| |||||
Woensdag 28 maart 2012 Eerste lesuur 08.30 – 09.20 uur “Goedemorgen mevrouw! Gaan we vandaag iets aan die ene opdracht doen, die we eigenlijk zelf moesten maken, maar waarvan u beloofd heeft dat we die samen zouden maken?” Ik glimlach vriendelijk naar het betreffende meisje dat me vanaf 20 meter afstand al staat toe te roepen, baan me een weg door wachtende leerlingen in de smalle gang en voor de deur, dreig de sleutel in de navel van één van de leerlingen die pontificaal voor de deur staat te steken, en kan eindelijk…, nadat deze jongen zichzelf en zijn tas aan de kant gesleept heeft, de deur van het leslokaal openen. “Dat jij dat kunt volgen,” zegt buurman-docent lachend terwijl hij zijn “schaapjes” het lokaal naast mij binnen laat. “Ja, docent-zijn is een vak apart hè,” knipoog ik hem toe, en neem naast hem plaats met in één hand een loodzware boekentas en met de andere hand de lokaaldeur open houdend, zodat ook mijn “schaapjes” als makke lammetjes (tijdens de eerste drie lesuren is dit nooit een probleem) het lokaal netjes één voor één naar binnen kunnen gaan. “Veel plezier en succes!” wordt over-en-weer uitgewisseld en we verdwijnen elk in ons eigen leslokaal voor 50 minuten. “Mevrouw…? Alstublieft?” zegt ze lief, als ze plaats genomen heeft. Het meisje dat zojuist de voor bijna iedereen niet te begrijpen vraag gesteld heeft, kijkt mij haast smekend aan, terwijl de rest rustig afwachtend zit te kijken. “Ja, is goed, meid.” Ik sommeer iedereen een pen en een schrift te pakken, maar nog voordat ik goed en wel m`n zin afgemaakt heb, begint een vijftal leerlingen te zuchten, kreunen en steunen. “Wat is er?” vraag ik de oorzaak van het moeizame gekreun niet begrijpend. “Ik weet dat het vroeg is, maar zóveel energie kost het pakken van je schrift en een pen nu ook weer niet.” “Die opdrachten hebben wij al af…,” antwoordt één van de vijf met de handen in de lucht. “Nou prima! Goed gewerkt dan! Heb je ze ook al nagekeken?” vraag en prijs ik tegelijkertijd. “Ja!” “Goed, dan pakken jullie je boek…” “Néé hè! Dan had ik net zo goed nog een uur kunnen uitslapen!” sputtert één van de leerlingen tegen en legt zijn hoofd op zijn tas die nog midden op zijn tafeltje ligt. Ik werp hem eens een niet al te vriendelijke blik toe. Gelukkig zijn we al zover in het schooljaar, dat ik de meeste van mijn blikken niet meer uit hoef te leggen. Dàt kunnen de leerlingen inmiddels zèlf wel. “Oké, ja, ik snap het. Ik zal rechtop gaan zitten, m`n tas van tafel halen en ik zit hier voor m`n eigen bestwil, om zèlf iets te leren…” zegt hij vervolgens zuchtend en berustend in zijn lot voor de komende 45 minuten. “Maar het ligt niet aan ú hoor! U bent niet erg…, Duits wèl. Maar dáár kunt ú dan weer niks aan doen. Door u wordt het nog een beetje leuk, maar anders…” “Ja, ja, ja. We weten het wel! Stop nou maar met slijmen en doe gewoon wat ze zegt, dan kunnen wij tenminste óók gewoon beginnen en les krijgen!” roept een medeleerling hem inmiddels toe. Rustig sta ik het tafereel te bekijken vanaf mijn plekje vooraan in de klas, en als de leerlingen doorhebben, dat ik sta te glimlachen worden ze plotseling stil en krijg ik van alle kanten brede glimlachen toegeworpen. “Maar u vindt ons wèl heel leuk, hè mevrouw?” vraagt één van de meiden, terwijl ze haar hoofd scheef houdt, mij met grote blauwe kijkers aankijkt en een paar keer extra met haar lange wimpers knippert. “Goed… jullie vijf gaan met mij mee… en jullie beginnen alvast aan opdracht één. Kom op!” zegt ik terwijl ik aan alle kanten om me heen gebaar, voor elke groep wat wils. De ene groep naar de deur, de andere groep naar op de opdracht die nu op het smartboard geprojecteerd staat, wijzend. Nadat ik de vijf leerlingen in een ander lokaal mèt computer gezet heb en hun de bedoeling van de opdracht uitgelegd heb, ga ik terug naar mijn oorspronkelijke lokaal voor dàt lesuur en begin met de overgebleven leerlingen aan de acht opdrachten. “Krijgen we dat nou dit uur nog wel af, juffie?” “Túúrlijk, jullie werken toch altijd heel snel? Dan is dit ook helemaal geen probleem voor jullie. Zeker niet nu we het sámen doen!” probeer ik ze een beetje positief te stimuleren. “Oh nee, dat is zo juffie. Kom op, daar gaan we,” zegt het geinige, leuk enthousiaste meisje, dat altijd een echte spring-in-`t-veld is. “Oké juffie. Het eerste antwoord is Auswahlmöglichkeiten.” “Zo-ho, dat jij dat weet joh, en ook helemaal goed uitgesproken!” “Ja, goed hè!” zegt ze glunderend van trots. “En de volgende weet ik óók!” “Nou, kom maar op dan!” Vrolijk werken de klas en ik de acht opdrachten door. Na ongeveer 35-40 minuten zie ik de deur van het andere lokaal met de vijf leerlingen voorzichtig dicht gaan. De klas ziet mij met een schuin oog die richting in kijken en één van de wijsneusjes zegt: “Misschien moet u even gaan kijken, mevrouw. Ze zijn vast muziek aan het luisteren of zo in plaats van hard aan Duits te werken.” “Ik loop er zo wel even heen. Ik wil eerst even met jullie nog deze laatste opdracht afmaken.” “Ohw, oké,” grijnst hij terug. “Ah, mevrouw!” vraagt één van de jongens, die netjes zijn hand opsteekt, met een lichte twinkeling in zijn ogen. Iets wat mij altijd weer een beetje op mijn tellen doet passen. “Mag ik misschien even gebruik maken van de toilettaire voorzieningen van dit etablissement?” Op zulke momenten heb ik altijd weer spijt van m`n eigen grappen en grollen richting de leerlingen, want hoe dan ook… je kunt er altijd één of meerdere terug verwachten… meestal when you least expect it. Maar goed, uiteraard mocht deze leerling van mij even naar het toilet. “Goed jongens, opruimen, het is nog drie minuten. Je hebt nu nog de kans je boeken voor management te pakken…, mocht je dat nog niet gedaan hebben,” zeg ik met gemaakt dreigende blik richting een aantal jongens. “Wah…, maar mevrouw… hoe kunt u dàt nou van ons denken…,” zegt één van de jongens verontwaardigd en voegt daar heel snel aan toe: “Maareh, ik mag nu dus even de gang op om m`n boeken uit m`n kluisje te halen?” “Ja, dat mag, als je onderweg dan ook meteen je kauwgom even in de prullenbak deponeert,” antwoord ik simpel. “Had u allang gezien hè?” glimlacht hij terug. “Hmhm,” knik ik rustig. “Hé jongens rustig aan, ik ga even bij de andere boefjes kijken!” “Is goed, juffie! Ik hou het hier wel even in de gaten voor u!” “Zo jongens, en… hoe is het hier gegaan?” vraag ik, terwijl ik net doe alsof ik gek ben, en dus zogenaamd niet zie dat ze via een proxy op internet een muziekpagina opgezocht hadden, die ze vakkundig snel, maar niet snel genoeg, wegklikken, zo gauw ik het lokaal binnentreed. “Goed, maar ik kan ècht geen Duits zonder u, hoor!” “Laat maar eens zien dan, wat je van de opdracht gebakken hebt!” “Sámen mevrouw, hè!” zegt één van de jongens trots, waarop hij meteen een stomp van zijn klasgenoot kan verwachten. “Stil nou, jongûh!” “Ja, wâh, net alsof zij dâ nie ziet, jongûh!” Ik kijk de beide heren eens aan. “Sorry, mevrouw,” zeggen ze dan beide. “Maareh wat vindt u ervan? Hebben we een beetje goed gewerkt?” Ik kijk eens snel over het papier dat ik zojuist door het enige meisje in het gezelschap in m`n handen geduwd kreeg. “Nou jongens…, dat hebben jullie héél goed gedaan zelfs! Complimenten! En dan ook nog zeggen “Ik kèn geen Duits!” “Ja, nou, is toch zo!” “Sàmen, mevrouw.” krijg ik nog eens te horen. “Goed gedaan!” antwoord ik met gemeende glimlach en m`n beide duimen omhoog stekend. “Niet al te veel in google-vertalen gezet, zo te zien.” “Nee-hee, want dat mag toch nooit van u?” “Nee, inderdaad.” “Alleen de woordjes die we niet wisten, maar ècht geen hele zinnen, hoor mevrouw. En de rest ging eigenlijk wel. Goed hè?” vraagt hij nog een keer bevestiging. “Ja, prima. Ik ben trots op jullie. Goed gewerkt.” “Mogen we dan nu nog even onze boeken pakken voor management?” “Tuurlijk, en dan meteen weer de klas in hè.” “Ja mevrouw, prima mevrouw, doen we mevrouw. Wordt u niet gek van ons als we zo doen mevrouw, mevrouw, mevrouw?” “Wegwezen jongens, en nu gauw!” gein ik terug. “Haha, tot zo, me-vrouw!” verlaat het clubje lachend het lokaal. Vind het gek, maar ik had zin in mijn andere lesuren vandaag, na dit eerste uurtje met deze klas. Daar krijg je toch gewoon energie van!? |
|||||
|