| |||||
Aan het eind lopen ze het lokaal uit en begint iedereen te fluisteren. “Zo chagrijnig is hij anders nooit.” Zegt Inge tegen Wies. “Waar hebben we eigenlijk les?” Vraagt Joanne. “In D34!”Roepen Wies en Inge tegelijk. “Gezellig kunnen we alle trappen nog even op.” Moppert Joanne. “Iemand moet toch boven zitten.” Merkt Wies logisch op. Zwijgend lopen ze alle trappen op en komen daarna als eerst hijgend het lokaal van mevrouw Sennema binnen. “Hallo mevrouw.” Zeggen ze tegelijk. “Hallo meiden.” Mevrouw Sennema is ook al niet al te vrolijk vandaag, wat is er nou weer met haar? Als iedereen zit zegt ze. “Oké, wie heeft dat gedaan? Als je eerlijk bent krijg je strafvermindering.” “Wie heeft wat gedaan?” Roept Lois Brouwer door de klas. “Zegt het woord PMMA jullie iets?” Bette steekt haar vinger op. “Ja Bette.” Zegt Sennema. “Nou dat gebruiken we bij Techniek. En…” “Dat bedoel ik niet.” “EN bij Ubels is zijn PMMA stok gestolen.” “Juist en hoe weet jij dat?” “We zaten nota bene net bij Ubels!” Roept Eric om Bette te helpen. Niemand heeft gemerkt dat Berdien ondertussen is binnen gekomen. Ze is naar het bureau van mevrouw Sennema gelopen om haar te laat kaartje in te leveren. “Waar kom jij zo laat vandaan?” Wordt haar gelijk toegesnauwd. Berdien kijkt verbaast, ze is het niet gewend dat ze wordt afgesnauwd en zeker niet door haar. “Nou moe.” Mompelt ze en ze loopt naar haar plek. “Wat is hier aan de hand?” Vraagt ze aan Inge. “Meneer Ubels zijn PMMA stok is gestolen. En zo te merken verdenkt ze ons ervan.” “Waarom nou precies ons.” “Geen idee. Dat zal je moeten vragen.” “Weet je dat ga ik doen. Gewoon vragen wat er aan de hand is. Hopelijk zegt ze het eerlijk.” Toch nog een beetje aarzelend steekt Berdien haar hand op. “Ja, wat is er?” Zegt Sennema een beetje geïrriteerd. “Waarom bent u zo boos?” “Nou heel eerlijk gezegd verdenk ik een van jullie ervan.” “Waarvan? U bent nogal vaag.” Vraagt Berdien. “Nou meneer Ubels zijn PMMA stok is gestolen. Door wie? Geen idee. Maar ik verdenk een van jullie ervan.” “Waarom nou ons?” Vraagt Joanne. “Omdat er een aantal van jullie nou niet echt bepaald goed met hem op kunnen schieten. Ik wil geen namen noemen.” Zegt ze al kijkend naar Klaas. “Wat nou?” Zegt Klaas verontwaardigt. “Maar er zullen er toch wel meer zijn? Dat zit niet alleen in deze klas hoor mevrouw.” Zegt Céline. “Nou hebben we haar te pakken.”Denkt Joanne. “Daar kan ze niet tegenop.” Mevrouw Sennema houdt dan ook wijselijk haar mond. “Je hebt gelijk.” Geeft ze even later toe. “Er zijn nog veel meer klassen… Nou gaan we beginnen. Zoek allemaal bron A op.” Zwijgend zoekt iedereen het op. De meeste zijn toch wel opgelucht dat de boze bui voorbij is. Aan het eind van de les blijven Wies, Joanne en Berdien nog even zitten. “Zeg nou eens eerlijk.” Zegt Berdien. “Waarom verdenkt u ons er nou van?” “Ik heb geen idee waarom. Het is gewoon een gevoel.” Is het antwoord dat ze krijgen. Daarna blijft het een poosje stil tot Wies zegt. “Zullen we maar gaan we hebben zo buiten gym.” Zwijgend lopen ze het lokaal uit en beginnen in het trappenhuis druk tegen elkaar te praten. “Ze wil het niet vertellen.” Zegt Inge. “Of er zit heel wat achter.” Reageert Joanne. “Ja, joh ze heeft het zelf gedaan.” Zegt Wies sarcastisch. Alleen Berdien houdt haar mond ze denkt er heel wat anders over. |
|||||
|