| |||||
„Dank u, Meesters,” fluistert de grote man met de zwarte baard. „Uw woord is mijn bevel.” De zeven andere aanwezigen, allen gekleed in rode gewaden, beschilderd met vreemde witte en gele symbolen roepen eenstemmig: „Het zij zo!” De zeven vormen een kring rondom hun meester, die is gehuld in een zwarte mantel. Ze komen niet van hun plaats, tot hun leider is opgestaan. Een vreemd soort licht schijnt uit zijn ogen. Ze kunnen het niet omschrijven, maar als hij kwaad is, dringt zijn blik tot diep in hun ziel door en maakt een duistere doodsangst zich van hen meester. Zodra de meester zich heeft teruggetrokken uit de zaal staan ze op en trekken ze hun gewaden uit. Die worden netjes opgevouwen en neergelegd in een daarvoor bestemde afsluitbare kast. Al snel ligt het gymlokaal er verlaten bij. In de kleedkamer van de leerkrachten gaat Meindert van der Heyden met een zelfvoldane grijns zitten. Zijn zeven vertrouwelingen hebben zich al helemaal overgegeven aan de Meesters. Ze zijn bijna klaar om zelf ook weer een kring van vertrouwelingen op te zetten. En waarom zouden ze het ook niet doen? De beloningen liegen er niet om. De hoogste cijfers, de knapste en meest populaire vriendjes en vriendinnetjes en wel een héleboel "toevallige" financiële meevallertjes. De Meesters zorgen goed voor hun volgelingen. En het enige wat ze tot nu toe hoefden te doen was het bidden tot de Meesters en zo nu en dan een symbolisch offertje. Meindert lacht luidop. Als ze eens wisten wat er uiteindelijk van hen zal worden verwacht… En Meindert? Hij heeft de mooiste baan van allemaal. De Meesters zijn niet zo gebrand op die offertjes van hen. Maar ze weten wel dat die kinderen ergens in moeten geloven. En daar komt hij aan te pas. Hij mag het allemaal naar eigen inzicht aankleden. Het moet iets mystieks hebben. Het moet een bepaalde sfeer uitademen. Een sfeer die bekend is in hun leefwereldje. In hun muziek en in de programma’s die ze zien op de televisie. In de films die ze kijken. Grinnikend denkt hij terug aan de fantasierijke viering in het bos, vorige week zaterdag. Daar konden ze het voorlopig even mee doen! |
|||||
|