| |||||
Iets bijzonders in het museum ‘Floris, ga jij Judith even ophalen bij Chris?’ vraagt mama. ‘We gaan eten. En direct naar huis komen hoor!’ Floris moppert ‘waarom moet ik dat nou weer doen’, maar hij zit zich toch maar te vervelen, dus zo erg is het nu ook weer niet. Chris’ huis is dichtbij. Zijn achtertuin ligt aan hetzelfde achterpad als hun eigen achtertuin. Er zitten maar vijf huizen en een fietspad tussen. Chris en Judith zijn bij Chris in de achtertuin aan het spelen. Floris hoort hun drukke stemmen al halverwege het pad. Ze rennen achter elkaar aan, weet hij. Ze spelen ‘volg de leider’. Eerst leggen ze dan allemaal planken, stokken en kleden over het gras en tussen de planten door. Zo ontstaan er een soort wegennet in de tuin. En de leider mag bepalen welke route ze gaan lopen. Het leukste is als hij veel scherpe bochten maakt en hard loopt. Dan is het heel moeilijk om goed te volgen. Floris doet ook wel eens mee, maar hij kan niet zo snel meekomen als Chris en Judith. Daarom raakt hij nog wel eens ‘verdwaald’. Dan zijn de anderen zo ver vooruit, dat hij niet meer weet welke weggetjes ze hebben genomen. Floris duwt het tuinhek open. Hij ziet dat Chris de leider is. Judith rent lachtend achter hem aan. ‘Judith, je moet thuis komen want we gaan eten’ zegt Floris. Judith heeft geen zin om met spelen te stoppen, zoals altijd. Ze rent gewoon door, maar ze let even niet zo goed op. Ze stapt met haar voorste voet op de hak van de schoen van Chris. ‘Auw’, roept Chris, en tegelijk schiet zijn voet uit zijn schoen. Judith verliest haar evenwicht. ‘O-o-o’ roept ze. Ze valt opzij, op haar linkerknie en probeert zichzelf op te vangen met haar handen. Maar ze heeft zo’n vaart dat ze doorschiet en met haar gezicht in het zwarte zand ploft. ‘O bah bah bah’ roept Judith als ze weer overeind komt, ‘bleh, bah’. Ze steekt haar tong uit en spuugt en sputtert . Haar mond en neusgaten zitten vol zwart zand. Ze ziet er opeens zo gek uit dat Chris en Floris ervan in de lach schieten. Judith wil boos naar ze kijken en tegelijk het zand uitspugen, maar dat maakt dat ze alleen nog maar gekker eruit ziet. Chris krijgt medelijden. ‘Ik help je wel’ zegt hij en begint het zand van haar kleren te kloppen. ‘Hé, kijk uit’, roept Chris, want Judith spuugt nog steeds het zand uit haar mond, en raakt hem ook. ‘Ik haal wel even een washandje’, zegt Chris. Even later kan Judith het laatste zand van haar gezicht afwassen. ‘Ga je nóu mee eten?’vraagt Floris nog eens. ‘Ja, oké’, zegt Judith. ‘Bedankt’, zegt ze tegen Chris, terwijl ze het washandje aan hem teruggeeft. ‘Ik ga nu maar’.’Ja, en niet weer gaan zandhappen hè’, zegt Chris. Hij trekt zijn uitgetrapte schoen weer aan. Judith en Floris rennen over het achterpad naar hun eigen huis. Mama zit al ongeduldig te wachten aan tafel. ‘Waar bleven jullie nou?’, vraagt ze. Judith vertelt haar wat er gebeurd is. En dan kunnen ze eindelijk gaan eten. Die avond laat Judiths vader een folder van het museum aan haar zien. Er staan bijzondere beelden in het museum die hij graag wil gaan bekijken. Ze zijn in China gemaakt, vóór Jezus geboren werd. Ze zijn dus al meer dan twee duizend jaar oud. Judith vindt het wel interessant. Twee duizend jaar, dat klinkt wel heel oud. ‘Mag ik ook mee naar het museum?’vraagt Judith. ‘Ja hoor’, zegt papa. ‘Dat vind ik gezellig, als je meegaat’. ‘Ik wil die beelden van de Here Jezus ook wel zien, zegt Floris. Papa lacht. ‘De beelden zijn niet ván de Here Jezus’, zegt hij, maar ze zijn door mensen gemaakt nog vóórdat de Here Jezus geboren was. ‘Ik ben ook al heel lang geboren’, zegt Floris eigenwijs. ‘Ja, jij bent al vijf jaar geleden geboren’ zegt mama. ‘Nou, en ik lekker al zeven jaar geleden’ zegt Judith stoer. ‘Pap, mag Chris ook mee naar het museum?’ vraagt Judith. Het is altijd leuk als Chris meegaat. Floris doet soms nog zo kinderachtig, maar Chris zit bij haar in de klas en die vindt vaak dezelfde dingen leuk als zij. Papa geeft niet direct antwoord. ‘Mag het, toe pap’ vraagt Judith ongeduldig. Mama geeft antwoord: ‘Chris mag wel mee hoor, maar zou hij dat wel leuk vinden, al die oude beelden in het museum?’ ‘Ja hoor, zegt Judith snel, ‘hij vindt zijn opa en oma ook heel leuk, en die zijn toch ook oud’. Papa en Mama schieten in de lach. ’s Avonds, in haar bed, ligt Judith aan het museum te denken. Ze vindt het altijd leuk om ergens heen te gaan, en al helemaal wanneer Chris ook mee mag. Als ze hem morgen ziet op school, zal ze hem direct gaan vragen. Judith begint een beetje te dromen. Ze ziet zichzelf staan met allemaal beelden om zich heen, die net zo groot zijn als zijzelf. Opeens is Chris ook bij haar in haar droom. Ze beginnen achter elkaar aan te rennen, tussen de beelden door. Ze spelen ‘Volg de leider’ en hebben de grootste lol. |
|||||
|