| |||||
Ik vertel nog meer over mijn vaders koninkrijk Ik geef nog een voorbeeld: ‘Wanneer je een olielamp aansteekt, verstop je hem niet onder je bed, maar houd je hem juist omhoog Dan schijnt het licht alle kanten op. Zo zal iets dat verborgen is, of in het geheim ontstaat, altijd aan het licht komen. Knoop dat goed in je oren!’ Ik vertel nog meer: ‘Let goed op wat je hoort: Je wordt gemeten met de maat waarmee je zelf meet. Je krijgt zelfs nog meer. Want wanneer je hebt, krijg je meer, maar wanneer je niets hebt, wordt het laatste wat je hebt je afgenomen.’ Het is met mijn vaders koninkrijk als met een boer die gezaaid heeft. Hij slaapt en werkt en slaapt en ondertussen groeit het graan. Hij weet niet hoe dat kan, het groeit vanzelf: eerst de halm, dan de aar en dan het rijpe graan. Hij ziet alleen wanneer het graan rijp is en oogst het dan meteen. Ik vergelijk mijn vaders koninkrijk met het zaadje van de mosterdplant. Dit is het kleinste van alle zaden, maar er groeit een plant uit waar vogels nesten in bouwen. Zo vertel ik mijn goede nieuws, voorzover ze het begrijpen, want ik leg niemand iets uit, behalve mijn leerlingen. |
|||||
|