de nieuweling, dus het is officieel jóúw taak om jezelf te introduceren.” „Nou, goed, oké dan. Mijn grootste hobby is elektronica.” Hij voegde er aan toe bij de geamuseerde uitdrukking op Rosa’s gezicht: „Jullie hebben er zèlf om gevraagd.” „Wat voor elektronica?” vroeg Amber intussen met haar zachte stem. „Máák je dingen, of spéél je er alleen mee?” „Euh, …allebei wel, eigenlijk,” gaf Tim toe, niet gewend aan een vervolgvraag op zijn eerste antwoord. „Wat voor dingen maak je dan?” vroeg Amber verder. Tim keek haar aan en probeerde haar blik te evalueren. Werkt niet, klonk de stem van zijn gedachten onhoorbaar. Ze lijkt ècht geïnteresseerd. „Nou, ik vind het leuk om gadgets voor de computer te maken. En het liefst draadloze dingen, zoals draadloze besturingen van auto’s en Lego-robots…” Evaluatie gefaald. Daar gaat haar interesse, voorspelden zijn gedachten met een treiterend toontje. „Ohw-keeej,” rekte Amber de expressie met de hem welbekende uitdrukking op haar gezicht. Typische ‘Oh, hij is ècht een nerd’-reactie, observeerde Tims brein volgens het te verwachten denkpatroon. Maar Amber liet het gespreksonderwerp niet los, tot zijn verbazing. Ze vroeg: „Wat voor dingen maak je nog meer?” „Oh eh… ik heb draadloze afstandsbediening voor zowat alle elektronische apparatuur in mijn kamer, en alles via de laptop.” „Dat is cool,” vond Amber, waarop ze na een korte aarzeling een nieuw onderwerp te berde bracht. „Ik ben gek op dieren.” „Ik ook,” ging Tim mee, niet helemaal scherp genoeg om de omslag te kunnen volgen. „Ik heb thuis een hele lieve poes, en die verwacht van de week een nestje kittens,” vertelde Amber enthousiast. Rosa voegde er aan toe: „De tweede worp. Echt schattig! Vorige keer waren het er drie, ik ben benieuwd hoeveel het er nu zullen zijn!” „Leuk! Die kleintjes zijn altijd grappig,” waardeerde Tim, die de afslag intussen ook succesvol genomen had. „Ik weet waar ze gaat bevallen,” zei Amber. „Achterin de werkplaats van mijn vader, dat heeft ze vorige keer óók gedaan.” „Ja,” lachte Rosa. „Die keer wisten jullie er niets van!” Ze draaide terug naar Tim en vertelde: „Haar vader kwam in de schuur binnen, en ging aan het werk. Pas na een kwartier viel hem het geluid van de mieuwende kittens in de achtergrond op!” Tim lachte. Ja, dit is ècht een beter begin, dacht hij intussen. En deze keer lijkt het erop dat je er wat van kunt máken! Gewoon niet dezelfde fouten maken als dáár… Hij keerde terug op aarde. „Euh, oh, sorry, Amber,” verontschuldigde hij zich tegenover het afwachtende gezichtje. „Wat zei je?” Amber herhaalde gemoedelijk haar vraag. |
|||||
|