| |||||
Hoofdstuk 8 Het staartje Het is zaterdag. Na hun avontuur van de vorige dag hebben Judith en Chris lang uitgeslapen. Tegen 11 uur worden ze pas wakker. Gisteravond is het ook wel erg laat geworden. Ze zijn met hun moeders naar Judiths huis gereden en hebben daar nog een tijd bij elkaar gezeten. Judiths vader heeft friet voor ze gehaald. Daar hebben ze heerlijk van gesmikkeld. Daarna kwamen twee politieagenten langs. Die vertelden dat de dieven allemaal waren opgepakt, dankzij het snelle handelen van Chris en Judith. De twee kinderen hadden elkaar aangekeken met een blije blik in hun ogen. Ze voelden zich eigenlijk wel een beetje trots. ‘Hallo, is Chris al wakker?’ Judith komt de keuken van Chris’ huis in. Zijn moeder schenkt net koffie in. ‘Ja, hij is net wakker geworden’’, antwoordt Chris’ moeder, ‘heb jij ook zo lang geslapen?’. Judith knikt. ‘Ik kan nog steeds bijna niet geloven wat jullie hebben meegemaakt gisteren’. Chris’ moeder kijkt Judith hoofdschuddend aan. De telefoon rinkelt. Chris’ moeder verdwijnt naar de kamer. Na het telefoongesprek komt ze met een geheimzinnig lachje de keuken weer in. ‘Nou, volgens mij krijgt jullie avontuur nog een staartje’, zegt ze. ‘De directeur van het museum was net aan de telefoon. Hij wil vanmiddag om 3 uur even met jou en Chris praten, bij jullie thuis.’ ‘Ja, dat weet ik al, daarom ben ik hier ook. Wij zijn net ook al gebeld.’ Judith loopt door naar de woonkamer, waar Chris nog in zijn pyjama aan zijn ontbijt zit Om 3 uur gaat de bel bij Judiths huis. Een oudere man met een rond gezicht en warrige haren om zijn hoofd stapt binnen. Het is de directeur van het Museum. Maar hij is niet alleen. Ook één van de agenten die ze gisteren al gesproken hadden, is bij hem. Beide mannen geven Judith en Chris een hand. ‘Zo, zijn jullie een beetje van de schrik bekomen?’, vraagt de museumdirecteur, ‘ik vind het zó vervelend dat jullie zoiets naars is overkomen in ons museum’. ‘Het gaat wel weer’, zegt Judith, ‘maar het was wel heel eng’. ‘Dat kan ik me indenken’, antwoordt de directeur. Floris loopt druk tussen de mensen door. Hij mengt zich snel in het gesprek. ‘Judith en Chris hebben dieven gevangen’, vertelt hij tegen de agent. ‘Nou, wat knap hè, van die twee’, reageert de agent. ‘Maar de volgende keer wil ik óok meedoen met dieven vangen’, zegt Floris een beetje boos. ‘Daar is de dief’, roept hij, ‘ik ga hem vangen!’ Hij wijst naar een vogeltje dat hij door het raam in de tuin ziet, en rent de deur uit naar buiten. Als iedereen wat te drinken heeft, mogen Judith en Chris eerst hun verhaal vertellen. De agent en de directeur zitten ademloos te luisteren. Dan neemt de museumdirecteur het woord. ‘Judith, Chris, ik zei het net al, ik vind het heel vervelend dat jullie in ons museum zo in angst hebben moeten zitten. En tegelijk ben ik heel blij dat jullie ervoor gezorgd hebben, dat een heel kostbaar beeld niet gestolen is. Die museumbende probeert aan geld te komen door hele kostbare dingen te stelen uit musea. Ze wisten natuurlijk dat het Terracotta Leger uit Xi’an heel kostbaar is. Zelfs 1 beeld ervan is al onbetaalbaar. Ze hebben een van onze medewerkers heel veel geld gegeven om met hen mee te werken. Daarna hebben ze een van de beelden nagemaakt. Dat was de hoge officier. En vervolgens heeft die medewerker van het museum ervoor gezorgd dat het nepbeeld op het podium kwam te staan, waar alle beveiligingscamera’s staan. En het échte beeld stond zolang met een doek eroverheen in ons magazijn. Blijkbaar was die doek er afgegleden, waardoor jullie zo vreselijk schrokken toen je ineens oog in oog met dat beeld stond. Gisteravond zouden de dieven het echte beeld meenemen uit het magazijn. Omdat dat niet met camera’s bewaakt wordt was het een koud kunstje om er met een extra sleutel binnen te komen en ongezien het beeld mee te nemen. We moeten er niet aan denken wat het zou betekenen als dat beeld gestolen was. Het was namelijk niet van ons, maar van de Chinese regering. En ze vertrouwden ons zo goed dat we de beelden mochten lenen om ze hier in Nederland te laten zien. Judith en Chris hebben goed geluisterd, maar toch kunnen ze het bijna niet volgen, wat de directeur allemaal verteld. Ze merken wel hoe ontzettend opgelucht de directeur is, dat de diefstal niet door is gegaan. ‘Jullie begrijpen nu vast wel dat we ontzettend trots op jullie zijn’, gaat de directeur verder. ‘We willen jullie daarom bedanken met een beloning, waarmee jullie iets leuks voor jezelf kunnen kopen. Hopelijk maken we daarmee een beetje goed dat jullie zo’n vervelende ervaring hebben gehad in ons Museum. Én ik wil jullie en je familie ook een museumkaart geven, waarmee jullie gratis naar een heel veel musea mogen.’ Chris en Judith hebben het er warm van gekregen. Tjonge, ze krijgen een beloning! ‘Nou, dank u wel’, zegt Judith, ze snapt niet zoveel van die museumkaart, maar ze vindt het wel leuk om een beloning te krijgen. Ze weet al wat ze wil kopen, een Cd-speler. Dan kan ze op haar kamer naar muziek luisteren. Veel kinderen uit haar klas hebben dat al. ‘Ja, bedankt’, zegt Chris. Hij vindt die museumdirecteur een heel aardige man. Dan neemt de agent het woord. Hij vertelt dat de politie ook heel blij is met Judith en Chris, omdat dankzij hen vier museumdieven zijn gearresteerd. De politie heeft daarom ook een cadeau voor de kinderen en hun familie. ‘Jullie mogen met je familie een jaarabonnement op een pretpark kiezen’, zegt de agent. ‘Joooh’, roept Chris, ‘gaaf zeg’. Hij lijkt eerst helemaal overdonderd. Dan springt hij op uit zijn stoel, steekt zijn handen in de lucht en rent dolblij naar buiten, de tuin in. Judith rent juichend achter hem aan. Even later zien de volwassenen Judith, Chris en Floris in de tuin samen een rondedans maken. |
|||||
|