| |||||
„Ze droeg een pakketje onder haar arm.” „Hoe groot?” „Ongeveer zó? Er had een boek in kunnen zitten, of een opgevouwen kleed — iets dergelijks.” „Waarom zei je dat van dat boek?” „Nou ja, ik probeerde u duidelijk te maken wat de afmetingen van het pakketje waren. Het was slechts een voorbeeld. Een mogelijkheid. Wat het ook was, het was in alsad verpakt.” „Juist. Hoe laat zei je ook alweer dat dit was?” „Op één kwint in de tweede stonde.” „Je wordt bedankt. Ga maar terug op je post. En het zou je niet misstaan wanneer je me de volgende keer met de beleefdheidsvorm aanspreekt, poortwachter.” „Onze rangen zijn gelijkwaardig, kámerhéér. Het zou ú niet misstaan wanneer u het tutoyeren van een gelijke in het vervolg achterwege laat.” „Ik kan het nog steeds niet geloven,” mompelde Lidhia die middag aan tafel, lusteloos neerkijkend op haar oesterschelp, die volgeladen was met haar lievelingsgerechten. Ze had er nog geen hap van genomen. „Ze heeft het paleis vanmorgen verlaten met een pakje onder haar arm,” sprak haar moeder, koningin Quevéra. Ze legde haar hand troostend op Lidhia’s arm. „Kom, meisje, eet toch een weinig!” „Ze is mijn beste vriendin hier in het paleis!” verzuchtte Lidhia wanhopig. „Ik dacht echt dat ik haar door en door kende!” „Blijkbaar was dat niet het geval,” mengde de koning zich nu in het gesprek. „Mijn lieve dochter, denk nóóit dat je iemand volledig kent. Er is er maar Eén, Die dat met recht zeggen kan. En Hij weet ook, of Kirja jouw dagboek bij zich droeg.” Verbaasd en hoopvol keek Lidhia hem aan: „Denkt u dan dat dat niet het geval is, pappa?” „Zolang het geen vaststaand feit is, mogen wij haar niet ten onrechte veroordelen,” antwoordde haar vader ernstig. „Het staat tot nu toe vast, dat zowel Kirja als jouw dagboek verdwenen zijn. Kirja is door de poortwachter gezien toen ze met een pakketje onder haar arm de paleisgronden verliet.” „Ik snap niet wat zij met mijn dagboek zou willen,” mijmerde Lidhia voor zich uit. „Mijn gewaardeerde pupil,” reageerde de magister vanaf de overkant van de grote, ellipsvormige tafel. „Sta mij toe om u uit te dagen u niet eerder van woorden te bedienen dan het inschakelen en gebruiken van de voortreffelijke hersenen, die u door onze Schepper zijn geschonken, u tot een met logica onomstotelijke conclusie heeft geleid.” „Exclusieve persoonlijke informatie met betrekking tot wie dan ook uit ons gezin in verkeerde handen?” coachte prins Rehinor zijn zusje. „Oh… je bedoelt… dat Kirja mijn dagboek zou… verkópen!?” bedacht Lidhia langzaam, verbijsterd door haar eigen conclusie en Rehinors ernstige gelaatsuitdrukking. „Waarschijnlijk niet het hele dagboek in één keer,” veronderstelde Murox, die als speciale gast de maaltijden aan de koninklijke tafel gebruikte. „Waarschijnlijker is, dat de informatie stukje bij beetje voor grote bedragen verkocht zal worden.” „Maar…” Lidhia keek haar vader met grote ogen aan terwijl de inhoud van haar dagboek haar helder voor de geest kwam. Bruusk stond ze op en zwom de eetzaal uit. |
|||||
|